Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2018 |
Citeertitel | Verordening havengelden 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | n.v.t. |
Geen
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2018 | 27-06-2019 | Wijziging tarieventabel havengelden | 19-07-2018 | 2018/228318 | |
02-12-2017 | 01-08-2018 | Nieuwe regeling | 23-11-2017 | (2017/463600) |
De raad van de gemeente Haarlem;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 oktober 2017;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
meetbrief: het document als bedoeld in artikel 347, eerste lid, van het Wetboek van Koophandel juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stb. 548 (Besluit binnenschependocumenten);
Onder de naam havengeld worden rechten geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente.
Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het schip heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld
De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de belastingplicht.
Artikel 8 Heffing naar tijdsgelang
Indien een vaartuig wordt vervangen door een nieuw of gelijksoortig vaartuig, wordt het voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde havengeld op aanvraag van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde havengeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien het laatstgenoemde havengeld lager is dan het betaalde, teruggaaf van het verschil niet plaatsvindt.
Ingeval een ander dan degene van wie voor een bepaald tijdvak met betrekking tot een vaartuig havengeld is geheven, belastingplichtig is ter zake van hetzelfde vaartuig voor hetzelfde tijdvak, wordt, behoudens ingeval het eerste lid toepassing vindt, voor dat tijdvak het havengeld niet geheven van de ander.
Indien de belastingplicht bij toepassing van het jaartarief voor een vaste ligplaats in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het havengeld verschuldigd naar evenredigheid van het aantal kwartalen dat na het tijdstip van aanvang van de belastingplicht in dat jaar overblijft, het kwartaal van aanvang van de belastingplicht daaronder begrepen.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Tarieventabel Havengelden 2018