Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Boekel

Telecommunicatieverordening Gemeente Boekel 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBoekel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTelecommunicatieverordening Gemeente Boekel 2011
CiteertitelTelecommunicatieverordening Gemeente Boekel 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Telecommunicatiewet, artikel 5.4
  2. Gemeentewet, artikel 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-201020-06-2013Onbekend

16-12-2010

Weekblad Boekel & Venhorst, 21-12-2010

AB/004920 Z/011878

Tekst van de regeling

Intitulé

Telecommunicatieverordening Gemeente Boekel 2011

 

De raad van de gemeente Boekel;

gelezen het voorstel van het college van 12 oktober 2010,

gelet op artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit:

tot het vaststellen van de

Telecommunicatieverordening Gemeente Boekel 2011

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Telecommunicatiewet;

  • b.

    Openbaar elektronisch communicatienetwerk: telecommunicatienetwerk als bedoeld in rtikel 1.1, onder h, van de wet;

  • c.

    Kabels: kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de wet;

  • d.

    Voorzieningen: ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken als bedoeld in artikel 5.15, van de wet, en kabels;

  • e.

    Openbare gronden: openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de wet;

  • f.

    Aanbieder: degene die een openbaar elektronisch communicatienetwerk aanbiedt als bedoeld in artikel 1.1, onder i van de wet en degene bedoeld in artikel 5.1 van de wet;

  • g.

    Werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden;

  • h.

    Gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de wet;

  • i.

    College: college van burgemeester en wethouders;

  • j.

    Melding: melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de wet;

  • k.

    Instemmingsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, onder b, van de wet;

  • l.

    Huisaansluiting: het gedeelte van een kabel van minder dan 25 m in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt als bedoeld onder artikel 1.1, onder k, van de wet;

  • m.

    Werkzaamheden van niet ingrijpende aard:

    • -

      Het aanbrengen of verwijderen van kabels in al aangebrachte voorzieningen;

    • -

      Reparaties aan het openbare elektronische communicatienetwerk met een lengte van minder dan 25 m en niet vallend onder artikel 3 eerste lid van deze verordening;

    • -

      Het maken van huisaansluitingen met een lengte van minder dan 25 meter; én

    • -

      Het openen en dichten van een ondergrondse handhole.

Hoofdstuk 2 Melding en instemmingsbesluit

Artikel 2 Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1.

    Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen ten minste acht weken voor de aanvang aan het college met een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college om de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden.

  • 3.

    Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, dan stelt de aanbieder het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid, schriftelijk in kennis van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4.

    Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college minimaal drie dagen voorafgaande aan de werkzaamheden door middel van een daarvoor door het college vastgesteld formulier.

Artikel 3 Ernstige belemmeringen en storingen

  • 1.

    Bij spoedeisende werkzaamheden als gevolg van een ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de wet, volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden.

  • 2.

    De aanbieder maakt achteraf binnen twee werkdagen melding van de werkzaamheden bij de burgemeester of een daartoe gemachtigd ambtenaar door middel van een door de burgemeester vastgesteld formulier.

    Artikel 4 Gegevensverstrekking

    • 1.

      Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, (e-mail)adres en telefoonnummer van degene die de kabel of het netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert.

    • b.

      een opgave van het aantal kabels en/of buizen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen en een opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht;

    • c.

      een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    • d.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

    1e een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke (digitale) tekeningen en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;

    2e een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de gewenste situering daarvan;

    3e een omschrijving van de opbrekingen van de verharding;

    4e de doorsnede van de kabel en indien van toepassing de kabelgoot;

    5e de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;

    6e naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;

    7e de maatregelen die de bereikbaarheid van de in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

    8e de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden;

    9e alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 leden 2 en 3 van de wet genoemde belangen;

    2.Het college kan nadere regels stellen aan de gegevens die bij de melding worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

    Artikel 5 Beslistermijn en aanhouding

    • 1.

      Binnen acht weken na ontvangst van de melding als bedoeld in artikel 2, neemt het college een besluit.

    • 2.

      Het college kan zijn besluit, als bedoeld in het eerste lid, met ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan.

    • 3.

      De beslissing wordt aangehouden, indien er in verband met werkzaamheden ten behoeve van het openbare elektronische communicatienetwerk een vergunning als bedoeld in de Woningwet of de Wet milieubeheer ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening Boekel vereist is.

     

    Artikel 6 Voorschriften en beperkingen bij instemming

    • 1.

      Het instemmingsbesluit heeft een maximale werkingsduur van 6 maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen 6 maanden na aanvang van de werkzaamheden, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.

    • 2.

      Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

    • 3.

      Indien binnen drie jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, verlangt het college specifiek schadeherstel.

    • 4.

      Indien de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating, verlangt het college specifiek schadeherstel.

Artikel 7 Aanvullende verplichtingen van aanbieder

De aanbieder is verplicht omwonenden en bedrijven ter plaatse minimaal drie dagen voor aanvang van de uit te voeren werkzaamheden schriftelijk op de hoogte te stellen.

Artikel 8 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1.

    Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2.

    Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

4. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een redelijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12 van de wet.

Artikel 9 Zakelijk karakter en overdracht voorzieningen

  • 1.

    Indien de eigendom, de exploitatie of het beheer van de voorziening wordt overgedragen aan een andere aanbieder, gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de voorziening van de oude aanbieder over op de nieuwe netwerkaanbieder.

  • 2.

    De aanbieder stelt het college binnen een maand schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de voorziening niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 10 Digitale gegevens

Het college kan van de aanbieder verlangen dat deze gegevens in digitale vorm verstrekt.

Hoofdstuk 3 Handhaving en toezicht

Artikel 11 Toezicht en handhaving

Met het toezicht en de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Artikel 12 Bevoegdheid college

Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, indien er wordt gewerkt:

  • a.

    Zonder voorafgaande melding, als bedoeld in artikel 2.

  • b.

    In strijd met het in het instemmingsbesluit opgenomen tijdstip van aanvang of voltooiing en de wijze van uitvoering.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 13 Intrekking oude en inwerkingtreding nieuwe verordening

  • 1.

    De Telecommunicatieverordening gemeente Boekel, vastgesteld op 8 juli 1999, wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.

    Artikel 14 Overgangsrecht

    • 1.

      De Telecommunicatieverordening gemeente Boekel, vastgesteld op 8 juli 1999, blijft van kracht op meldingen waarover al is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

    • 2.

      Indien voor de inwerkingtreding van deze verordening een melding is ingediend waar nog niet op is beslist, dan is deze verordening van toepassing.

      Artikel 15 Citeerartikel

      Deze verordening wordt aangehaald als: Telecommunicatieverordening Gemeente Boekel 2011

      Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de raad van de Gemeente Boekel, gehouden op 16 december 2010.

      De griffier, De voorzitter,

      M.R.P. Philipse P.M.J.H. Bos

De raad van de gemeente Boekel;

gelezen het voorstel van het college van 12 oktober 2010,

gelet op artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit:

tot het vaststellen van de

Telecommunicatieverordening Gemeente Boekel 2011

Nota-toelichting  

 

Toelichting

 

 

Artikel 1b

De gedoogplicht van de gemeente geldt slechts voor openbare elektronische communicatienetwerken, in artikel 1.1 h van de Telecommunicatiewet gedefinieerd als een ‘elektronisch communicatienetwerk dat geheel of hoofdzakelijk wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden, waaronder mede begrepen een netwerk, bestemd voor het verspreiden van programma’s voor zover dit aan het publiek geschiedt.

 

Artikel 1c

Onder kabels verstaat de Telecommunicatiewet het geheel van voorzieningen ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, dus de ondersteuningswerken en beschermingswerken (buizen), maar ook de benodigde kasten en dergelijke.

 

Artikel 2 lid 2

In het tweede lid is uitdrukkelijk de mogelijkheid opgenomen om voor de melding overleg te voeren. In dit overleg kan onder meer aan de orde komen het mogelijk medegebruik van voorzieningen en het splitsen van de werkzaamheden bij omvangrijke projecten. Op deze wijze wordt bevorderd dat de termijn van acht weken ook werkelijk kan worden gehaald.

 

Artikel 2 lid 4

Het vierde lid geeft de mogelijkheid van een eenvoudige melding van drie dagen voor de aanvang van de werkzaamheden aan de hand van een nader vast te stellen formulier.

 

Artikel 3 lid 1

In dit artikel wordt aan artikel 5.4, lid 4, sub f en artikel 5.6 van de Telecommunicatiewet voldaan. In dit geval kan worden volstaan met een melding aan de burgemeester of een door hem of haar aan te stellen ambtenaar. Ernstige belemmeringen of storingen in de communicatie zijn niet nader omschreven, wel wordt in de toelichting op de wet als voorbeeld gegeven de situatie van een kabelbreuk.

 

Artikel 5 lid 1

Aansluitend op artikel 4:13 van de Algemene Wet Bestuursrecht dient het college uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding de beslissing te nemen en indien dit niet mogelijk is een redelijke termijn te noemen waar binnen de beslissing tegemoet kan worden voorzien.

 

Artikel 6 lid 1

Het college kan de werkingsduur van het instemmingsbesluit beperken om te voorkomen dat een aanbieder nog gebruik maakt van een dergelijk besluit geruime tijd na afgifte. Immers het intussen gewijzigde gebruik van de openbare gronden kan het aanleggen van een telecomkabel onwenselijk maken.

 

Artikel 6 lid 2

De wetgever heeft in de Telecommunicatiewet de voorschriften opgenomen, die het college in het instemmingsbesluit kan opnemen. Het gaat om artikel 5.4 leden 2 en 3 van de Telecommunicatiewet:

2.         Burgemeester en wethouders kunnen om redenen van openbare orde, veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, dan wel ondergrondse ordening in het instemmingsbesluit voorschriften opnemen.

3.         De voorschriften kunnen slecht betrekking hebben op

  • 1.

    a.       De plaats van de werkzaamheden;

  • 2.

    b.       het tijdstip van de werkzaamheden, met dien verstande dat het toegestane tijdstip van aanvang van aanvang, behoudens zeer zwaarwichtige redenen van publiek belang als genoemd in het tweede lid, niet later mag plaatsvinden dan 12 maanden na de datum van afgifte van het instemmingsbesluit;

  • 3.

    c.       de wijze van uitvoering van de werkzaamheden;

  • 4.

    d.       het bevorderen van medegebruik van de voorzieningen;

  • 5.

    e.       het afstemmen van overig in de grond aanwezige werken.

 

Deze bepalingen dient het college in acht te nemen bij het geven van voorschriften bij het instemmingbesluit. Hierbij moet worden bedacht dat het instemmingsbesluit een beschikking is in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en de aanbieder, indien deze het niet eens is met de gegeven voorschriften bij het instemmingsbesluit, in beroep kan gaan bij de rechtbank Rotterdam (Artikel 17.1 Telecommunicatiewet.)

 

Het tweede lid geeft als aanvulling dat het college naast voorschriften over tijdstip plaats en dergelijke met betrekking tot de uitvoering ook voorschriften opstellen over de situering en afmetingen van voorzieningen als kasten handholes en dergelijke behorende bij het netwerk.

 

Artikel 6 lid 4

Het derde en vierde lid hebben betrekking op de situatie dat er een instemmingsbesluit wordt gevraagd voor een tracé door een straat waarvan de verharding korter dan drie jaren geleden is vernieuwd of aangelegd. In het vooroverleg tussen gemeente en aanbieder zal dan worden onderzocht of een alternatief tracé mogelijk is, waarover partijen het eens kunnen worden.

 

Indien geen alternatief tracé kan worden gevonden of indien de aanbieder het alternatieve tracé afwijst, zal de gemeente herstel over de gehele straat- of trottoirbreedte eisen. Zo’n eis tot schadevergoeding maakt geen deel uit van het instemmingsbesluit, maar vormt een nadere concretisering van art. 5.7 Tw inzake schadevergoeding. Wel kan het instemmingsbesluit verwijzen naar gemaakte of te maken afspraken inzake vierkant herstraten. Een eventueel geschil inzake schadevergoeding zal, ongeacht de hoogte van de vordering, ingevolge art. 5.13 Tw worden beslist door de kantonrechter.

 

Artikel 8, lid 3

Zoals aangeven kunnen de voorschriften bij het instemmingsbesluit het medegebruik van voorzieningen bevorderen. Het medegebruik beperkt het graven in de openbare gronden en strekt daarmee tot voordeel van de gemeente. Het medegebruik kan aan de orde komen in het vooroverleg over het af te geven instemmingsbesluit. In lid 3 is de verplichting voor de aanbieder opgenomen van vooraangelegde voorzieningen, indien daartoe een redelijk aanbod wordt gedaan. De vraag wat een redelijk aanbod is kan worden beantwoord als volgt: de aanwezige voorziening is zowel in kwaliteit als in kosten een volwaardig alternatief voor het eigen graafrecht van de aanbieder. 

 

Artikel 8 lid 4

Het vierde lid behandelt de situatie indien de gemeentelijke leidingprofielen geen ruimte bieden voor de aanleg van kabels.

 

Artikel 9 lid 2

Artikel 5.2, lid 8 van de Telecommunicatiewet bepaalt dat aan de gedoogplicht een einde komt als gedurende tien jaar een kabel geen onderdeel uitmaakt van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. Om die reden is het van belang dat de gedoogplichtige gemeente in kennis wordt gesteld van het in- of uit gebruik stellen van kabels ten einde bij overschrijding van die termijn over te kunnen gaan tot het verzoeken van verwijdering van de kabel.

 

Artikel 14 lid 2

Het moment van afgeven van het instemmingsbesluit bepaalt of de oude of nieuwe verordening van kracht is op de (voorgenomen) graafwerkzaamheden.