Organisatie | Uden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van staangeld 2018 |
Citeertitel | Verordening staangeld 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2017 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 21-12-2017 | D00123525 |
gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;
gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, onderdeel h Gemeentewet en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
woonwagen: een woonwagen als bedoeld in artikel 1, onderdeel I, van de Wet op de Huurtoeslag;
standplaats: een standplaats op een centrum als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, van de Wet op de Huurtoeslag;
Onder de naam 'staangeld' wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.
Het recht, als bedoeld in artikel 2, wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft wordt aangemerkt de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor de standplaats een huurovereenkomst geldt.
Artikel 5. Maatstaf van heffing en tarief
Het recht als bedoeld in artikel 2, bedraagt per standplaats per maand of gedeelte daarvan voor:
Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld
Het recht, als bedoeld in artikel 2, wordt verschuldigd op het moment dat een standplaats wordt ingenomen.
Artikel 8. Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het recht worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.
Artikel 10. Nadere regels door het College van burgemeester en wethouders
Het College van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van staangeld.