Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening tot wijziging van de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Gemeente Utrecht 2015 |
Citeertitel | Verordening tot wijziging van de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Gemeente Utrecht 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Verordening tot wijziging van de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Gemeente Utrecht 2015 |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2017 | 01-11-2017 | Verordening tot wijziging van de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Gemeente Utrecht 2015 | 01-12-2017 |
‘Het college stelt zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de gemeentebegroting door de raad, doch uiterlijk op 31 september van het jaar, waarin de datum genoemd in artikel 6 valt, het bekostigingsplafond, het programma en het overzicht vast.’
‘Het college stelt zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de gemeentebegroting door de raad, doch uiterlijk op 31 december van het jaar, waarin de datum genoemd in artikel 6 valt, het bekostigingsplafond, het programma en het overzicht vast.’
‘De bekendmaking van de besluiten tot vaststelling van het bekostigingsplafond, het programma en het overzicht geschiedt binnen vier weken na de datum van vaststelling door toezending door het college van de besluiten aan de aanvragers. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van de besluiten door het college schriftelijk mededeling gedaan aan de overige bevoegde gezagsorganen.’
‘De bekendmaking van de besluiten tot vaststelling van het bekostigingsplafond, het programma en het overzicht geschiedt binnen twee weken na de datum van vaststelling door toezending door het college van de besluiten aan de aanvragers. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van de besluiten door het college schriftelijk mededeling gedaan aan de overige bevoegde gezagsorganen.’