Organisatie | Noord-Beveland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening liggelden jachthaven Kamperland 2018 gemeente Noord-Beveland |
Citeertitel | Verordening liggelden jachthaven Kamperland 2018 gemeente Noord-Beveland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening liggelden jachthaven Kamperland 2017, gemeente Noord-Beveland
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-12-2017 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 07-12-2017 | 20171207/7 |
De raad van de gemeente Noord-Beveland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet;
vast te stellen de Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noord-Beveland, houdende regels omtrent de heffing en de invordering van liggelden in de jachthaven te Kamperland 2018,
citeertitel: “Verordening liggelden jachthaven Kamperland 2018 gemeente Noord-Beveland”.
Belastingplichtig voor de heffing van het liggeld is de eigenaar, de schipper, de huurder of gebruiker van een pleziervaartuig.
Artikel 5 Termijn van betaling
Het liggeld voor het zomerseizoen dient te worden betaald vóór 15 januari van enig kalenderjaar. De overige vergoedingen dienen te worden betaald vóór de aanvang van het gebruik.
De ligplaatshouder is door ondertekening en retourzending van de “Verordening liggelden jachthaven Kamperland 2018” vóór 31 december 2017 verzekerd van een seizoenplaats voor het daaropvolgend jaar. Restitutie van het betaalde liggeld is dan, om welke reden dan ook, niet meer mogelijk.
Artikel 7 Opzeggen van een seizoenplaats
De ligplaatshouder kan schriftelijk of per mail voor 1 november de seizoenplaats voor het daarop volgende jaar opzeggen.
De “Verordening liggelden jachthaven Kamperland 2017" van 22 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 9, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.