Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening 2018 Gemeente Haarlem |
Citeertitel | Parkeerverordening 2018 Gemeente Haarlem |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-12-2017 | 10-08-2018 | Nieuwe regeling | 23-11-2017 | 2017/461837 |
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
gezien het advies van de raadscommissie Beheer van 2 november 2017;
Afdeling I. Definities en begripsomschrijvingen
Artikel 1 Definities en begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
de natuurlijke persoon of rechtspersoon die motorvoertuigen voor commerciële autodate ter beschikking stelt; | ||
I. de natuurlijke persoon of rechtspersoon die: houder is van het betreffende motorvoertuig, of II. ingeschreven staat op hetzelfde woonadres als de houder van het motorvoertuig 18 jaar of ouder is, en III. een verzoek richt aan het college tot het verlenen van een vergunning. | ||
een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor commerciële autodate; | ||
een onderneming die is ingeschreven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel en waaruit volgens het uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel blijkt dat de onderneming (natuurlijke persoon of rechtspersoon) een vestiging heeft in het gereguleerd parkeergebied van de gemeente Haarlem. | ||
een adres dat volgens de Basis Registratie Adressen en Gebouwen (BAG) niet uitsluitend een woonfunctie heeft. | ||
computer van het bedrijf waarmee de gemeente Haarlem een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon; | ||
het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder; | ||
een natuurlijke persoon die een overeenkomst heeft gesloten inzake particuliere / commerciële autodate; | ||
een door burgemeester en wethouders verstrekte regeling op basis van een vergunning per woonadres die het bewoners, die woonachtig zijn in een gebied waar zich parkeerapparatuurplaatsen bevinden, mogelijk maakt om zijn/ haar bezoeker(s) digitaal of telefonisch een parkeerrecht te verschaffen; | ||
parkeerplaats(en) die specifiek ter beschikking staan ten behoeve van en woning of bedrijf voor het parkeren van motorvoertuigen, waaronder begrepen met de woning verbonden garages of garageboxen. | ||
hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990; | ||
voertuigen groter dan de afmetingen als omschreven in de vigerende versie van de APV Haarlem; | ||
degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens was ingeschreven, met dien verstande dat ook degene die middels een (digitale) leaseovereenkomst of een verklaring van de werkgever kan aantonen dat hij de bestuurder is van het motorvoertuig dat tijdens het parkeren op naam van de leasemaatschappij respectievelijk de werkgever in het hiervoor bedoelde register was ingeschreven, als houder wordt aangemerkt; | ||
een voertuig dat als zodanig is geregistreerd bij de Dienst Wegverkeer (RDW), tenzij de aanvrager aantoont dat met betrekking tot dit voertuig geen gebruik is gemaakt van de zogenaamde motorrijtuigenbelasting bijzonder tarief; | ||
niet-beroepsmatige zorg die met regelmaat wordt verleend door familie, vrienden of kennissen van de persoon die de zorg krijgt; | ||
een vergunning voor degene die mantelzorg ontvangt en woont in een gebied waar mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, ten behoeve van het voertuig van degene die mantelzorg verleent. | ||
hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990; | ||
parkeerautomaten, voor het betalen van parkeerbelasting ingerichte mobiele telefoon, tablet, pc, laptop en hetgeen naar maatschappelijke opvatting tevens onder parkeerapparatuur wordt verstaan; | ||
een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur; | ||
kentekenregistratie in het digitale parkeerbelastingbestand waarbij is voldaan aan parkeerbelastingplicht voor het gebruik van parkeerapparatuurplaatsen op basis van of krachtens deze verordening door middel van parkeervergunningen/ontheffingen, bijzondere vergunningen/ontheffingen, tijdgebonden parkeerrechten en/of door middel van het in werking stellen van de parkeerapparatuur; | ||
het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden; | ||
het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden; | ||
een door of namens het college te verstrekken vergunning waarmee zonder het betalen van parkeerbelasting, als bedoeld in artikel 2 onder a van de Verordening parkeerbelastingen Haarlem, een gehandicaptenvoertuig dan wel een motorvoertuig mag worden geparkeerd op daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaats; | ||
een door het college bij openbaar besluit vastgesteld maximum aantal vergunningen dat per vergunningengebied mag worden uitgegeven waardoor, indien het aantal aanvragen groter is dan het vergunningplafond voor de betreffende vergunningengebied, de aanvrager van de vergunning op een wachtlijst wordt geplaatst; | ||
de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend als bedoeld in deze verordening; | ||
hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990; | ||
een adres dat volgens de Basis Registratie Adressen en Gebouwen (BAG) een woonfunctie heeft. |
Afdeling II. Plaatsen voor vergunninghouders, vergunning en vergunningbewijzen
Artikel 2 Positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen
Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van toepassing op alle aanvragen voor een vergunning ingevolge deze verordening.
Een vergunning kan worden verleend aan de houder van een gehandicaptenvoertuig dan wel een motorvoertuig, niet zijnde een kampeerauto, vrachtauto of groot voertuig, indien deze:
aanvrager wordt geacht te beschikken over eigen parkeergelegenheid als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder a., sub II en b., sub III, indien de aanvrager woont in een nieuw- of verbouwcomplex dat voldoet aan de parkeernorm, zoals bedoeld in artikel 2.5.30 van de Haarlemse Bouwverordening, dan wel in het betreffende bestemmingsplan, dan wel in het beleid met betrekking tot parkeernormen, zoals gesteld ten tijde van het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning. In de volgende situatie(s) wordt geacht dat in ieder geval voldaan wordt aan het kunnen beschikken over eigen parkeergelegenheid:
Artikel 5 Mantelzorgvergunning
Het college kan op aanvraag een mantelzorgvergunning verlenen aan degene die mantelzorg ontvangt conform een op zijn/haar naam gestelde indicatie in het kader van de Wet Langdurige Zorg (WLZ–indicatie) van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) of een WMO-indicatie voor zorgdiensten (huishoudelijke ondersteuning, begeleiding en beschermd wonen), waarbij uit de indicatie blijkt dat er sprake is van regelmatige mantelzorg, met dien verstande dat:
Om voor een in artikel 4, lid 2, met uitzondering van het genoemde onder e. genoemde vergunning in aanmerking te komen is het overleggen van (digitale) bewijsstukken verplicht, zoals genoemd in het besluit Nadere Regels.
Artikel 10 Intrekken of wijzigen
Het college kan een vergunning of aanvraag van een vergunning intrekken of wijzigen, indien:
Het college kan een vergunning of een aanvraag van een vergunning weigeren wanneer de aanvrager in het kalenderjaar waarvoor de aanvraag wordt gedaan dan wel in het daaraan voorafgaande kalenderjaar heeft gehandeld in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen.
Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen.