Organisatie | Purmerend |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaat- en machtigingsbesluit participatiebedrijf gemeente Purmerend |
Citeertitel | Mandaat- en machtigingsbesluit participatiebedrijf gemeente Purmerend |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Recht |
Ook vastgesteld door de burgemeester
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | Nieuwe regeling | 12-12-2017 |
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Purmerend;
Gelet op artikel 171 van de Gemeentewet, afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 7 lid 4 van de Participatiewet en artikel 10 lid 2 van de Gemeenschappelijke regeling participatiebedrijf Zaanstad Purmerend;
dat de colleges van de gemeenten Zaanstad en Purmerend de Gemeenschappelijke regeling participatiebedrijf Zaanstad Purmerend (hierna: de regeling) hebben getroffen voor het doeltreffend en doelmatig uitvoeren of doen uitvoeren van - onder meer - de taken van de colleges voortkomend uit of samenhangend met de Participatiewet;
vast te stellen het Mandaat- en machtigingsbesluit participatiebedrijf gemeente Purmerend
In dit besluit en daarop berustende bepalingen wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:
Nadere dienstverleningsovereenkomst: de dienstverleningsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 9, lid 6 van de regeling, die de basis dienstverleningsovereenkomst nader uitwerkt en waarin afspraken zijn gemaakt over onder meer inhoud, kwaliteit, continuïteit en omvang van de dienstverlening door het participatiebedrijf;
Aan de directeur wordt mandaat verleend om binnen de beleidskaders van de gemeente Purmerend, ter uitvoering van de taken van het college gericht op re-integratie uit of samenhangend met de Participatiewet en zoals omschreven in de basis dienstverleningsovereenkomst en nadere dienstverleningsovereenkomst(en), besluiten te nemen namens het college, tenzij een wettelijk voorschrift of de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet.
Het college zorgt ervoor dat de directeur over alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het in het eerste lid bepaalde kan beschikken. Het college treedt bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de directeur over uitvoeringsaspecten, indien dat beleid raakt aan de taken en bevoegdheden die namens het college worden uitgevoerd.
Wanneer de directeur vermoedt dat er zodanig tegenstellingen (dreigen) te ontstaan in het beleid van de aan de regeling deelnemende gemeenten, dat het functioneren van de dienst als gemeenschappelijke dienst daardoor zou kunnen worden bemoeilijkt, meldt hij dit aan het bestuur van de gemeenschappelijke regeling.