Organisatie | Grave |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Klachtenregeling seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld |
Citeertitel | Klachtenregeling seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat tevens het benoemingsbesluit van de leden van de klachtencommissie.
Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst gemeente Grave
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-09-2001 | 01-01-2010 | Nieuwe regeling | 11-09-2001 Onbekend | Geen. |
In deze regeling wordt verstaan onder:
Artikel 2 Samenstelling van de commissie
De klachtencommissie bestaat uit drie leden, waaronder de voorzitter. Voor elk lid worden een tot twee plaatsvervangende leden benoemd. Zij worden benoemd door de bestuursorganen van de aangesloten gemeenten. Zij worden daartoe voorgedragen door de commissie, die hen aanzoekt met inachtneming van het bepaalde in de leden 2 tot en met 4 van dit artikel.
Artikel 3 Betrokkenheid van de commissie
De leden van de commissie mogen niet direct of indirect betrokken zijn (geweest) bij de gevallen van seksuele intimidatie, discriminatie of agressie en geweld waarover een klacht is ingediend. Indien een klacht afkomstig is uit een gemeente waar een lid werkzaam is, trekt dat lid zich terug uit de behandeling van die klacht.
Artikel 4 Indienen van de klacht
Een klacht wordt in ieder geval geacht tijdig te zijn ingediend indien de klager binnen drie jaar nadat het laatste voorval inzake seksuele intimidatie, discriminatie of agressie en geweld heeft plaats gehad, een klacht ter zake bij de commissie heeft ingediend. Deze termijn geldt niet, indien het een voorval betreft dat mogelijk tevens een strafbaar feit inhoudt. Het een en ander is ter beslissing aan de voorzitter van de klachtencommissie.
Artikel 6 Vaststellen van de ontvankelijkheid
Indien de klacht ontvankelijk wordt verklaard en in behandeling wordt genomen, zendt de klachtencommissie een afschrift van de klacht alsmede van de daarbij meegezonden stukken aan de aangeklaagde. Het bestuursorgaan van de gemeente waar de laatstgenoemde werkzaam is, wordt geïnformeerd over het feit dat een klacht is ingediend, over de aard van de klacht en de namen van klager en aangeklaagde.
De klager, aangeklaagde en andere gehoorde personen dienen het aan hen toegekomen verslag van het horen uiterlijk binnen een week na ontvangst aan de klachtencommissie ondertekend en voor akkoord te hebben teruggestuurd. Indien hieraan niet wordt voldaan wordt het verslag geacht te zijn vastgesteld en voor akkoord te zijn bevonden zonder kanttekeningen, tenzij betrokkene zich kan beroepen op overmacht. De reden van verhindering dient gemotiveerd aan de voorzitter van de klachtencommissie te worden kenbaar gemaakt, die alsdan beslist of het niet kunnen voldoen aan deze verplichting wordt geaccepteerd. In het laatste geval wordt een nieuwe termijn vastgesteld, waarbinnen het verslag moet worden teruggestuurd.
Gedurende het onderzoek door de commissie kunnen uitsluitend klager en aangeklaagde alsmede de betrokken vertrouwenspersoon en/of raadsman/-vrouw kennis nemen van alle ondertekende verslagen van de hoorgesprekken, met dien verstande dat de voorzitter van de klachtencommissie bevoegd is in het belang van het onderzoek te bepalen dat inzage op een bepaald tijdstip niet opportuun is.
Artikel 8 Voorlopige maatregel
De commissie kan in voorkomende gevallen aan het bestuursorgaan adviseren om hangende het onderzoek een voorlopige maatregel te treffen in de situatie waarop de klacht betrekking heeft.
De commissie brengt binnen zes weken na ontvangst van de klacht een rapport van bevindingen vergezeld van een gemotiveerd advies en eventuele aanbevelingen uit aan het bestuursorgaan. Deze termijn kan met vier weken worden verlengd. Dit wordt terstond onder vermelding van de redenen aan klager, aangeklaagde en het bestuursorgaan gemeld.
Artikel 10 Besluit bestuursorgaan
Alvorens het bestuursorgaan aan de hand van het rapport van bevindingen en het advies van de klachtencommissie een definitief besluit neemt, stelt zij de klager en de aangeklaagde op de hoogte van zijn voorgenomen besluit, waarbij zij hen tevens in de gelegenheid stelt kennis te nemen van het rapport van bevindingen en het advies van de klachtencommissie. Voorts worden zij in de gelegenheid gesteld hun zienswijze, naar keuze mondeling of schriftelijk, op het voorgenomen besluit kenbaar te maken.
Het bestuursorgaan handelt de klacht af binnen vier weken na ontvangst van het rapport en het advies van de commissie met een gemotiveerd besluit. Dit besluit wordt terstond aan klager en aangeklaagde medegedeeld. Een afschrift van dat besluit wordt aan de commissie gezonden. Indien het bestuursorgaan niet beslist overeenkomstig het advies van de klachtencommissie, doet het dit bij gemotiveerd besluit.
Artikel 11 Registratie klachten
De secretaris voert na vijf jaar de originele stukken verzegeld af naar de archiefbewaarder van het gemeentearchief onder akte van overbrenging, waarin in elk geval is vastgelegd;- dat slechts de secretaris en de leden van de commissie inzage in de stukken hebben;- dat in geval van een juridische procedure de rechter op diens verzoek een afschrift van de stukken krijgt;- dat de stukken na 10 jaar na hun datering worden vernietigd.
Artikel 13 Geheimhoudingsplicht
De leden van de commissie en degenen die door de commissie worden gehoord hebben de plicht tot geheimhouding van hetgeen hen als zodanig over de persoon van klager en aangeklaagde ter kennis is gekomen.
Artikel 14 Beëindiging klachtenprocedure
Klager kan op ieder moment de commissie verzoeken de klachtenprocedure te beëindigen.