Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bloemendaal

Subsidieverordening monumenten Bloemendaal 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBloemendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening monumenten Bloemendaal 2017
CiteertitelSubsidieverordening monumenten Bloemendaal 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpSubsidieverordening monumenten

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-12-2017Nieuwe regeling

02-11-2017

gmb-2017-221805

2017014306

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening monumenten Bloemendaal 2017

De raad van de gemeente Bloemendaal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 september 2017;

 

overwegende dat hij zich met dat voorstel kan verenigen;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

 

de subsidiëring van Bloemendaalse monumenten te verbeteren door meer doelgroepen onder te verordening te brengen

 

en daartoe vast te stellen de

 

Subsidieverordening monumenten Bloemendaal 2017

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    beschermd monument: een gemeentelijk monument, een provinciaal monument, of een rijksmonument;

  • b.

    gemeentelijk monument: monumenten welke zijn opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in artikel 7 van de Erfgoedverordening Bloemendaal 2010;

  • c.

    provinciale monumenten: monumenten welke zijn opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 van de Monumentenverordening Noord-Holland 2010;

  • d.

    rijksmonumenten: monumenten welke zijn opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in artikel 3.3 van de Erfgoedwet;

  • e.

    normaal onderhoud: noodzakelijke reguliere werkzaamheden die gericht zijn op het behoud van monumentale waarde;

  • f.

    restauratie: werkzaamheden die het normale onderhoud te boven gaan en noodzakelijk zijn voor herstel;

  • g.

    kosten: het bedrag van de door het college van burgemeester en wethouders geaccepteerde kosten voor het in goede staat houden van een beschermd monument;

  • h.

    subsidieplafond: de financiële grens, die bepaald wordt door het budget;

  • i.

    eigenaar: een natuurlijke of rechtspersoon, die in de kadastrale registers als eigenaar, erfpachter of houder van het recht van opstal van een beschermd monument of beeldbepalend object staat ingeschreven;

  • j.

    toekennen van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders dat aan de eigenaar van een beschermd monument een opschortend voorwaardelijke aanspraak verschaft op een subsidie in de kosten van voorzieningen;

  • k.

    vaststellen van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders, nadat de voorzieningen zijn getroffen, waarbij de hoogte van de toegekende subsidie wordt vastgesteld;

  • l.

    onderzoek: archeologisch, architectuurhistorisch, bouwhistorisch, cultuurhistorisch of tuin-historisch onderzoek naar de vaststelling van monumentale waarden en de wijze van behoud.

Hoofdstuk 2 Algemene subsidiebepalingen

Artikel 2 De voorzieningen waarvoor subsidie kan worden toegekend

  • 1.

    Op grond van deze verordening kunnen burgemeester en wethouders subsidie toekennen voor:

    • a.

      het uitvoeren van de restauratie, of de reconstructie van bijzonder kenmerkende onderdelen van beschermde monumenten;

    • b.

      normaal onderhoud van gemeentelijke monumenten;

    • c.

      onderzoek.

  • 2.

    De subsidie wordt berekend over de kosten van de in lid 1 genoemde voorzieningen.

  • 3.

    De subsidie voor de in artikel 2.1.a bedoelde werkzaamheden bedraagt 50% van de kosten tot een maximum van € 6.000.

  • 4.

    De subsidie voor de in artikel 2.1.b bedoelde werkzaamheden bedraagt 50% van de kosten tot een maximum van € 2.000.

  • 5.

    De subsidie voor de in artikel 2.1.c bedoelde werkzaamheden bedraagt 50% van de kosten tot een maximum van € 2.000.

Artikel 3 De vereisten van indiening voor het toekennen van subsidie

  • 1.

    De aanvraag zoals bedoeld in artikel 2 wordt ingediend bij burgemeester en wethouders en dient door de eigenaar ondertekend te worden op een daartoe bestemd formulier. Dit formulier dient volledig ingevuld te worden en vergezeld te gaan van de daarop vermelde bijlagen.

  • 2.

    Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het eerste lid stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid om binnen twee weken de door hen aan te geven ontbrekende gegevens over te leggen.

  • 3.

    Aanvragen voor subsidie voor het volgende kalenderjaar kunnen worden ingediend in de periode:

    • -

      1 juni t/m 30 september voor de in artikel 2.1.a en 2.1.b bedoelde werkzaamheden;

    • -

      1 oktober t/m 15 december voor de in artikel 2.1.c bedoelde werkzaamheden.

    Aanvragen, die buiten deze perioden worden ingediend, worden niet in behandeling genomen, tenzij de aanvraag kan worden gehonoreerd ten laste van het subsidieplafond.

Artikel 4 Het toekennen van de subsidie

  • 1.

    De subsidie wordt toegekend en vastgesteld aan de eigenaar van het monument waaraan de voorzieningen worden getroffen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen per eigenaar van een beschermd monument eenmaal per jaar een subsidieaanvraag in behandeling nemen.

  • 3.

    De subsidie mag maar eenmaal per vijf jaar hetzelfde onderdeel betreffen.

  • 4.

    Het beschikbare budget wordt gelijkelijk verdeeld over de aanvragen, die aan de voorwaarden voldoen.

  • 5.

    De subsidie wordt toegekend onder de voorwaarden dat:

    • a.

      met de uitvoering van de werkzaamheden wordt begonnen in het kalenderjaar volgend op het besluit tot toekenning van subsidie;

    • b.

      de werkzaamheden worden voltooid en gereed gemeld in het kalenderjaar volgend op het besluit tot toekenning van subsidie;

    • c.

      aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen:

      • 1.

        toegang wordt verleend tot het monument;

      • 2.

        inzage wordt verleend in de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kennen geen subsidie toe indien:

    • a.

      met het treffen van de voorzieningen het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

    • b.

      de kosten van de voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat;

    • c.

      met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de aanvrager een subsidiebeschikking heeft ontvangen;

    • d.

      voor de te treffen voorzieningen een monumentenvergunning is vereist en deze (nog) niet is verleend;

    • e.

      de kosten in een kalenderjaar minder dan € 1.000 bedragen.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van het monument aanvullende voorwaarden verbinden aan het toekennen van subsidie.

Artikel 5 De vaststelling van de subsidie

  • 1.

    Vaststelling van de subsidie vindt plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden bij burgemeester en wethouders zijn gereed gemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • b.

      een overzicht is overgelegd van de getroffen voorzieningen en de daarop betrekking hebbende kosten.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen geen subsidie vast, indien niet aan de voorwaarden, waaronder de subsidie was toegekend, is voldaan.

  • 3.

    Bij zelfwerkzaamheid worden alleen de materiaalkosten vergoed.

  • 4.

    De subsidie wordt uitbetaald binnen 1 maand na vaststelling.

Artikel 6 Subsidieplafond

Burgemeester en wethouders kennen slechts subsidie toe, zoals bedoeld in artikel 2, voor zover

het voor dat jaar door de raad vastgestelde subsidiebudget toereikend is.

 

Hoofdstuk 3 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 7 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen in het belang van de monumentenzorg

afwijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de ‘Subsidieverordening monumenten Bloemendaal 2011’, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 3 maart 2011.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening monumenten Bloemendaal 2017’.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Bloemendaal, gehouden op 2 november 2017

, voorzitter

, griffier