Organisatie | Dordrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2018 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt Verordening hondenbelasting 2017
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 14-11-2017 |
De RAAD van de gemeente Dordrecht;
gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 10 oktober 2017, kenmerk Nr. SBC/1940691;
overwegende, dat het noodzakelijk is om een nieuwe, integrale Verordening op de heffing en invordering van een belasting op honden vast te stellen in verband met wijziging van de tarieven;
gelet op de artikelen 216 en 226 van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2018
Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven op honden die binnen de gemeente worden gehouden.
Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief
De hoogte van de heffing wordt jaarlijks vastgesteld aan de hand van de afrekening Hondenbelasting van enig voorafgaand jaar, waarbij overschotten in de afrekening betekenen dat er een korting kan worden verstrekt op de hoogte van de belasting zoals genoemd in artikel 3.3; tekorten in de afrekening kunnen leiden tot een verhoging vande belastingheffing zoals is opgenomen in artikel 3.3.
en voor iedere volgende hond telkens € 46,32
meer dan voor de vorige hond wordt geheven.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen over aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het belastingjaar
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting respectievelijk de hogere belasting in verband met het aantal toegenomen honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, kan aanspraak worden gemaakt op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 3.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in gelijke termijnen van minimaal € 5,--, waarbij de laatste termijn vervalt op de laatste dag van de tiende maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de eerdere termijnen telkens een maand eerder.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 november 2017.
De griffier, De voorzitter,
A.E.T. Wepster A.W. Kolff
Toelichting Verordening hondenbelasting 2018
De hondenbelasting kan worden gezien als een algemene belasting waarvan de opbrengst ten goede komt aan de algemene middelen. Voor de hoogte van de tarieven gelden geen beperkingen. De hondenbelasting had oorspronkelijk regulering tot doel: het aantal honden beperken in het belang van de openbare veiligheid en gezondheid. Het aspect 'openbare veiligheid en gezondheid' heeft in de loop van de tijd aan betekenis verloren. Gaandeweg is de hondenbelasting tot een meer fiscale heffing geworden. Hoewel de belasting juridisch niet als een bestemmingsbelasting, maar als een algemene belasting moet worden gekarakteriseerd, wordt zij in de gemeente Dordrecht ook ingezet voor de kosten, die zijn gemoeid met het de uitvoering van het hondenbeleid.
Hondenbelasting wordt geheven van de houders van één of meerdere honden. Indien een houder meerdere honden heeft, wordt per hond een hogere belasting geheven.
De tariefsaanpassingen vinden plaats conform het tariefbeleid dat door u bij de Kadernota 2018 is vastgesteld. Bij het bepalen van de tarieven is uitvoering gegeven aan het tijdens de Kadernota 2018-behandeling op 28 juni aangenomen amendement 'Rem op Dordtse hondenbelasting' en de motie 'Verlaag Dordtse hondenbelasting'.
Uitgaande van het principe dat de totale inkomsten uit de hondenbelasting niet meer dan de kosten van het hondenbeleid dekken, moet het tariefvoorstel voor 2018 € 611.000,- opleveren. Doordat er een substantieel hoger aantal honden is geregistreerd in 2018 dan in 2017, kan het tarief omlaag. Binnen de hondenbelasting bestaat nog een differentiatie voor de tarieven van de eerste hond, tweede hond, derde, et cetera. We hanteren namelijk een ontmoedigingsbeleid, om mensen niet meer dan één hond te laten nemen. Bij de tariefsverlaging hebben we daarom de daling volledig verwerkt in het tarief voor de eerste hond.