2.3.14.1.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten | € 139,00 |
2.3.14.1.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.14.1.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten | € 139,00 |
2.3.14.1.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken | € 63,00 |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
2.3.15.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.15.1.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft | |
2.3.15.1.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft | |
2.3.16 | Beoordeling rapporten / uitvoeren inspectie /extra toetsing | |
2.3.16.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief: | |
2.3.16.1.1 | indien krachtens wettelijk voorschrift of krachtens gemeentelijk beleid een milieukundig bodemrapport moet worden overgelegd en beoordeeld, per afzonderlijk rapport | € 165,00 |
2.3.16.1.2 | indien krachtens wettelijk voorschrift of krachtens gemeentelijk beleid een archeologisch onderzoeksrapport of een programma van eisen moet worden overgelegd en beoordeeld per afzonderlijk rapport c.q. per programma van eisen | € 309,00 |
2.3.16.1.3 | voor het schriftelijk (digitaal/analoog) verstrekken van gegevens over de bodemkwaliteit van bebouwde en onbebouwde percelen bedraagt per rapport | € 28,00 |
2.3.16.1.4 | voor het beoordelen van een geluidsrapport dat op basis van de Wet geluidhinder moet worden opgesteld in het kader van de hogere grenswaardenprocedure | € 254,00 |
2.3.16.1.5 | voor een helling- of groeveonderzoek: indien onder of in de nabijheid van het perceel waar een activiteit wordt uitgevoerd een groeve of helling aanwezig is, zal onderzoek worden gedaan naar de gevolgen die deze activiteit op de stabiliteit heeft. Het tarief voor dit onderzoek bedraagt | € 277,00 |
| Indien vooraf zonder enig onderzoek duidelijk is dat de activiteit geen invloed heeft op de stabiliteit van de hellingen of groeven zal het tarief niet in rekening worden gebracht. | |
2.3.16.1.6 | voor het beoordelen van een door de aanvrager aangedragen gelijkwaardige oplossing en/of een door de aanvrager gevraagde ontheffing van het Bouwbesluit en/of van de Bouwverordening, per beoordeling | € 277,00 |
2.3.17 | Advies | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven | € 530,00 |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven | € 63,00 |
| te vermeerderen met de rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3 | |
Hoofdstuk 4 Vermindering |
2.4.1 | "Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een conceptaanvraag (als bedoeld in hoofdstuk 2) en het betreft een identiek plan, dan worden de bij de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de formele aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. De bovenstaande vermindering heeft uitsluitend betrekking op leges die op basis van artikel 2.2 van de legesverordening zijn geheven. - Indien door het toepassen van de bovenstaande vermindering het resterende bedrag aan verschuldigde leges lager uitvalt dan € 200,00, dan wordt een minimumbedrag van € 200,00 in rekening gebracht. - Indien in het kader van een conceptaanvraag meer dan één keer de kosten als bedoeld in artikel 2.3.1.2 in rekening zijn gebracht (welstandstoets) dan worden bij een aanvraag omgevingsvergunning voor een identiek plan, waarvan in het kader van de conceptaanvraag is aangegeven dat dit identieke plan voldoet aan redelijke eisen van welstand, eenmaal de kosten als bedoeld in artikel 2.3.1.2 van de legesverordening in mindering gebracht op de verschuldigde leges voor de omgevingsvergunning voor het identiek plan. | |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.1.4, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | |
2.5.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na ontvangst ervan | 50% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges | |
2.5.1.2 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 24 weken na ontvangst ervan | 25% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges | |
2.5.1.3 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 24 weken na ontvangst ervan | 10% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.1.4, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt | 10% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.1.4, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat, wanneer de aanvrager binnen 6 maanden na het kenbaar maken van de weigering een schriftelijk verzoek tot teruggave indient, aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt | 10% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges | |
2.5.4 | Minimumbedrag voor teruggaaf Een bedrag minder dan € 125,00 wordt niet teruggegeven. | |
2.5.5 | Geen teruggaaf legesdeel advies, verklaring van geen bedenkingen of component leges rijk, provincie of waterschap Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17.1 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. Ook van de rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3 wordt geen teruggaaf verleend. | |
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning |
2.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is | € 163,00 |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
2.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging (als bedoeld in paragraaf 2.6 van de Wabo) van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project | € 139,00 |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening | € 3.584,00 |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening | € 2.007,00 |
Hoofdstuk 9 Sloopmelding |
Niet van toepassing. |
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking |
2.10.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking | € 169,00 |
2.10.2 | Indien voor het aanvragen van een vergunning als bedoeld in titel 2 van deze tabel een advies nodig is van de Limburgse Kwaliteitscommissie als bedoeld in het Limburgs Kwaliteitsmenu, wordt de leges verhoogd met | € 1.060,00 |
2.10.3 | In afwijking van voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media als bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit Basisregistratie Personen | € 141,00 |