Organisatie | Haaksbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening geldelijke, secundaire en facilitaire voorzieningen van het gemeentebestuur (8.6) |
Citeertitel | Verordening geldelijke, secundaire en facilitaire voorzieningen van het gemeentebestuur 2002 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Alleen hoofdstuk XIV geldt nog
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2002 | 29-03-2018 | nieuwe regeling | 24-04-2002 Rond Haaksbergen, 02-05-2002 | Onbekend |
De gemeenteraad van Haaksbergen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 februari 2002
APF op donderdag 4 april 2002;
overwegende, dat het wenselijk is om de gemeentelijke regelingen omtrent de geldelijke en secundaire voorzieningen en facilitaire voorzieningen van het gemeentebestuur van Haaksbergen naar aanleiding van de nieuwe vergoedingssystematiek van het Rijk te actualiseren en onder te brengen in één nieuwe regeling;
het Rechtspositiebesluit burgemeesters 1994, het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit Raads -en commissieleden en de artikelen 35 en 82 van de Gemeentewet;
de Verordening geldelijke, secundaire en facilitaire voorzieningen van het gemeentebestuur van Haaksbergen 2002
HOOFDSTUK I Algemene bepalingen
Daar waar de bedragen die in deze verordening worden genoemd niet jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of de Belastingdienst zijn of worden vastgesteld, passen burgemeester en wethouders jaarlijks de bedragen aan het prijsindexcijfer dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld.
Daar waar in deze verordening het begrip redelijk of redelijkheid wordt gebruikt, betekent dat: dat de betreffende uitgaven, gelet op de aard van de activiteit of het daarmee gediende gemeentelijk belang waarvoor zij zijn gedaan, als gebruikelijk, algemeen aanvaardbaar en passend bij de aanwending van publieke middelen kunnen worden beschouwd.
Daar waar twijfel bestaat over het naleven van de in deze verordening gestelde procedures, of over het gebruik van de in deze verordening genoemde faciliteiten of over de rechtmatigheid, functionaliteit of redelijkheid van een op deze verordening gebaseerde declaratie, heeft overleg plaats tussen het hoofd van de afdeling Personeel & Organisatie en de portefeuillehouder Financiën.
HOOFDSTUK III Vergoeding voor raadsleden
Raadsleden ontvangen een vaste onkostenvergoeding, als tegemoetkoming in de overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten van 100% van de bedragen, vermeld in artikel 2 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals deze bedragen jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn of worden vastgesteld.
HOOFDSTUK IV Vergoeding voor commissieleden
De commissieleden die geen vaste vergoeding ontvangen als bedoeld in artikel 96, tweede lid van de Gemeentewet, ontvangen voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie, op declaratiebasis een vergoeding van 100% van het bedrag vermeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is of wordt vastgesteld.
HOOFDSTUK V Vergoeding leden college van burgemeester en wethouders
Wethouders ontvangen een vaste onkostenvergoeding, als tegemoetkoming in de overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten van 100% van de bedragen, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders, zoals deze bedragen jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn of worden vastgesteld.
Aan de leden van het college van burgemeester en wethouders vindt vergoeding plaats van de functionele kosten die een lid van het college van burgemeester en wethouders maakt in de uitoefening van zijn functie ten aanzien van de contacten en bijeenkomsten met relaties, voor zover die nog niet worden vergoed volgens een der andere bepalingen van deze verordening.
Attenties voor derden welke niet namens het gemeentebestuur gedaan worden kunnen niet ten laste van het representatiebudget worden gebracht, doch komen ten laste van de eigen vaste onkostenvergoeding van de leden van het college van burgemeester en wethouders.
HOOFDSTUK VI Nevenfuncties collegeleden
Indien het college van burgemeester en wethouders of de gemeenteraad een lid van het college van burgemeester en wethouders tot commissaris in een vennootschap benoemen c.q. voordragen tot benoeming, komt de benoemde met de desbetreffende vennootschap overeen dat de vennootschap de inkomsten uit het commissariaat rechtstreeks aan de gemeente Haaksbergen zal betalen en dat de gemeente met betrekking tot de bedoelde inkomsten een eigen vordering op de vennootschap zal hebben.
Reis- en verblijfkosten van reizen die leden van het college van burgemeester en wethouders maken in het kader van nevenfuncties, die zij vervullen uit hoofde van het ambt, worden bij de desbetreffende organisatie gedeclareerd. Wanneer de externe organisatie de kosten niet kan dragen, kunnen de kosten na instemming van het college van burgemeester en wethouders voor rekening van de gemeente worden gebracht.
Reis- en verblijfkosten van buitenlandse reizen die leden van het college van burgemeester en wethouders maken in het kader van nevenfuncties, die zij vervullen uit hoofde van het ambt, worden bij de desbetreffende organisatie gedeclareerd. Wanneer de reis tevens een gemeentelijk belang heeft en er sprake is van een non-profit organisatie die deze kosten niet kan dragen, kunnen deze kosten na instemming van het college van burgemeester en wethouders worden vergoed.
HOOFDSTUK VII Bedrijfsvoeringfaciliteiten
Op aanvraag kan door de gemeente het ISDN-abonnement of internet via de kabel van raadsleden of leden van burgemeester en wethouders worden vergoed, onder gelijktijdige verlaging van de onkostenvergoeding met hetzelfde bedrag.
Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat een raadslid of een lid van burgemeester en wethouders een tegemoetkoming ontvangt ter zake van kosten voor in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap noodzakelijke kinderopvang. In dat geval geldt de verordening kinderopvang van de gemeente Haaksbergen.
HOOFDSTUK XIII Uitkering raadsleden bij overlijden
Zo spoedig mogelijk na het overlijden van een raadslid wordt aan de nabestaande als bedoeld in het eerste lid, ten laste van de gemeente een bedrag uitgekeerd, gelijk aan de vaste vergoeding voor werkzaamheden als raadslid over een tijdvak van drie maanden, zoals bepaald in artikel 7 van deze verordening zoals die gold ten tijde van het overlijden.
Laat de overledene geen nabestaande na als bedoeld in het eerste lid, dan wordt even bedoeld bedrag uitgekeerd ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen van de overledene, of minderjarige kinderen waarover de overledene ten tijde van het overlijden de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. Ontbreken ook zodanige kinderen, dan geschiedt de uitkering, indien de overledene kostwinner was van ouders, meerderjarige kinderen, broers of zusters, ten behoeve van deze betrekking.
Laat de overledene geen betrekking als bedoeld in het tweede en derde lid na, dan kan het aldaar bedoelde bedrag geheel of ten dele worden uitgekeerd voor de betaling van de kosten van de laatste ziekte en van de lijkbezorging voor zover de nalatenschap voor de betaling van die kosten niet toereikend wordt geacht.
HOOFDSTUK XIV Vergoedingen raadsfracties
De fractie wijst uit haar midden een lid aan dat voor de toepassing van deze verordening vereiste administratie voert en aan wie de in artikel 30 bedoelde vergoeding wordt uitbetaald.
HOOFDSTUK XV Wijze van kostenvergoeding door de gemeente
Binnen de ambtelijke organisatie wordt de administratie van de kostenvergoedingen gevoerd en vindt de controle op bewijsstukken, op het naleven van de voorgeschreven procedures en op de toelichting op functionaliteit en doelmatigheid plaats. De controlerende ambtenaar deelt de budgethouder mee dat tot betaling kan worden overgegaan.
Op bestuurlijk niveau wordt de functionaliteit van de kosten van burgemeester en wethouders getoetst. Deze toets wordt tot uitdrukking gebracht door de paraaf van de burgemeester op alle declaratieformulieren en begeleidingsformulieren van de leden van de raad. De declaraties van de burgemeester worden door de portefeuillehouder Financiën geparafeerd. Als vervangers fungeren de reguliere vervangers, met dien verstande dat de betrokkenen niet hun eigen declaratie paraferen.
Per kwartaal worden door het ambtelijk apparaat de bestede bedragen voor reis- en verblijfkosten, scholingskosten en representatiekosten ten opzichte van het budget in detail afgedrukt en via de budgethouder naar de burgemeester en de portefeuillehouder Financiën gestuurd ter parafering. Na parafering gaat de rapportage terug naar de budgethouder ter archivering.