Organisatie | Noord-Beveland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening parkeerbelastingen Veerse Meergebied II 2018 gemeente Noord-Beveland |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen Veerse Meergebied II 2018 gemeente Noord-Beveland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Plattegrond bij Verordening parkeerbelastingen |
Deze regeling vervangt de Verordening parkeerbelastingen Veerse Meergebied II 2017, gemeente Noord-Beveland.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
artikel 225 van de Gemeentewet
Besluit tot aanwijzing plaatsen betaald parkeren en plaatsen bestemd voor het parkeren door vergunninghouders, Verordening parkeerbelastingen Veerse Meergebied II 2018 gemeente Noord-Beveland.
Besluit tot in werking stellen parkeerapparatuur, voorschrift bij Verordening parkeerbelastingen Veerse Meergebied II 2018 gemeente Noord-Beveland.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-12-2017 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 07-12-2017 | 20171207/7 |
De raad van de gemeente Noord-Beveland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet;
vast te stellen de Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noord-Beveland, houdende regels omtrent de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Veerse Meergebied II 2018 gemeente Noord-Beveland,
citeertitel: “Verordening parkeerbelastingen Veerse Meergebied II 2018 gemeente Noord-Beveland”.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorwaarden.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen [een maand] na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.
Artikel 7 Bevoegd tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
De "Verordening parkeerbelastingen Veerse Meergebied II 2017" van 22 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Noord-Beveland in zijn openbare vergadering van 7 december 2017.
De griffier,
C.H. Poortvliet
De voorzitter,
M.J.A. Delhez MSc