Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Pijnacker-Nootdorp

Beleidsregels bestuurlijke boete gemeente Pijnacker-Nootdorp 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePijnacker-Nootdorp
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels bestuurlijke boete gemeente Pijnacker-Nootdorp 2017
CiteertitelBeleidsregels bestuurlijke boete gemeente Pijnacker-Nootdorp 2017
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de beleidsregels bestuurlijke boete gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 18a van de Participatiewet
  2. artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
  3. artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-2017Nieuwe regeling

05-12-2017

gmb-2017-229837

17INT12703

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels bestuurlijke boete gemeente Pijnacker-Nootdorp 2017

Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

 

gezien het advies van de afdeling Beleid d.d. 5 december 2017;

 

gezien het advies van de Adviesraad Werk & Inkomen d.d. 20 november 2017;

 

gelet op artikel 18a van de Participatiewet (PW) en artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

besluit:

 

vast te stellen de volgende Beleidsregels bestuurlijke boete gemeente Pijnacker-Nootdorp 2017;

Artikel 1. Begripsbepalingen

De begripsbepalingen van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) zijn onverkort op deze beleidsregels van toepassing.

Artikel 2. Hoogte bestuurlijke boete bij nul-fraude

  • 1.

    Bij een schending van de inlichtingenplicht, waarbij er in de twee voorafgaande jaren geen waarschuwing is gegeven voor een schending van de inlichtingenplicht, krijgt belanghebbende eerst een schriftelijke waarschuwing.

  • 2.

    Bij een schending van de inlichtingenplicht, waarbij er in de twee voorafgaande jaren wel al een waarschuwing is gegeven voor een schending van de inlichtingenplicht, wordt belanghebbende de minimale bestuurlijke boete van € 150 opgelegd.

Artikel 3. Afzien bestuurlijke boete wegens dringende redenen

Het afzien van het opleggen van een bestuurlijke boete wegens dringende redenen wordt vastgelegd in een beschikking.

Artikel 4. Inwerkingtreding en intrekking vorige beleidsregels

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.

  • 2.

    De beleidsregels bestuurlijke boete gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015 worden ingetrokken.

Artikel 5. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels bestuurlijke boete gemeente Pijnacker-Nootdorp 2017.

 

Vastgesteld in de vergadering van 5 december 2017

de secretaris,

drs. J.P.R.Woudstra

de burgemeester,

mw. F.Ravestein

Algemene toelichting

 

Met inwerkingtreding van de Wet aanscherping handhaving- en sanctiebeleid SZW-wetten is de bestuurlijke boete in het leven geroepen. Op grond van artikel 18a van de Participatiewet en artikel 20a in zowel de IOAW als de IOAZ legt het college een bestuurlijke boete op indien er sprake is van schending van de inlichtingenplicht. De wettelijke bepalingen geven het college de bevoegdheid om af te zien van het opleggen van een boete en te volstaan met het geven van een waarschuwing. Deze bevoegdheid is nader uitgewerkt in deze beleidsregels.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2. Hoogte bestuurlijke boete bij nul-fraude

Artikel 18 a, vierde lid van de PW stelt dat het college af kan zien van het opleggen van een bestuurlijke boete als een schending van de inlichtingenplicht niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag. Dit wordt ook wel nul-fraude genoemd. Het college kan in dit geval volstaan met een waarschuwing. Als er echter in een periode van twee jaar eerder al een waarschuwing is gegeven voor een schending van de inlichtingenplicht, dan moet het college een boete opleggen.

Artikel 3. Afzien bestuurlijke boete wegens dringende redenen

Van het opleggen van een bestuurlijke boete kan worden afgezien indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. Wat dringende redenen zijn, is afhankelijk van de concrete situatie en kan niet op voorhand worden vastgelegd. Dit wordt dus individueel beoordeeld. Het moet blijkens de toelichting op de wettelijke bepalingen echter wel gaan om zeer uitzonderlijke gevallen. Het enkele feit dat het de belanghebbende aan financiële middelen ontbreekt om in het bestaan te voorzien, is onvoldoende om te kunnen spreken van dringende redenen.

 

Het afgeven van een beschikking dat het college afziet van het opleggen van een bestuurlijke boete wegens dringende redenen is van belang in verband met eventuele recidive.

Artikel 4 en 5

Deze bepalingen behoeven geen nadere toelichting.