Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kaag en Braassem

Verordening uitsluitend recht belastingtaken

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKaag en Braassem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening uitsluitend recht belastingtaken
CiteertitelVerordening uitsluitend recht belastingtaken
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. artikel 2.24 van de Aanbestedingswet 2012
  4. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=OJ%3AJOL_2014_094_R_0065_01
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-12-2019art. 3

25-11-2019

gmb-2019-292983

19202
20-12-201705-12-2019Nieuwe regeling

04-12-2017

gmb-2017-224643

17.118

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening uitsluitend recht belastingtaken

De raad van de gemeente Kaag en Braassem;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2017;

 

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet; artikel 11 Richtlijn 2014/24/EU en artikel 2.24 sub a van de Aanbestedingswet 2012;

BESLUIT:

 

vast te stellen de

 

Verordening uitsluitend recht belastingtaken

Artikel 1

De gemeente maakt voor de uitvoering van de gemeentelijke belastingtaken op grond van hoofdstuk XV Gemeentewet en de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) gebruik van de in artikel 11 Richtlijn 2014/24/EU en artikel 2.24 sub a Aanbestedingswet opgenomen mogelijkheid om een uitsluitend recht te verlenen aan een andere aanbestedende dienst of samenwerkingsverband van overheden of aanbestedende diensten, waardoor de aanbestedingsplicht niet van toepassing is op deze overheidsopdrachten.

Artikel 2
  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders heeft de bevoegdheid door middel van een aanwijzingsbesluit een of meer uitsluitende rechten toe te kennen (ook wel genoemd: ‘alleenrecht’ of ‘exclusief recht’) als bedoeld in artikel 11 Richtlijn 2014/24/EU en artikel 2.24 sub a juncto artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2012, aan een met naam genoemde aanbestedende dienst of samenwerkingsverband van overheden of aanbestedende diensten als bedoeld in artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2012 en artikel 2, lid 1 Richtlijn 2014/24/EU (‘houder’), voor werkzaamheden behorend tot de huishouding van de gemeente, binnen het grondgebied van de gemeente.

  • 2.

    Het voornemen en het besluit van het college van burgemeester en wethouders om op basis van deze verordening een uitsluitend recht toe te kennen, worden beide in het Gemeenteblad bekend gemaakt.

Artikel 3

  • 1.

    Het uitsluitend recht heeft betrekking op de uitvoering van taken en verantwoordelijkheden van de gemeente met betrekking tot belastingen:

    • a.

      Wet WOZ: de uitvoering van de Wet Waardering onroerende zaken (Wet WOZ), voor zover het gemeentelijke taken betreft, inclusief de behandeling van bezwaar, beroep, hoger beroep en beroep in cassatie;

       

    • b.

      taxaties van roerende zaken, het beoordelen van forensenobjecten en het opvragen van informatie bij informatieplichtigen en derden op grond van artikel 47 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en het Besluit gegevensverstrekking gemeentelijke belastingheffing, het uitreiken van aangiftebiljetten op grond van hoofdstuk II van de Algemene wet inzake rijksbelastingen alsmede het uitreiken van informatiebeschikkingen op grond van artikel 52a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, inclusief de behandeling van bezwaar, beroep, hoger beroep en beroep in cassatie;

       

    • c.

      Hoofdstuk XV Gemeentewet: de aanslagoplegging, invordering, dwanginvordering, behandeling van aanvragen om kwijtschelding en de behandeling van bezwaar, beroep, hoger beroep en hoger beroep in cassatie van gemeentelijke belastingen zoals opgenomen in hoofdstuk XV van de Gemeentewet en de voorbereiding, het opstellen en vaststelling van uitvoeringsregels met betrekking tot de uitvoering van het belastingbeleid en belastingverordeningen van de opdrachtgever voor gemeentelijke belastingen zoals opgenomen in hoofdstuk XV van de Gemeentewet, te weten:

      • I.

        Onroerendezaakbelastingen

      • II.

        Roerendezaakbelastingen

      • III.

        Precariobelasting, voor zover het betreft de belasting op kabels en leidingen

      • IV.

        Afvalstoffenheffing

      • V.

        Rioolheffing

      • VI.

        Forensenbelasting.

  • 2.

    Het college kan bij de aanwijzing op grond van artikel 2 van deze Verordening een nadere omschrijving geven van de door de houder te verrichten werkzaamheden waarvoor het uitsluitend recht wordt verleend.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de lijst van belastingen en heffingen als genoemd in lid 1, sub c van dit artikel in te korten, dan wel uit te breiden met andere belastingen en heffingen, die krachtens de Gemeentewet of andere wettelijke regelingen kunnen worden ingevoerd en waarvoor de raad een belastingverordening heeft vastgesteld.

Artikel 4

  • 1.

    Het college kan aan de krachtens deze verordening verleende aanwijzing voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de door de aanbestedende dienst of samenwerkingsverband van overheden of aanbestedende diensten uit te voeren werkzaamheden.

  • 2.

    De aanbestedende dienst of samenwerkingsverband van overheden of aanbestedende diensten belast met het uitsluitend recht is gebonden aan de aan het aanwijzingsbesluit verbonden voorschriften en beperkingen.

Artikel 5

De krachtens deze verordening verleende aanwijzing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • a.

    indien op grond van verandering van omstandigheden of inzichten opgetreden of bekend geworden na het aanwijzingsbesluit moet worden aangenomen dat de intrekking of wijziging moet worden gevorderd in het belang van de uit te voeren werkzaamheden als omschreven in artikel 3 of indien de gemeente het om andere redenen noodzakelijk acht de uitvoering van belastingtaken op een andere wijze in te richten.

  • b.

    indien de aan de aanwijzing verbonden voorschriften en/of beperkingen geheel of gedeeltelijk niet zijn of niet worden nagekomen;

  • c.

    indien de opdrachtnemer aan wie het uitsluitend recht wordt verleend zulks verzoekt.

Artikel 6

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van de bekendmaking in het Gemeenteblad.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening uitsluitend recht belastingtaken’.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem, gehouden op 4 december 2017

de griffier,

drs. K.A.van der Plas

de voorzitter,

mr. K.M. van derVelde-Menting