Organisatie | Heerhugowaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard houdende regels omtrent mandaat Mandaatregeling Heerhugowaard |
Citeertitel | Mandaatregeling Heerhugowaard |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Mandaatregeling |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-03-2019 | artikel 8 | 26-02-2019 | BW19-0099 | ||
16-11-2016 | 15-03-2019 | Wijziging van eerder, op 31 mei 2016 vastgestelde mandaatregeling | 08-11-2016 | BW16-0220, Bij16-162, BW16-0426, Bij16-489 |
De gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Heerhugowaard, elk handelend voor zover het de eigen bevoegdheden betreft;
gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en het Burgerlijk Wetboek;
• het om redenen van doelmatigheid en slagvaardig bestuur wenselijk is de daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden te mandateren aan de ambtenaren werkzaam onder de verantwoordelijkheid van het bestuur;
• het gelet op de wijziging in de organisatiestructuur noodzakelijk is de bevoegdhedenregeling aan te passen;
• op 15 december 2009 de volgende uitgangspunten voor mandaatverlening zijn vastgesteld welke nog steeds gelden:
a. Mandatering, tenzij.... (zoveel mogelijk mandateren);
b. Globale wijze van mandatering (geen gedetailleerde regeling);
c. Diepte mandatering (verantwoordelijk zo laag mogelijk in de organisatie);
e. Mandaat is beslissen en ondertekenen (geen onderscheid in ondertekenings- en beslissingsmandaat);
f. Schakelbepaling volmachten en machtigingen (regeling geldt voor bestuursrechtelijk, privaatrechtelijk en feitelijk handelen);
• het wenselijk is deze uitgangspunten verdergaand te concretiseren in een nieuwe regeling;
• het wenselijk is te komen tot een goede, eenvoudige en onderhoudsarme mandaatregeling die zowel voor de organisatie als voor de burger duidelijk is;
• deze regeling de uitgangspunten zoals bovengenoemd belichaamt, in die zin dat de organisatie een organisatie van kansen beoogt te zijn waarbij eigenaarschap, meesterschap en omgevingsbewustzijn van medewerkers voorop staat.
• naast de mandaatregeling diverse andere beheersmaatregelen bestaan die gericht zijn op het borgen van een getrouwe, rechtmatige en doelmatige uitoefening van bevoegdheden binnen de organisatie. Zo zijn de budgettair-administratieve bevoegdheden nader geregeld in het Statuut budgetbeheer en zijn regels gesteld voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten. Daarnaast bestaan voor de diverse bedrijfsprocessen binnen de organisatie procesbeschrijvingen en instructies die gericht zijn op een betrouwbare, rechtmatige en doelmatige taakuitoefening. Deze mandaatregeling is te plaatsen binnen de context van die set van beheersmaatregelen binnen de organisatie.
In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. besluit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht;
b. mandaat: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan besluiten te nemen;
c. mandaatgever: het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke wettelijke bevoegdheid heeft en deze aan een ander mandateert;
d. machtiging: de bevoegdheid tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;
e. volmacht: de bevoegdheid om in naam van de volmachtgever privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;
f. ambtenaar: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de Ambtenarenwet.
g. organisatie-eenheid: organisatieonderdeel dat is belast met de ontwikkeling en uitvoering van taken en beleid op daartoe door het college vastgestelde werkterreinen.
Artikel 2 Schakelbepaling volmachten en machtigingen
Waar in dit besluit gesproken wordt over mandaat, dient tenzij anders is bepaald, daaronder tevens te worden begrepen machtiging en volmacht.
De bevoegdheid om krachtens mandaat besluiten te nemen omvat tevens de bevoegdheid tot het stellen van voorschriften en beperkingen en het verrichten van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen.
Artikel 4 Algemeen mandaat van het college en de burgemeester aan de ambtenaren
1. Het college en de burgemeester van Heerhugowaard verlenen de ambtenaar die werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur het mandaat om alle besluiten te nemen en alle overige (rechts)handelingen te verrichten, waaronder de vertegenwoordiging in rechte, die in het kader van een goede uitoefening van zijn taken en bevoegdheden nodig zijn.
2. Het gestelde in het eerste lid geldt uitsluitend wanneer is voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 5.
3. De mandaathouder heeft tevens de bevoegdheid het in het eerste lid bedoelde mandaatbesluit te ondertekenen.
4. Voor het mandaat als bedoeld in het eerste lid worden in ieder geval de instructies gegeven zoals aangeven in de bij dit besluit behorende bijlage ‘Instructies Mandaatregeling Heerhugowaard’
Artikel 5 Voorwaarden en uitzonderingen mandaatverlening
1. Het in het artikel 4, eerste lid, bedoelde mandaat komt de gemandateerde slechts toe, voor zover de uitoefening van de bevoegdheid overeenstemt met de taken en verantwoordelijkheden van de organisatie-eenheid c.q. taakveld waarbinnen de ambtenaar werkzaam is.
2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor ambtenaren met een leidinggevende functie.
3. De gemandateerde is niet bevoegd om in mandaat te besluiten, indien:
a. het besluit een afwijking zou inhouden van het bestaande beleid, vastgestelde richtlijnen en/of voorschriften;
b. het een bevoegdheid betreft die in een wettelijke regeling expliciet wordt uitgezonderd van mandaat en derhalve geacht wordt voorbehouden te zijn aan het desbetreffende orgaan aan wie het is toebedeeld;
c. het voorgenomen besluit een overschrijding van een budget of krediet tot gevolg heeft dan wel een groot financieel risico met zich brengt;
d. het voorgenomen besluit dusdanige gevolgen heeft voor de rechtspositie van meerdere ambtenaren dat besluitvorming door het college vereist is, of wanneer het de rechtspositie van de gemeentesecretaris betreft;
e. een lid van het college of de leidinggevende van de gemandateerde heeft aangegeven dat hij het voorstel aan de mandaatgever wenst voor te leggen;
f. de mandaatgever heeft aangegeven zelf te willen besluiten;
g. het een voordracht voor of benoeming van personen op grond van een wettelijk voorschrift betreft anders dan het aangaan van een dienstverband;
h. het een besluit betreft waarmee algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of beleid wordt vastgesteld dan wel anderszins bevoegdheden betreft waarvoor ingevolge de Algemene wet bestuursrecht of in enig ander wettelijk voorschrift is bepaald dat mandaat niet kan worden verleend;
i. aan het voorgenomen besluit mogelijkerwijs politieke consequenties zijn verbonden dan wel dat dit precedentwerking tot gevolg kan hebben;
j. indien het voorgenomen besluit kan leiden tot bestuurlijke afbreuk.
k. indien het voorgenomen besluit anderszins aanmerkelijke (financiële) invloed heeft of zou kunnen hebben op regionaal of plaatselijk niveau.
4. Mandaat voor het nemen van besluiten die betrekking hebben op of raakvlakken hebben met de openbare ordebevoegdheid van de burgemeester, bestaat slechts voor zover zij specifiek is benoemd in bijlage 3.
5. Mandaat tot het beslissen op bezwaar of op een verzoek in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter, als bedoeld in artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht, wordt niet verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.
6. Mandaat tot het beslissen op bezwaar wordt slechts verleend in die gevallen waarin niet wordt afgeweken van het advies van de adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht.
7. Het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 5:53 van de Algemene wet bestuursrecht kan niet in mandaat worden gedaan door degene die van de overtreding een rapport of proces-verbaal heeft opgemaakt.
8. De gemandateerde moet de instructies van de mandaatgever opvolgen.
Artikel 6 Specifieke mandaten aan derden
1. Verlening van mandaat aan een gemandateerde die niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever, behoeft de instemming van de gemandateerde en in voorkomend geval van degene onder wiens verantwoordelijkheid de gemandateerde werkt.
2. Mandaat tot het uitoefenen van bevoegdheden en taken die aan een Gemeenschappelijke Regeling zijn opgedragen valt niet onder deze regeling.
3. Mandaat tot het uitoefenen van taken en bevoegdheden die door middel van een overeenkomst aan een derde zijn overgedragen, valt niet onder deze regeling.
4. Aan de raadsgriffier, werkzaam onder verantwoordelijkheid van de gemeenteraad van Heerhugowaard wordt de bevoegdheid verleend privaatrechtelijke rechtshandelingen namens de gemeente te verrichten voor zover deze noodzakelijk zijn voor een goede uitoefening van de hem/haar toebedeelde taken.
5. Voor zover aan overige derden een specifiek mandaat wordt verleend, zijn deze opgenomen in Bijlage 2 “Specifiek Mandaat aan derden”.
6. Het specifieke mandaat laat onverlet de werking van het algemeen mandaat.
7. De voorwaarden en uitzonderingen zoals genoemd in artikel 5 zijn onverkort van toepassing op specifieke mandaten.
Artikel 7 Mandaatverlening van de gemeenteraad aan de organisatie
1. De gemeenteraad verleent de raadsgriffier, de ambtenaar en de tijdelijk ingehuurde medewerker die werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur het mandaat, de volmacht en de machtiging om alle besluiten te nemen en alle rechtshandelingen te verrichten, waaronder de vertegenwoordiging in rechte, die in het kader van een goede uitoefening van de in het tweede lid genoemde taken en bevoegdheden nodig zijn.
2. Het eerste lid geldt voor de volgende taken en bevoegdheden:
- Uitvoering van de Wet openbaarheid van bestuur;
- Het nemen van beslissingen op bezwaar indien het primaire besluit in stand wordt gelaten;
- Besluiten tot het voeren van rechtsgeschillen namens de gemeente bv. bezwaar en (hoger) beroep en voorlopige voorziening en civielrechtelijke- en strafrechtelijke procedures;
- Vertegenwoordiging van de gemeenteraad bij bestuursrechtelijke procedures, daaronder begrepen het verrichten van de benodigde voorbereidingshandelingen en het voeren van correspondentie;
- Uitvoering van de Wet voorkeursrecht gemeenten, afdoeningsmandaat mits besluitvorming in college en raad heeft plaatsgevonden.
Artikel 8 Ondertekeningsmandaat
Voor zover op grond van deze regeling geen beslismandaat bestaat, is er wel sprake van mandaat om uitgaande stukken te ondertekenen, nadat door het college of de burgemeester het benodigde besluit is genomen. Dit mandaat komt toe aan de steller van het voorstel, diens leidinggevende en de leidinggevende(n) daarboven.
Artikel 9 Ondertekeningswijze bij mandaat
1. Bij de uitoefening van een mandaat, verleend door het college of de burgemeester, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:
burgemeester en wethouders van Heerhugowaard/ de burgemeester van Heerhugowaard,
gevolgd door de naam van de gemandateerde, alsmede diens functienaam en afdeling of organisatie-eenheid of taakveld.
2. Bij de uitoefening van een mandaat verleend door de gemeenteraad, worden uitgaande stukken als volgt getekend:
de gemeenteraad van Heerhugowaard,
gevolgd door de naam van de gemandateerde, alsmede diens functienaam en afdeling of organisatie-eenheid of taakveld.
3. Bij de uitoefening van een ondertekeningsmandaat, verleend door het college of de burgemeester, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:
overeenkomstig het door het college van burgemeester en wethouders/de burgemeester genomen besluit,
gevolgd door de naam van de gemandateerde, alsmede diens functienaam en afdeling of organisatie-eenheid of taakveld.
Het college van burgemeester en wethouders, respectievelijk de burgemeester,
Heerhugowaard, datum
Burgemeester, Secretaris,
BIJLAGE 1 INSTRUCTIES MANDAATREGELING HEERHUGOWAARD
Op grond van artikel 10:6 van de Algemene wet bestuursrecht kan de mandaatgever de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid. Middels het bepaalde in artikel 4 lid 4 van de mandaatregeling is van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Ten aanzien van de volgende specifieke onderwerpen hebben het college en de burgemeester bepaald dat deze niet door de ambtenaar kunnen worden uitgevoerd zonder een nadere instructie in acht te nemen. De instructies zijn van toepassing op toekenning, afwijzen en niet-ontvankelijk verklaren en ondertekening.
Bijlage 2 SPECIFIEK MANDAAT AAN DERDEN
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, vijfde lid van de Mandaatregeling Heerhugowaard worden door het college en de burgemeester ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft de volgende mandaten, volmachten en machtigingen verleend:
BIJLAGE 3 MANDAATBESLUIT BURGEMEESTER
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, vierde lid van de Mandaatregeling Heerhugowaard worden door de burgemeester de volgende mandaten, volmachten en machtigingen verleend: