Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Renswoude

Verordening tegemoetkoming kosten Peuteropvang Renswoude 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRenswoude
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening tegemoetkoming kosten Peuteropvang Renswoude 2018
Citeertitel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpVerordening tegemoetkoming kosten Peuteropvang Renswoude 2018

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201831-12-2019Nieuwe regeling

12-12-2017

gmb-2017-222753

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening tegemoetkoming kosten Peuteropvang Renswoude 2018

De raad van de gemeente Renswoude;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 oktober;

 

overwegende dat het wenselijk is om peuteropvang voor alle peuters in de gemeente Renswoude

toegankelijk te maken om zo de ontwikkeling van alle peuters te bevorderen

 

overwegende dat het noodzakelijk is om regels te stellen omtrent de tegemoetkoming in de kosten

van peuteropvang;

 

gelet op artikel 147, eerste lid, en artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:21 en volgende Algemene wet bestuursrecht;

 

B E S L U I T:

vast te stellen de ‘Verordening tegemoetkoming kosten Peuteropvang Renswoude 2018’.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      College: het college van burgemeester en wethouders

    • b.

      Houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet toebehoort en die met die onderneming een voorschoolse voorziening exploiteert

    • c.

      Kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming van de Belastingdienst bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang of peuteropvang

    • d.

      Landelijk Register Kinderopvang (LRK): het landelijk register, als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang.

    • e.

      Locatie: voorschoolse voorziening voor peuteropvang of kinderopvang, die staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang met een geregistreerde voorziening in de gemeente Renswoude

    • f.

      Ouder: de bloed- of aanverwanten in opgaande lijn of de adoptief- of pleegouder van een kind dat opgevangen wordt in een peuterplaats

    • g.

      Ouderbijdrage: financiële vergoeding die de ouder(s)/verzorger(s) moeten betalen voor de deelname van hun kind aan een peuter- of kinderopvang

    • h.

      Peuteropvang: Opvang voor kinderen van 2 jaar en drie maanden tot 4 jaar gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool

    • i.

      Peuterplaats: een aanbod van peuteropvang van 2 dagdelen per week van maximaal 6 uur per week gedurende 40 weken per jaar

    • j.

      Peutertoeslag: Een financiële bijdrage van de gemeente in de kosten van een peuterplaats bij een voorschoolse voorziening

    • k.

      Voorschoolse voorziening: Organisatie voor peuteropvang of kinderopvang, die ingeschreven staat in het Landelijk Register Kinderopvang die werkzaam zijn in de gemeente Renswoude

 

Hoofdstuk II Bepalen van de vergoeding

Artikel 2 Aanspraak

  • 1.

    Het college kan subsidie verlenen aan een voorschoolse voorziening die Peuteropvang aanbiedt in de gemeente Renswoude:

    • a.

      waar Peuteropvang wordt geboden aan een kind waarvan de ouders in de gemeente Renswoude wonen, en

    • b.

      waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;

  • 2.

    Niet-subsidiabel zijn:

    • a.

      peuterplaatsen waarvoor de ouders van het desbetreffend kind aanspraak hebben op kinderopvangtoeslag.

    • b.

      de ouders en/of opvanglocatie niet is gevestigd in de gemeente Renswoude.

  • 3.

    De aanspraak op peutertoeslag is van toepassing voor zolang het kind behoort tot de leeftijdsgroep en voldoet aan de eisen van deze verordening.

 

Artikel 3 Hoogte van de vergoeding

  • 1.

    De hoogte van de vergoeding voor een peuterplaats is afhankelijk van:

    • a.

      De draagkracht, en b.

    • b.

      De kosten van de peuteropvang per kind die wordt bepaald door het aantal uren peuteropvang per kind in het berekeningsjaar en de voor de peuteropvang te betalen prijs, met inachtneming van het bedrag bedoeld in het tweede lid.

  • 2.

    De hoogte van de vergoeding per uur wordt als volgt bepaald: het fiscaal maximum in betreffende jaar (in 2018: € 7,45) minus de ouderbijdrage tot aan het fiscaal maximaal (in 2018 minimaal € 0,45 en maximaal € 4,97 per uur).

 

Artikel 4 Bevoegdheden college

  • 1.

    Het college beslist op aanvragen voor vergoeding, dit met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2.

    Het college kan aanvullende kwaliteitseisen stellen in de vorm van voorwaarden en verplichtingen inzake de uitvoering van peuterplaatsen en deze vastleggen in beleidsregels.

  • 3.

    Het college stelt de tarieven vast waarop de gemeentelijke vergoeding van peuterplaatsen is gebaseerd.

 

 

 

Hoofdstuk III Procedure

Artikel 5 Aanvraag vergoeding

  • 1.

    Een aanvraag voor vergoeding van peuterplaatsen wordt ingediend door de voorschoolse voorziening, die staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang en voldoet aan de vereisten uit de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (Wet IKK) en Harmonisatie en de hieruit voortvloeiende regelgeving.

  • 2.

    De aanvraag bevat de naam en het adres van de houder, de locatie waar de opvang plaatsvindt en het bankrekeningnummer van de organisatie.

  • 3.

    Bij de aanvraag voor vergoeding wordt een begroting gevoegd waaruit blijkt:

    • De periode waarvoor vergoeding wordt aangevraagd;

    • Het bedrag van de aanvraag, totaal en verdeeld over het aantal peuterplaatsen, waarvoor de vergoeding wordt aangevraagd, met in de toelichting de opbouw en motivering van de aantallen en bedragen;

    • De openstelling, aantal groepen en bezetting voor elke locatie.

  • 4.

    De houder beschikt over onderliggende gegevens en kan deze indien gewenst binnen een redelijke termijn beschikbaar stellen aan de gemeente. Het gaat daarbij onder meer om:

    • Naam en adres van de ouder;

    • Indien van toepassing: de naam en het bsn-nummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder, het adres van de partner;

    • Naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • Inkomensverklaring van de ouder;

    • De wijze waarop de ouderbijdragetabel is toegepast;

    • Verklaring van geen recht op kinderopvangtoeslag;

    • Een plaatsingsovereenkomst van de voorschoolse voorziening die de opvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren opvang per kind, de kostprijs per uur, de aanvangsdatum en de (verwachte) einddatum van de opvang;

    • Overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag;

  • 5.

    Het college kan bepalen dat de aanvraag voor vergoeding geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

 

Artikel 6 Beslistermijn

  • 1.

    Het college besluit over de aanvraag voor peuterplaatsen binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2.

    Het college kan dit besluit met ten hoogste zes weken verdagen. Het college stelt de voorschoolse voorziening hiervan schriftelijk in kennis.

 

Artikel 7 Ingangsdatum en periode van de peutertoeslag

  • 1.

    Het college verleent de peutertoeslag met ingang van de datum waarop deze is aangevraagd. Met dien verstande dat de ingangsdatum niet kan liggen voor de datum van ingang van de peuteropvang.

  • 2.

    Het college verleent de peutertoeslag voor de periode als bedoeld in artikel 2, derde lid van deze verordening.

 

Artikel 8 Omvang van de peutertoeslag

  • 1.

    Het college verleent de peutertoeslag voor maximaal 6 uur per week gedurende maximaal 40 weken per jaar.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid verleent het college de peutertoeslag voor maximaal 9 uur per week gedurende maximaal 40 weken per jaar, indien het kind een indicatie heeft van het consultatiebureau jeugdgezondheidszorg.

 

Artikel 9 Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college weigert een aanvraag indien aanvrager niet voldoet aan het bepaalde in artikel 5, eerste lid van deze verordening.

  • 2.

    Het college kan een subsidie intrekken indien:

    • a.

      subsidieontvanger of niet langer staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK).

    • b.

      niet voldoet aan het bepaalde in artikel 5, vierde lid van deze verordening.

 

Artikel 10 De bevoorschotting

  • 1.

    De peutertoeslag wordt in de vorm van een voorschot in kwartaaltermijnen uitbetaald.

  • 2.

    Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.

 

Artikel 11 Vaststelling van de peutertoeslag

  • 1.

    De houder dient voor 1 april na afloop van het kalenderjaar waarvoor de vergoeding is verleend een aanvraag tot vaststelling in bij het college en verstrekt hierbij een overzicht van het feitelijke aantal bezette peuterplaatsen over het voorbije kalenderjaar, de wijze waarop de ouderbijdragetabel voor peuterplaatsen is toegepast en de overige gegevens die het college nodig heeft om de vergoeding vast te stellen.

  • 2.

    Het college stelt de vergoeding vast binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag en de gegevens zoals bedoeld in het eerste lid. Het college kan dit besluit met ten hoogste zes weken verdagen. Het college stelt de houder hiervan schriftelijk in kennis.

  • 3.

    De beschikking vermeldt het bedrag van de vergoeding en de wijze waarop verrekening van betaalde voorschotten plaatsvindt.

 

 

Hoofdstuk IV Overige bepalingen

Artikel 12 Algemene subsidieverordening

De algemene subsidieverordening is van overeenkomstige toepassing, voor zover daar in deze verordening niet van wordt afgeweken.

 

Artikel 13 Gevallen waarin deze verordening niet voorziet

Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening, in gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

 

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van deze verordening leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 15 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

 

Artikel 16 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening tegemoetkoming kosten Peuteropvang Renswoude 2018’.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Renswoude op 12 december 2017.

de griffier, de voorzitter,