Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland van 21 november 2017, nr. 1010477/1010479 houdende regels omtrent subsidie voor bodemsaneringsprojecten (Uitvoeringsregeling subsidie bodemsanering Noord-Holland 2017) |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling subsidie bodemsanering Noord-Holland 2017 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2022.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-12-2020 | artikel 8, 9, 16 | 08-12-2020 | 961796/1533681 | ||
08-12-2017 | 18-12-2020 | Nieuwe regeling | 21-11-2017 | PB NH 2017-153 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;
Overwegende dat het gewenst is om subsidies te kunnen verstrekken voor bodemsaneringsprojecten in Noord-Holland;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten in het kader van rechtvaardiging van de staatssteun, de volgende steunmaatregelen van toepassing achten:
Artikel 45 uit de l Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187) (Algemene groepsvrijstellingsverordening;
Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352) (De-minimisverordening);
Uitvoeringsregeling subsidie bodemsanering Noord-Holland 2017
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan degene voor wiens rekening en risico de sanering wordt uitgevoerd.
Subsidie kan worden verstrekt voor het saneren van landbodems op:
stortplaatsen; een terrein, niet zijnde baggerdepot, slootdemping of erfverharding met opgebracht puin, waar voor 1 september 1996 afvalstoffen zijn gestort en waar sinds 1 september 1996 geen afvalstoffen meer gestort zijn en waar tenminste 25m3 steekvast stortmateriaal aanwezig is dat bodemvreemd is voor meer dan 50% van het volume.
Subsidie kan worden verstrekt voor het saneren van bodems en oevers van oppervlaktewaterlichamen als bedoeld in artikel 1 van de Waterwet, zodat de waterkwaliteit voldoet aan de in het nationaal waterplan als bedoeld in artikel 4.1 van de Waterwet, of voldoet aan de in het regionaal waterplan als bedoeld in artikel 4.4 van de Waterwet of voldoet aan het beheersplan van artikel 4.6 van de Waterwet, opgenomen functies of doelstellingen.
Wanneer het saneringsplan nog ter instemming voorligt, kan subsidie verleend worden onder de opschortende voorwaarde dat Gedeputeerden Staten instemmen met het saneringsplan.
Indien toepassing van artikel 3 zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van artikel 9 zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van het bepaalde in artikel 45 van de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 (AGVV), waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 10 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard of op grond van de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van 18 december 2013 (de-minimissteun) verstrekt mag worden.
Indien subsidieverlening op grond van deze uitvoeringsregeling zou leiden tot ongerechtvaardigde verrijking zoals bedoeld in artikel 75 van de wet, kan in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald dat subsidie op grond van deze regeling slechts wordt verstrekt onder voorwaarde dat, binnen een in de beschikking tot subsidieverlening genoemde termijn, een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesloten, waarin in ieder geval wordt geregeld:
Aan de subsidieontvanger wordt in ieder geval de verplichting opgelegd om na de beschikking tot subsidieverlening, dan wel na het sluiten van de uitvoeringsovereenkomst of het vervallen van de opschortende voorwaarde, binnen 12 maanden te starten met de uitvoering van de sanering.
Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam is, dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen, wordt de aanvraag tot vaststelling ingediend uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de sanering is afgerond, of indien van toepassing, het evaluatieverslag van de sanering als bedoeld in artikel 39 c van de wet is goedgekeurd.