Organisatie | Veenendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent parkeren (Parkeerverordening Veenendaal) |
Citeertitel | Parkeerverordening Veenendaal |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Parkeerverordening 2010.
Deze regeling is voor het eerst van toepassing op het aanvragen van een parkeervergunning voor het jaar 2018.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2017 | nieuwe regeling | 28-09-2017 | 340516 |
De raad van de gemeente Veenendaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 augustus 2017, nummer 340516;
het wenselijk is regels te stellen aan het parkeren in verband met de parkeerregulatie in het centrum en de ring daarbuiten;
artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
AFDELING I. DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN
Artikel 2 Aanwijzing plaatsen voor vergunninghouders
Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders. Het college is bevoegd dit te doen voor weggedeelten gelegen in de zones A en B, zoals weergegeven in de bij deze verordening horende zonekaart (zie bijlage 1). Het college kan hierbij onderscheid maken in de categorieën als bedoeld in artikel 3, derde lid.
Artikel 3 Aanvragen en verlenen
Een vergunning kan worden verleend aan:
houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren (categorie II);
Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een vergunning voor categorie IV kan het college voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.
AFDELING III. VERBODSBEPALINGEN
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.