Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 29 augustus 2017, nummer 81BF5176, tot het verlenen van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (Mandaatbesluit RUD Utrecht - provincie Utrecht 2017) |
Citeertitel | Mandaatbesluit RUD Utrecht - provincie Utrecht 2017 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-11-2017 | nieuwe regeling | 29-08-2017 | 81BF5176 |
Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht;
dit mandaatbesluit van toepassing is op de door de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht verleende mandaten;
het algemeen bestuur en de directeur van de RUD Utrecht hebben ingestemd met mandaatverlening door de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht aan de RUD Utrecht;
de Gemeentewet;
de Provinciewet;
De in artikel 1 van de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht opgenomen definities zijn van toepassing op dit besluit. Daarnaast wordt in dit besluit verstaan onder
directeur: de directeur van de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht, bedoeld in artikel 27 van de regeling;
dienstverleningsovereenkomst: de overeenkomst als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de regeling;
regeling: gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht;
Artikel 2: Mandaat en ondermandaat
Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, behelst niet de bevoegdheid tot besluiten tot de intrekking van een vergunning overeenkomstig artikel 5.19 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, behelst niet de bevoegdheid tot beslissen op bezwaarschriften, bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 3: Uitsluiting BRZO-/RIE 4-inrichtingen, alsmede vergunningverlening ‘groene’ regelgeving
Het mandaatbesluit geldt niet ten aanzien van bevoegdheden die betrekking hebben op vergunningverlening, toezicht en handhaving van de BRZO- en RIE 4-inrichtingen, noch op vergunningverlening op grond van de Wet natuurbescherming en de provinciale Verordening natuur en landschap 2017 en andere van toepassing zijnde ‘groene’ wet- en regelgeving.
Bij de uitoefening van een mandaat wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wettelijke regelingen, besluiten, verordeningen, circulaires, aanwijzingen, richtlijnen, beleidsregels van het Rijk en het college betrokken, dan wel, indien dat in een van de genoemde regels is bepaald, in acht genomen, conform de algemene en specifieke instructies en financiële afspraken die gelden op grond van de regeling voor de uitoefening van de betreffende taak.
Een ieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend, past de algemene dan wel specifieke instructies, bedoeld in artikel 10:6 Algemene wet bestuursrecht, van het college toe.
Onverminderd het eerste lid informeert een ieder, aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend, het college schriftelijk bij de toepassing van de procedures, bedoeld in afdeling 3.4, artikel 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht.
Onverminderd het eerste en derde lid, heeft een ieder, aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend, een voorafgaande informatieplicht en een signaleringsplicht jegens het college indien de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor het college, gelet op de inhoud van het besluit, de geadresseerde of de politieke gevoelens in provinciale staten of de samenleving, naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen zal hebben, of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de provincie aansprakelijk wordt gesteld of anderszins in rechte wordt aangesproken. In de gevallen, bedoeld in de vorige volzin, verschaft de directeur de benodigde informatie en voert overleg met het college alvorens de bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, uit te oefenen.
Artikel 6: Volmacht en machtiging
Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen worden met mandaat gelijkgesteld de verlening van:
De directeur draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem in mandaat genomen besluiten via de reguliere planningscyclus en controlcyclus, een en ander in overleg met de mandaatgevers. De verslaglegging wordt ter kennisneming aan het ter zake bevoegde bestuursorgaan gezonden.
Ingeval van uitoefening van ondermandaat worden uitgaande stukken, overeenkomstig het hiervoor bepaalde, ondertekend met dien verstande dat de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de gemandateerde medewerker in de plaats van de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de eerst gemandateerde worden geplaatst.
Het Mandaatbesluit RUD Utrecht - provincie Utrecht d.d. 24 juni 2014 en het Mandaat RUD Utrecht Wet lokaal spoor d.d. 17 november 2015 worden ingetrokken.