Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Grave

Nota integriteit gemeente Grave

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGrave
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota integriteit gemeente Grave
CiteertitelNota integriteit gemeente Grave
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het betreft nieuw beleid.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Car/Uwo

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-06-2010Het betreft nieuw beleid

15-06-2010

Graafsche Courant, 7 juli 2010

Geen.

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota integriteit gemeente Grave

Nota Integriteit gemeente Grave

Hoofdstuk 1 Inleiding

Integriteit van het openbaar bestuur is een onderwerp dat vaak in de belangstelling staat. Het besef dat elke gemeenteambtenaar zonder enig twijfel verheven moet staan leeft sterkt binnen de samenleving. Een bestuurder of ambtenaar die uit eigen belang, of als gevolg van manipulatie, misbruik maakt van zijn functie, kan het beeld oproepen van een onbetrouwbare organisatie. De burger moet vertrouwen kunnen hebben in de overheid en haar ambtenaren. Voor beiden geldt dat zij het vertrouwen op geen enkele wijze mogen beschamen en dat een goede plichtsbetrachting als vanzelfsprekend moet worden beschouwd.De gemeente Grave heeft sinds 2001 een Leidraad Integriteit. Deze leidraad is geactualiseerd en daaruit is deze Nota voortgekomen. De bijbehorende gedragscode is het resultaat van een vergelijking van het Graafsche Beleid en de modelgedragscode van de VNG.In het kader van deze nota legt iedere (nieuwe) ambtenaar de ambtseed/belofte af. Hierbij wordt ook aangegeven dat men kennis heeft genomen van de inhoud van deze nota en van de gedragscode en dat men de regels uit deze documenten zal naleven.

Hoofdstuk 2 Integriteit

Er bestaan veel definities van het begrip integriteit. In de ‘Van Dale’ staat als betekenis: onschendbaarheid, eerlijkheid, onkreukbaarheid.Onder integriteit bij de overheid wordt verstaan, alle gedragingen (waaronder ook het niet handelen of nalaten) in en buiten de ambtelijke functie die niet in strijd zijn of op gespannen voet staan met waarden en normen die men in redelijkheid van een ambtenaar binnen de overheid mag verwachten. Bij integriteit gaat het om de vraag of in concrete situaties naar eer en geweten het publieke belang is behartigd. Voor de kwaliteit van het gemeentelijk bestuurs handelen is het van belang dat waarden en normen worden nageleefd. Daarbij zijn aspecten als objectiviteit, onafhankelijkheid, respect en kwaliteit aan de orde.Integer handelen en integriteit zijn belangrijke persoonlijke kenmerken. Elke ambtenaar is in eerste instantie zelf verantwoordelijk. Daarnaast is de leidinggevende ook verantwoordelijk; hij maakt en houdt het onderwerp integriteit bespreekbaar binnen zijn organisatieonderdeel en blijft er alert op dat daarbinnen optimale garanties zijn voor integer handelen. Ook is hij er verantwoordelijk voor dat de organisatie en de procedures zodanig zijn ingericht dat medewerkers niet in een kwetsbare en aan verleiding blootstaande positie verkeren. De handhaving van het integriteitsbeleid is een belangrijk onderdeel van zijn verantwoordelijkheid. Zijn medewerkers hebben recht op controle en op goede en zorgvuldige procedures en werkwijzen.

Hoofdstuk 3 Ambtseed

Het afleggen van de ambtseed/belofte vormt een belangrijk onderdeel van het integriteitbeleid van de gemeente Grave. Vanaf 1 maart 2006 is het afleggen van de ambtseed/belofte opgenomen in de Ambtenarenwet. De eed/belofte is ook toegevoegd aan de CAR-UWO onder artikel 15:1a.De ambtseed/belofte heeft een symbolische waarde. Door het afleggen van deze eed worden ambtenaren zich bewust van de noodzaak tot integer handelen. Tevens is het een signaal naar buiten dat de gemeente de integriteit serieus neemt. De eed/belofte kennen enkele verschillen in formulering, de strekking steeds hetzelfde. Ambtenaren zijn vrij te kiezen welke van de twee het meest passend is.Iedere medewerker is verplicht tot het afleggen van de ambtseed volgens het “Formulier Ambtseed-ambtsbelofte”. Voor de zittende medewerkers betekent dit dat de ambtseed collectief wordt afgelegd. Nieuwe medewerkers leggen de ambtseed mondeling af op de eerste werkdag. De eed wordt door de ambtenaar afgelegd ten overstaan van de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris en de griffier leggen de ambtseed/belofte af ten overstaan van de burgemeester.Het afleggen van de eed gebeurt als volgt: De ambtenaar geeft aan welke versie (eed of belofte) zijn voorkeur heeft. De burgemeester/secretaris leest de eedformule duidelijk voor. De ambtenaar die de eed aflegt, steekt vervolgens de twee voorste vingers van zijn rechterhand aaneengesloten op en spreekt daarbij de woorden uit: “Zo waarlijk helpe mij God almachtig”. Degene die de belofte aflegt, spreekt de woorden: “Dat verklaar en beloof ik.” Na het mondeling afleggen van de eed/belofte, wordt het “Formulier Ambtseed-ambtsbelofte” door de desbetreffende ambtenaar en door de gemeentesecretaris/burgemeester ondertekend.

Hoofdstuk 4 Aannemen van geschenken, giften en dergelijke

Een gemeente is kwetsbaar bij het accepteren van geschenken, giften en dergelijke. Medewerkers van de gemeente Grave moeten dan ook erg terughoudend zijn in het aannemen hiervan.Ontvangst van geschenken dient aan de leidinggevende te worden gemeld. Melding van in het dagelijks leven acceptabel te achten relatiegeschenken, zoals agenda’s, pennen en hebbedingetjes kan achterwege blijven. Geschenken met een waarde van meer dan € 50,- worden niet aangenomen. Deze moeten wel gemeld worden bij de leidinggevende c.q. gemeentesecretaris. Het aannemen van geschenken en dergelijke is alleen toegestaan, indien het gaat om relatief bescheiden zaken, de overdracht in openbaarheid heeft plaats gevonden en er geen koppeling bestaat met een te leveren (tegen)prestatie. Het begrip 'relatief bescheiden zaken' houdt in dat beslist geen zaken in aanmerking komen die de gemeente Grave als organisatie zelf ook niet zou geven.Het ingaan op uitnodigingen van externe relaties voor reizen is niet geoorloofd. Het ingaan op uitnodigingen voor informele ontmoetingen alsmede het (thuis) ontvangen van (kerst)pakketten en vergelijkbare presentjes met een waarde onder de € 50 dient gemeld te worden aan de leidinggevende. De leidinggevende beslist of op de uitnodiging mag worden ingegaan alsmede of het (kerst)pakket en het presentje in ontvangst mag worden genomen.In een aantal gevallen horen zakelijke lunches en diners bij het werk en bij de functie die men bekleedt. Dit dient dan gemeld te worden aan de leidinggevende. Het verdient de voorkeur dat één en ander voor rekening van de gemeente komt. Uitnodigingen om op kosten van een externe zakelijke relatie deel te nemen aan een congres of studiereis worden niet aanvaard. In overleg met de gemeentesecretaris wordt vastgesteld of deelneming op functionele gronden kan worden toegestaan; in dat geval zullen de kosten, inclusief reis- en verblijfkosten voor rekening van de gemeente komen.De verantwoordelijkheid voor de juiste handelwijze ligt in eerste instantie bij degene die een geschenk krijgt aangeboden c.q. heeft aanvaard. Afgewezen en aangenomen aanbiedingen meldt hij aan zijn leidinggevende. In geval van twijfel over de aanvaardbaarheid zal betrokkene de aanbieding bespreken met zijn afdelingsmanager c.q. de gemeentesecretaris. Het is ter beoordeling aan de gemeentesecretaris om een definitief oordeel te geven/standpunt in te nemen.

Hoofdstuk 5 Nevenwerkzaamheden

Nevenwerkzaamheden zijn alle werkzaamheden die een bestuurder of ambtenaar naast zijn hoofdfunctie uitoefent, hetzij uit hoofde van het beroep hetzij als hobby. Nevenwerkzaamheden kunnen de belangen van de gemeente raken en daarmee het vertrouwen van de burger in de gemeente. Openbaarmaking van de nevenwerkzaamheden is daarom een verplichting uit de CARUWO (artikel 15:1:e). Openbaarmaking moet in verband met de privacy niet in zijn algemeenheid gelden maar moet beperkt blijven tot die gevallen waar de werkzaamheden in verband staan met de functievervulling bij de gemeente. In principe worden nevenwerkzaamheden toegestaan. Voorwaarde hierbij is dat ze niet leiden tot spanning met het dagelijks functioneren als ambtenaar. Nevenwerkzaamheden die het dagelijks functioneren belemmeren, kunnen door de gemeente Grave verboden worden. Ook wanneer nevenwerkzaamheden worden uitgevoerd die normaal functioneren belemmeren, kan de gemeente opdragen de werkzaamheden aan te passen.Het begrip ‘nevenwerkzaamheden’ wordt ruim opgevat. Het betreft betaalde en onbetaalde functies in zowel het bedrijfsleven (commissaris van een onderneming) als in het maatschappelijk leven (voorzitter van een sportvereniging). Onder nevenactiviteiten vallen ook het adviseurschap bij een eigen of externe onderneming en een investeerder. Daarnaast valt alles wat geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel (KVK) onder nevenwerkzaamheden. Zo moeten ook Besloten Vennootschappen of eenmanszaken gemeld worden. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen actieve en slapende vennootschappen.Nieuwe medewerkers stellen de werkgever bij indiensttreding op de hoogte van zijn/haar nevenwerkzaamheden. Wanneer een medewerker aan een nieuwe nevenactiviteit begint, meldt de ambtenaar dit aan het College. Melding gebeurt door middel van het “Formulier opgave nevenwerkzaamheden”. Bij de melding wordt door de medewerker overleg gepleegd met de afdelingsmanager. Hierbij wordt gekeken of er sprake is of kan zijn van schade aan de openbare dienst van Grave of van een activiteit dat een goede functievervulling in de weg kan staan. Is dit het geval, dan ziet de medewerker af van het uitoefenen van de nevenactiviteit. Bij twijfel wordt het voorgelegd aan de gemeentesecretaris. De schriftelijke beoordeling van de nevenactiviteiten wordt opgenomen in het personeelsdossier. De medewerker wordt hiervan op de hoogte gesteld. Jaarlijks wordt door het cluster Personeelszaken aan alle medewerkers een formulier aangereikt, waarop eventuele wijzigingen op eerder gemelde nevenwerkzaamheden kunnen worden aangegeven.Het belang van de gemeente is bepalend voor de aanvaardbaarheid van nevenactiviteiten. De medewerker is zelf in eerste instantie verantwoordelijk te beoordelen of de nevenactiviteiten die hij verricht of die hij van plan is te gaan verrichten, schadelijk kunnen zijn voor de gemeentelijke dienst.

Hoofdstuk 6 Omgaan met vertrouwelijke informatie

Van gegevens dient de bestuurder of de ambtenaar het geheim te bewaren wanneer hij/zij weet of kan vermoeden dat kennisneming van die gegevens door onbevoegden:

  • a.

    uit beleidsoverweging als ongewenst is geacht

  • b.

    schade of nadeel aan het belang van de gemeente kan veroorzaken

  • c.

    de privacy van personen (medewerkers en derden) kan schaden

Vertrouwelijke stukken en waardevolle zaken dienen onbereikbaar voor onbevoegden te worden bewaard, bij voorkeur in het Centraal Archief. Telefonisch wordt geen informatie betreffende klanten aan derden verstrekt. Kortom: het bewust (laten) uitlekken van informatie behoort achterwege te blijven.

Hoofdstuk 7 Melding

Bij vermoeden van een misstand kan hiervan melding gemaakt worden door middel van de “Regeling Klokkenluiders gemeente Grave 2004”. Het doel van deze regeling is om vermoedelijke misstanden snel bij de verantwoordelijke medewerker aan de orde te stellen. Dit uiteraard zonder negatieve gevolgen voor de medewerker die de misstand meldt. Van de ambtenaar wordt gevergd dat hij een vermoeden van misstand intern aan de orde stelt. Dit kan door naar de desbetreffende afdelingsmanager of de gemeentesecretaris het verhaal te doen. De ambtenaar kan er ook de voorkeur aan geven om een anonieme melding te maken via een vertrouwenspersoon. Voor meer informatie over het melden van misstanden zie de Klokkerluidersregeling gemeente Grave 2004.