Organisatie | Nijmegen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeentelijk Mandaat-, volmacht en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Arnhem |
Citeertitel | Gemeentelijk mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Arnhem |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-12-2017 | 22-02-2019 | nieuwe regeling | 14-11-2017 |
Het college van de gemeente Nijmegen verleent mandaat aan de directeur van de Omgevingsdienst Regio Arnhem om de toezicht- en handhavingstaken op grond van de Wbb voor de gemeente Nijmegen uit te voeren en stelt hiertoe het “Gemeentelijk Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Arnhem” vast, inclusief de bijbehorende Instructie en het Mandaatregister.
De directeur van de Omgevingsdienst Regio Arnhem is gemandateerd om namens het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen of namens de Burgemeester van Nijmegen te beslissen betreffende de bevoegdheden die zijn vermeld in de bijlage: “Mandaat-, volmacht- en machtigingsregister Omgevingsdienst Regio Arnhem”, met uitzondering van de bevoegdheden die zijn toegekend aan Burgemeester en Wethouders en de Burgemeester.
Het is de gemandateerde toegestaan ondermandaat te verlenen aan de binnen de omgevingsdienst werkzame medewerkers met een leidinggevende functie. In het betreffende mandaat kan worden bepaald dat ook aan andere medewerkers ondermandaat kan worden verleend.
Waar in dit besluit wordt gesproken van mandaat en gemandateerde, volmacht en gevolmachtigde en machtiging en gemachtigde wordt daaronder tevens begrepen ondermandaat en ondergemandateerde, respectievelijk ondervolmacht en ondergevolmachtigde, respectievelijk ondermachtiging en ondergemachtigde.
De gemandateerde is bevoegd tot het verrichten van alle handelingen, benodigd voor de voorbereiding, bekendmaking en uitvoering van een door hem te nemen en genomen beslissing krachtens mandaat.
Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen en de Burgemeester van Nijmegen kan aan een gemandateerde instructies geven omtrent de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden. Het college geeft in algemene zin instructies mee aan de directeur ODRA, zoals vermeld in de bijlage “Instructie mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen”.
De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een
persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.
De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels.
Indien bezwaar of enige ander rechtsmiddel wordt ingesteld tegen een besluit dat in mandaat is genomen, blijft het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen dan wel de Burgemeester van Nijmegen bevoegd tot afhandeling.
Voor zover uit dit besluit een inlichtingenplicht of een instructiebevoegdheid voortvloeien, lichten partijen elkaar over en weer op een zodanig tijdstip in dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.
De ondertekening van beslissingen in mandaat, bedoeld in dit mandaatbesluit luidt:
‘Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,
<functienaam gemandateerde> Omgevingsdienst Regio Arnhem.’
Dit besluit wordt aangehaald als: Gemeentelijk mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Arnhem.
Met ingang van 1 april 2013 zijn er zeven omgevingsdiensten werkzaam binnen de provincie Gelderland. Deze diensten ondersteunen overheden bij de uitvoering van hun bevoegdheden op het gebied van de fysieke leefomgeving. Conform de samenwerkingsafspraken tussen de zeven Gelderse omgevingsdiensten behoort de handhaving van bodemsaneringen tot het specifieke aandachtsgebied van de Omgevingsdienst regio Arnhem.
De provincie Gelderland en de Gelderse gemeenten hebben ervoor gekozen om hun uitvoeringstaken in bovengenoemd werkgebied te laten uitvoeren door deze omgevingsdiensten. Uit het voorgaande vloeit voort dat de gemeente Nijmegen het toezicht op bodemsanering en de handhaving daarvan laat uitvoeren door de Omgevingsdienst regio Arnhem.
Uitgangspunt bij de uitvoering van taken door de omgevingsdiensten is dat Gedeputeerde Staten, Burgemeester en Wethouders en de Burgemeester mandaat (en volmacht en machtiging) verlenen voor de uitvoering van taken aan de omgevingsdiensten maar dat er geen publiekrechtelijke bevoegdheden worden overgedragen aan het openbaar lichaam.
Mandaat is de (publiekrechtelijke) vertegenwoordigingsvorm die centraal staat in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Artikel 10.1 van de Awb definieert mandaat als: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Het bestuursorgaan dat mandaat verleent (de ’mandaatgever’, ‘mandaatverlener’ of de ‘mandans’) blijft volledig verantwoordelijk voor het genomen besluit. Daarom kan de mandaatgever beleidsregels opstellen en aan degene aan wie mandaat is verleend (de ‘mandans’ of ‘gemandateerde’) instructies geven (artikel 10:6 Awb). De mandaatgever kan de bevoegdheid ook altijd zelf blijven uitoefenen, zonder dat het verleende mandaat behoeft te worden ingetrokken (artikel 10:7 Awb).
Burgemeester en Wethouders van Nijmegen en de Burgemeester van Nijmegen verstrekken mandaat aan de directeur van de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA). Het betreft een algemeen schriftelijk (afdoenings- en ondertekenings)mandaat aan iemand die niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever (artikel 10:5 Awb). Deze krijgt vervolgens de bevoegdheid om ondermandaat te verlenen aan afdelingsmanagers en andere leidinggevenden binnen de organisatie. Er kan in sommige gevallen ook ondermandaat worden verleend aan functionarissen die geen leidinggevende positie hebben: dit wordt dan expliciet genoemd in het onderliggende mandaatbesluit (artikel 10:9 Awb).
Dit gemeentelijk mandaat-, volmacht en machtigingsbesluit heeft betrekking op bevoegdheden tot het verrichten van publiekrechtelijke, privaatrechtelijke en feitelijke handelingen. Het is derhalve een regeling die mandaat, volmacht en machtiging betreft. Waar in deze toelichting wordt gesproken over mandaat, wordt tevens volmacht en machtiging bedoeld. Waar over ondermandaat wordt gesproken wordt ook ondervolmacht en ondermachtiging bedoeld.
Het mandaatbesluit bestaat uit een algemeen en een bijzonder deel. In het algemeen deel worden met name enkele algemene regels genoemd die grotendeels zijn terug te voeren op (afdeling 10.1.1 van) de Algemene wet bestuursrecht. Het bijzondere deel bestaat uit de instructie en het mandaatregister waarin de specifieke bevoegdheden zijn vermeld en waarin per bevoegdheid het mandaat aan de directeur is vermeld, tenzij het bevoegdheden betreft van het Burgemeester en Wethouders of de Burgemeester.
Instructie Mandaat- volmacht- en machtigingsbesluit
De gemandateerde mag geen gebruik maken van het mandaat als te verwachten is dat het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, de Burgemeester van Nijmegen of de betrokken portefeuillehouder door de raad of door raadsleden op zijn verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit zal worden aangesproken.
De gemandateerde stelt het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen of de Burgemeester van Nijmegen of de verantwoordelijke portefeuillehouder tijdig in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming door het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, de Burgemeester van Nijmegen of de verantwoordelijke portefeuillehouder gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:
de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;
advies nodig is van anderen dan de gemandateerde of onder hem ressorterende medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de gemandateerde dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt.
Het niet voldoen aan deze terugkoppelingsplicht doet niet af aan de rechtsgeldigheid van de krachtens mandaat genomen beslissing.
De ondertekening en goedkeuring van documenten in geval van afdoeningsmandaat kan ook plaatsvinden langs geautomatiseerde weg.
Stukken gericht aan de Kroon, ministers, de Nationale ombudsman, de Raad van State, de Commissaris der Koning(in), of Gedeputeerde Staten, worden altijd ondertekend door het bevoegde bestuursorgaan, tenzij het aangelegenheden betreft die een routinematig karakter hebben.
Toelichting kolommen mandaatregister
Omschrijving: de omschrijving van de bevoegdheid die wordt gemandateerd. Uitgangspunt is afdoeningsmandaat (de functionaris die het mandaat heeft, mag zowel besluiten als ondertekenen). Indien er sprake is van een ondertekeningsmandaat (bevoegd orgaan neemt besluit, functionaris mag slechts ondertekenen) moet dit expliciet blijken uit de omschrijving.
Wett./jur. grondslag: spreekt voor zich.
Bevoegde orgaan: het bestuursorgaan dat de bevoegdheid primair heeft. Dit is in de meeste gevallen het college en in sommige gevallen de burgemeester.
Mandaat verleend aan: hier staat Dir als de bevoegdheid is gemandateerd aan de Directeur van de ODRA. Als er niets staat ingevuld, betekent dit dat er geen mandaat is verleend en dat de bevoegdheid ligt bij het college of de burgemeester.
Ondermandaat verleend aan: hier wordt de functionaris ingevuld aan wie de Directeur ondermandaat heeft verleend.
Nadere bepalingen en voorschriften: als er aan het mandaat nadere bepalingen of voorschriften worden verbonden, worden deze hier vermeld.
MANDAAT- VOLMACHT EN MACHTIGINGSREGISTER OMGEVINGSDIENST REGIO ARNHEM