Organisatie | Soest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening minimafonds deelname sociaal culturele activiteiten 2018 gemeente Soest |
Citeertitel | Verordening minimafonds deelname sociaal culturele activiteiten 2018 gemeente Soest |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Minimafonds deelname sociaal culturele activiteiten |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | Nieuwe regeling | 28-09-2017 | 1570994 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Bijstandsnorm: de op de leef- en woonsituatie van toepassing zijnde bijstandsnorm zoals bedoeld in artikel 5 sub c van de wet, met de uitzondering dat de kostendelersnorm (artikel 22a van de wet) niet van toepassing is;
twee personen die, gehuwd of samenwonend (of daarmee gelijkgesteld ingevolge de bepalingen van de Participatiewet) een gezamenlijke en zelfstandige huishouding voeren, al dan niet met hen ten laste komende kinderen;
De wet: Participatiewet;
Voor wat betreft de vaststelling van het inkomen van het huishouden zijn de bepalingen van de Participatiewet van toepassing. Dit wil zeggen dat bepaalde inkomensbestanddelen en middelen wel en bepaalde inkomensbestanddelen en middelen niet worden meegenomen in de berekening van de hoogte van het inkomen.
De vermogensgrens voor het huishouden is de voor het huishouden toepasselijke grens, die genoemd wordt in artikel 34 van de Participatiewet;
Voor wat betreft de vaststelling van het vermogen van het huishouden zijn de bepalingen van de Participatiewet van toepassing. Dit wil zeggen dat bepaalde vermogensbestanddelen en middelen wel en bepaalde vermogensbestanddelen en middelen niet worden meegenomen in de berekening van de hoogte van het inkomen. Een uitzondering op de Participatiewet-bepalingen is dat vermogen in de vorm van een eigen woning die zelf bewoond wordt niet meetelt als vermogen ingevolge deze verordening.
Artikel 6 De hoogte van de tegemoetkoming
De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt € 120 per jaar voor ieder lid van een huishouden van aanvrager.
Het brede minimabeleid van de gemeente Soest is gericht op inwoners met een kwetsbare financiële positie. Door doelgericht te ondersteunen, willen we voorkomen dat een laag inkomen mensen belemmert in hun ontwikkeling en/of maatschappelijke participatie. Het minimafonds is één van onze instrumenten hierbij. Inwoners die kosten maken voor bijvoorbeeld sporten, lidmaatschap van een vereniging of een theaterbezoek, kunnen bij onze uitvoeringsorganisatie BBS terecht voor een tegemoetkoming in deze kosten. In deze verordening is vastgelegd welke inwoners recht hebben op een tegemoetkoming, voor welke kosten deze geldt, de hoogte van de vergoeding en de manier van aanvragen.
Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Awb of de Gemeentewet niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten ook de verordening moet worden gewijzigd.
Ten aanzien van het beleid met betrekking tot de voorzieningen voor maatschappelijke participatie geldt dat deze uitsluitend betrekking mogen hebben op sociaal-culturele, educatieve of sportieve activiteiten. In artikel 1 lid a is bepaald wat onder sociaal-culturele, educatieve of sportieve activiteit wordt verstaan. Er kan worden gedacht aan een lidmaatschap van een sportvereniging of toneelvereniging.
Artikel 2 Aanspraak op tegemoetkoming
De regeling is bedoeld voor inwoners van Soest met een laag inkomen en een zeer beperkt vermogen.
Op www.berekenuwrecht.nl kunnen burgers zien of ze in aanmerking komen voor deze regeling en op de site van de gemeente zijn aanvraagformulieren beschikbaar.
Voor het minimafonds geldt een inkomensgrens van 130% van de geldende bijstandsnorm, waarbij de kostendelersnorm buiten beschouwing wordt gelaten.
Voor het minimafonds geldt dat de uitgangspunten die de Participatiewet benoemt voor wat betreft vermogen bepalend zijn. Vermogen vanuit een eigen woning wordt in dit geval buiten beschouwing gelaten, mits de aanvrager de woning zelf bewoont.
Artikel 6 De hoogte van de tegemoetkoming
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden en nadere regels
Dit artikel behoeft geen toelichting.