Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van begraafrechten 2018 |
Citeertitel | Verordening begraafrechten 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-12-2017 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 23-11-2017 | (2017/463600) |
De raad van de gemeente Haarlem;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 oktober 2017;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van begraafrechten 2018
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder beheersverordening: Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Haarlem.
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk F van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor de rechten zijn betaald. De hier bedoelde rechten kunnen worden betaald voor meer dan één belastingjaar, met dien verstande dat betaling zich niet kan uitstrekken tot na de periode waarvoor toestemming is verleend.
De rechten, worden geheven bij wege van aanslag, of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in onderdelen F.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in onderdeel F.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten dan die bedoeld in onderdeel F.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 10 Bijzondere bepalingen
Bij de overdracht aan de gemeente van het onderhoud van een graf voor onbepaalde tijd op de begraafplaats Schoterweg of van een graf voor bepaalde tijd op deze begraafplaats waarvan de gebruikstermijn niet is verstreken, worden de rechten berekend naar de tarieven bedoeld in rubriek F.1 van de tarieventabel.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, vierde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Tarieventabel Begraafrechten 2018