Organisatie | Haarlemmermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Haarlemmermeer houdende regels omtrent de heffing en de invordering van liggeld voor woonschepen gemeente Haarlemmermeer 2018 Verordening liggeld voor woonschepen 2018 |
Citeertitel | Verordening liggeld voor woonschepen 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening liggeld voor woonschepen 2017.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-12-2017 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 02-11-2017 | 2017.0053258 |
De raad van de gemeente Haarlemmermeer;
gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 26 september 2017, nummer 2017/………..;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van liggeld voor woonschepen gemeente Haarlemmermeer 2018.
Deze verordening verstaat onder woonschip: een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk als woning wordt gebruikt of tot woning is bestemd.
Onder de naam 'liggeld voor woonschepen' wordt een recht geheven voor het innemen van een ligplaats met een woonschip op de aangewezen ligplaatsen binnen de gemeente.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarieven
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven naar de lengte van het woonschip en bedraagt per belastingjaar per woonschip:
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingjaar verschuldigde recht als er in dat belastingjaar, na het eindigen van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven. Het verzoek om ontheffing dient binnen zes weken na de opgetreden wijziging te zijn ingediend.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,00 en minder is dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het liggeld voor woonschepen.