Organisatie | Grave |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Organisatieverordening 2001 |
Citeertitel | Organisatieverordening 2001 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de instruktie voor de gemeentesecretaris 1991; Organisatieverordening 1991; Koordinatieverordening 1991.
Inkoop- en aanbestedingenbeleid gemeente Grave 2006Regeling budgethouders gemeente Grave 2004Sociaal statuut gemeente Grave 2005.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2001 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 25-09-2001 Onbekend | Geen. |
Hoofdstuk 1 De structuur van het ambtelijk apparaat
Ingesteld zijn de bureaus:- Beheer en Milieu;- Ruimtelijke Ontwikkeling;- Welzijn en Onderwijs;- Sociale Zaken;- Burgerzaken;- Interne Zaken;- Bedrijfsvoering en Financiën;- Algemeen Juridische Zaken en Voorlichting;- Personeelszaken.De plaats van de organisatorische eenheden in de organisatie wordt aangegeven op een bij deze verordening behorend organogram.
Burgemeester en wethouders kunnen voor de gemeentesecretaris een instructie vaststellen. Daarnaast kunnen zij taakopdrachten voor de gemeentesecretaris respectievelijk voor de sectorhoofden vaststellen, waarin de op het beheer en de ontwikkeling van de sector/het bureau Personeelszaken betrekking hebbende taken voor een bepaalde periode worden vastgesteld.
Hoofdstuk 2 Het ambtelijk apparaat in relatie tot de bestuursorganen
Paragraaf 1 De secretaris in relatie tot de bestuursorganen
Hij draagt er desgevraagd of uit eigen beweging zorg voor dat de leden van de raad informatie wordt verstrekt omtrent onder het gemeentebestuur berustende documenten, waar burgemeester en wethouders of de burgemeester kennis van hebben genomen en voor zover bedoelde leden daarover beschikking behoeven. De informatie wordt mondeling, door inzage of in de vorm van een uittreksel of kopie verstrekt, waarbij zoveel als redelijkerwijs mogelijk is met de wens van de leden van de raad rekening wordt gehouden.
De secretaris draagt er zorg voor dat de leden van de raad desgevraagd technische bijstand krijgen bij het formuleren van moties, amendementen en voorstellen, het voorbereiden van interpellaties, het stellen van vragen en dergelijke in het Reglement van orde voor degemeenteraad voorziene initiatieven van leden van de raad.
Tenzij bij afzondelijke verordening of besluit anders is geregeld, is het bepaalde in de artikelen 4 en 5 voor zover het betreft de daarin opgedragen taken ten aanzien van door de raad, burgemeester en wethouders en de burgemeester ingestelde commissies van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het stellen van nadere regels en richtlijnen als bedoeld in voornoemde artikelen geschiedt door burgemeester en wethouders, casu quo de burgemeester.
De secretaris heeft het recht bij alle aan burgemeester en wethouders ondergeschikte ambtenaren, zowel individueel als per organisatorische eenheid, de inlichtingen in te winnen die voor een goede vervulling van zijn taak nodig zijn.
Paragraaf 2 Ambtelijk apparaat en uitoefening van bestuursbevoegdheid
Mandatering vindt niet plaats zonder instemming van de betrokken ambtenaar en voor zover van toepassing van diens sectorhoofd en/of bureauhoofd. De gemandateerde bevoegdheid wordt uit naam en onder verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders uitgeoefend. Zij geven zo nodig nadere aanwijzingen.
Paragraaf 3 Uitvoerende bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het ambtelijk apparaat
De sector Middelen is in het bijzonder belast met de coördinatie en de evaluatie van het gemeentelijk middelenbeleid. Burgemeester en wethouders stellen nadere regels vast omtrent de voorbereiding van dit beleid voor zover dit aan de organisatorische eenheden is opgedragen en omtrent de rapportage door de sectorhoofden en de secretaris inzake de uitvoering daarvan.
Hoofdstuk 3 Werkwijze van het ambtelijk apparaat
Paragraaf 1 Het managementteam
De voorzitter van het managementteam stelt de vergaderdata en de agenda voor de vergaderingen van het managementteam vast. De sectorhoofden kunnen zaken voor agendering indienen bij de voorzitter of het bestuurssecretariaat. Het bestuurssecretariaat zorgt ervoor dat de agenda en bijbehorende stukken worden gereedgemaakt en zo mogelijk ten minste twee dagen voor de vergadering in het bezit zijn van de leden van het managementteam.
Het in het tweede lid, sub a, vermelde taakgebied bevat onder andere als deeltaken:- het aangeven van langere-termijnontwikkelingen;- advisering over bestuursopdrachten;- coördinatie en bewaking van de beleidscyclus;- vertaling van bestuursbesluiten in concrete werkplannen voor de ambtelijke organisatie.
Paragraaf 2 De voorzitter van het managementteam
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 13, 14 en 15 bevordert de voorzitter van het managementteam een goede samenwerking en samenhang tussen de organisatorische eenheden. Hij doet, indien noodzakelijk en met inachtneming van het bepaalde in artikel 20, voorstellen aan burgemeester en wethouders tot het geven van richtlijnen aan de sectorhoofden om de samenwerking en samenhang te verzekeren.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 15 ziet de voorzitter van het managementteam toe op een vlot verloop van de informatiestromen. Hij doet, in overleg met de sectorhoofden, voorstellen aan burgemeester en wethouders ter zake.
De voorzitter van het managementteam is bevoegd maatregelen te nemen die de bevoegdheden van andere leden van het managementteam doorkruisen dan wel inperken. Hij kan deze bevoegdheden alleen maar uitoefenen nadat:
Voor zover hij zulks in aanvulling op hetgeen daaromtrent in deze verordening is bepaald nodig acht, stelt de voorzitter van het managementteam in overleg met het managementteam procedures vast voor de behandeling van zaken die door het bestuur aan het ambtelijk apparaat ter voorbereiding of uitvoering zijn opgedragen.
Paragraaf 3 Procedures/spelregels
Het organisatieonderdeel dat aanvullend advies uitbrengt, treedt zoveel mogelijk in overleg met het met de voorbereiding of uitvoering van het beleid belaste organisatieonderdeel, teneinde te trachten tot geïntegreerde advisering te komen, waarin de argumenten ten aanzien van de mogelijke beleidskeuzes worden opgenomen.
Bij blijvend verschil van inzicht voegt het organisatieonderdeel dat primair met de voorbereiding of uitvoering van het advies is belast, de aanvullende adviezen onverkort aan het advies toe. Bij blijvend verschil van inzicht tussen de organisatorische onderdelen binnen een sector of tussen een organisatieonderdeel en het sectorhoofd voegt het sectorhoofd zijn standpunt uitdrukkelijk toe aan het advies.
Ten aanzien van aangelegenheden waarin zulks gewenst wordt geacht, geven burgemeester en wethouders een kader aan voor de inbreng van het ambtelijk apparaat bij het ontwikkelen van beleid. Dit kader wordt aangeduid met de benaming “bestuursopdracht”. Burgemeester en wethouders stellen nadere regels vast waaraan de inhoud van bestuursopdrachten moet voldoen.
Indien een zaak zich over het taakgebied van meer dan een organisatorische eenheid uitstrekt, en ten aanzien van die zaak geen toepassing is gegeven aan artikel 1, lid 2, wijst het managementteam een organisatorische eenheid aan die primair verantwoordelijk is voor de voorbereiding of de uitvoering alsmede voor de tijdsplanning en de bewaking van de voortgang.
De gemeentesecretaris respectievelijk de sectorhoofden kunnen ieder voor hun organisatorische eenheid ambtenaren aanwijzen, die omtrent onderdelen van het beleid waarvoor de genoemde functionarissen verantwoordelijkheid dragen, rechtstreeks overleg voeren met het voor dat beleid primair verantwoordelijke lid van burgemeester en wethouders. Deze ambtenaren ontvangen daartoe opdracht van de gemeentesecretaris respectievelijk de sectorhoofden. Omtrent de inhoud van het overleg stellen zij de gemeentesecretaris respectievelijk het sectorhoofd op de hoogte.
Met inachtneming van door burgemeester en wethouders gestelde regels treft het sectorhoofd de maatregelen en voorzieningen die hij omwille van een doelmatige uitvoering van de aan zijn sector opgedragen taken nodig acht. Indien daartoe maatregelen door het gemeentebestuur zijn te nemen, rapporteert hij daaromtrent aan burgemeester en wethouders. Maatregelen en rapportages op grond van dit artikel brengt het sectorhoofd ter kennis van het managementteam.
Voor zover dit nodig is, kunnen door burgemeester en wethouders voor bepaalde aangewezen organisatorische eenheden of delen daarvan afwijkende en/of aanvullende regels worden vastgesteld.
Een verdere uitwerking van de Organisatieverordening 2001 vindt plaats in het Bedrijfsvoeringsconcept van de gemeente Grave.
Met ingang van dezelfde datum vervallen de Instruktie voor de gemeentesekretaris 1991 d.d. 9 juni 1992, de Organisatieverordening 1991 d.d. 9 juni 1992, de Koördinatieverordening 1991 d.d. 25 augustus 1992 en het besluit Plaats, taak en verantwoordelijkheden van het managementteam en de managementteamleden d.d. 25 augustus 1992.