Organisatie | Staphorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van Afvalstoffenheffing 2018 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-12-2017 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 07-11-2017 | 17-12175 |
De raad van de gemeente Staphorst;
gezien het voorstel van het college d.d. 26 september 2017;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De maatstaf van heffing is een vast bedrag per perceel en een vast bedrag per lediging.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien een belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in artikel 5, lid 1, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt dat,
indien een machtiging tot automatische incasso is afgegeven, en het belastingbedrag € 20,00 of hoger is, de belasting zoals bedoelt in artikel 5, lid 1, en bij wege van aanslag geheven, moet worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste drie bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. Wanneer het belastingbedrag lager is dan € 20,00 gelden de betaaltermijnen genoemd in lid 1.
Voor de belastingen zoals bedoelt in artikel 5, lid 2 geldt dat, wanneer de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, de aanslag(en) moeten worden betaald in drie termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. Wanneer het belastingbedrag lager is dan € 20,00 gelden de betaaltermijnen genoemd in lid 1.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Wegens het (in overleg) niet nakomen van de inzamelplicht wordt geen afvalstoffenheffing geheven van de gebruikers van de recreatiewoningen, die zijn gelegen op één van de onderstaande bungalow/recreatie parken:
De belastingplichtige kan vermindering van afvalstoffenheffing aanvragen indien in zijn gezin extra huishoudelijke afvalstoffen ontstaan als gevolg van een medische indicatie.
Het verzoek om vermindering moet voor het einde van het belastingjaar worden aangevraagd onder overlegging van een recent medisch advies van een huisarts of medisch specialist.
Indien geen advies van de huisarts of medisch specialist kan worden overgelegd, moet met een eigen verklaring worden overgelegd waarbij op basis van redelijkheid wordt aangetoond dat gebruik moet worden gemaakt van materiaal dat medisch afval tot gevolg heeft, onder overlegging van aankoopnota’s of anderszins.
De te verlenen vermindering van de afvalstoffenheffing bedraagt per verbruiksperiode maximaal de helft van het aantal ledigingen van de container bestemd voor het restafval.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om medisch advies in te winnen of periodiek om een recent medisch advies te verzoeken.
Artikel 13 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
In afwijking in zoverre van het in voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.