Organisatie | Grave |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bezoldigingsverordening gemeente Grave 2001 |
Citeertitel | Bezoldigingsverordening gemeente Grave 2001 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De exacte publicatiedatum van deze regeling is niet meer te achterhalen. Deze regeling vervangt de Verordening tot regeling van de bezoldiging van ambtenaren in dienst van gemeente Grave 1984.
Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst, art. 3.1
Reglement beloningsdifferentiatie gemeente Grave 2002.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-11-2001 | 01-01-2001 | Nieuwe regeling | 06-11-2001 Onbekend | Geen. |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE;gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst;gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2001;gezien de bereikte overeenstemming in de Commissie voor Georganiseerd Overleg d.d.29 mei 2001;b e s l u i t :vast te stellen de navolgende verordening:
De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst.
Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.
Paragraaf 1 Extra periodieke verhoging van het salaris
Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking.
Paragraaf 1 Salaris bij bevordering naar hogere schaal
Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:
voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.
Hoofdstuk IV Overige toelagen en vergoedingen
Paragraaf 1 Overwerkvergoeding
Ten aanzien van de ambtenaar die benoemd is als buitendienstmedewerker bij het bureau Beheer en Milieu en die extra werkzaamheden moet verrichten in verband met calamiteiten wordt de drempel van twee uur, als bedoeld in art. 3:2:1, lid 5, sub a van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst, niet toegepast.
Paragraaf 1 Toelage onregelmatige dienst
Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 en voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform hetgeen is geregeld in artikel 3:3 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst.
De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:
65% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst, met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris horende bij schaal 6, periodiek 10.
Paragraaf 1 Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst
Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 en die buiten de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst ingevolge een schriftelijke aanwijzing van burgemeester en wethouders zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.
De toelage bedraagt per uur van bereikbaarheid en beschikbaarheid een percentage van het salaris per uur, dat is afgeleid van zijn salaris. En wel:
1. De op basis van het tweede lid berekende toelage wordt verhoogd met 25% over de uren waarop aan de opgedragen bereikbaarheid en beschikbaarheid een extra plaatsgebondenheid op of rond de plaats van tewerkstelling is verbonden.2. In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 60 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage – als bedoeld in de artikelen 14, 15 en 16 – een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage – als bedoeld in de artikelen 14, 15 en 16 – direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.
De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage – als bedoeld in de artikelen 14, 15 en 16 – heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Grave in zijn openbare vergadering van 6 november 2001.De secretaris, De voorzitter, R. Kleijn dr. P.G.J. Zelissen
Toelichting bezoldigingsverordening 1
AlgemeenOnderhavige bezoldigingsverordening is een gemoderniseerde versie van de oude bezoldigingsverordening uit 1984. De modernisering van de bezoldigingsverordening behelst niet alleen technische aanpassingen (aanpassing aan de nieuwe regelwetgeving) en modernere begrippen, maar ook meer beleidsrijke wijzigingen.
I BegripsbepalingenArtikel 1Bij onderdeel a wordt verwezen naar artikel 2:5:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst.Bij het begrip bezoldiging (onderdeel f) wordt eenvoudigheidshalve verwezen naar artikel 3:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst. Hierin wordt bezoldiging gedefinieerd als: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen – niet zijnde onkostenvergoedingen – als omschreven in het eerste lid van de bedoelde regeling (dus als omschreven in de lokale bezoldigingsverordening), alsmede het bedrag van de functioneringstoelage en waarnemingstoelage. Op grond van deze bezoldigingsverordening vallen alle toelagen van de hoofstukken II en III onder het begrip bezoldiging. Dan blijven nog over de gratificatie, de groepsgratificatie en de overwerkvergoeding, die een incidenteel karakter dragen. Deze vallen niet onder het begrip bezoldiging.II SalarisArtikel 5Er is bewust voor gekozen om te verwijzen naar bijlagen II en IIa van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente en niet naar bijlagen toegevoegd aan de bezoldigingsverordening. Het voordeel is dat als de bijlagen II en IIa wijzigen, dit automatisch wordt meegenomen voor de bezoldigingsverordening.Artikel 6In het eerste lid wordt wat betreft de toepassing van bijlagen II en IIa eenvoudigheidshalve verwezen naar artikel 3:1, derde tot en met vijfde lid, van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst.Artikel 7Het vierde lid gaat in op de uitloopperiodieken in de schalen 1 tot en met 5 in de oude salarisstructuur.Artikel 7 t/m 9In artikel 7 t/m 9 wordt respectievelijk geregeld: periodieke verhoging, extra periodieke verhoging en het onthouden van een periodieke verhoging.De beslissing tot het toekennen van een (extra) periodieke verhoging, dan wel het onthouden ervan, is geregeld in het Reglement beloningsdifferentiatie gemeente GraveArtikel 10In dit artikel wordt de bevorderingssystematiek geregeld. Het eerste lid onder b geeft de aanvullende regels voor de nieuwe salarisstructuur weer. Binnen de nieuwe salarisstructuur wordt de ambtenaar, bij overgang naar een hogere schaal, ingeschaald op het naasthogere bedrag in de nieuwe schaal. Echter, in het geval dat het verschil tussen dit naasthogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen, en het bedrag van zijn oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naasthogere bedrag.III Flexibele beloningArtikel 11In dit artikel is geregeld dat burgemeester en wethouders instrumenten van flexibele beloning vaststellen in het "Reglement beloningsdifferentiatie gemeente Grave".IV Overige toelagen en vergoedingenArtikel 12, 13, 14, 15, 16 en 18In de artikelen 12, 13, 14, 15, 16 en 18 worden respectievelijk geregeld: waarnemingstoelage, overwerkvergoeding, toelage onregelmatige dienst, toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst, inconveniëntentoelage, en de vergoeding bedrijfshulpverlener. Deze toelagen/ vergoedingen hebben, met uitzondering van de toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst, inconveniëntentoelage en bedrijfshulpverlener, een grondslag in de CAR/ UWO.Voorbeelden van extra werkzaamheden, als bedoeld in artikel 13, lid 2, in verband met calamiteiten zijn: repareren van een gat in een weg en verkeerslichten, ontstoppen van een riolering, verhelpen storingen in rioolpompen, assistentie bij verkeersongelukken, (terug)plaatsen van verkeersborden na een ongeval of inzet bij vandalisme.Artikel 17In artikel 17 wordt de afbouwtoelage voor het wegvallen of verminderen van de toelage onregelmatige dienst, de toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst en inconveniëntentoelage geregeld.Er is juist gekozen om bij deze toelage een afbouwtoelage toe te kennen, omdat deze toelage sterk is gerelateerd aan de uitoefening van bepaalde functies en het wegvallen of verminderen de betreffende ambtenaar (ervan uitgaande dat het buiten zijn toedoen gebeurt) onevenredig veel schade berokkent. Er is gekozen voor een aflopende afbouwtoelage in plaats van een garantieregeling, om ervoor te zorgen dat er geen sprake is van een eindeloze compensatie. Veelal is sprake van een stapsgewijze afbouw in vier jaar: het eerste jaar 75%, het tweede jaar 50%, het derde jaar 25% en het vierde jaar niets meer.Artikel 18Met betrekking tot de vergoeding bedrijfshulpverlener wordt aangesloten bij de vergoeding die het rijk geeft.