Organisatie | Eersel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Eersel |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Eersel 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën en economie |
Geen
artikel 212 van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-11-2017 | 01-01-2017 | 27-02-2021 | Financiële verordening gemeente Eersel 2017 | 31-10-2017 | 17.12718 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
2. Begroting en verantwoording
Het college biedt jaarlijks aan de raad een voorjaarsnota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota vast als richtinggevend document voor het opstellen van de begroting.
Artikel 5. Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen
De nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd door de raad. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen.
Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel aan de raad voor. Met uitzondering van de bepalingen zoals opgenomen in de grondnota.
Op basis van artikel 160 en 169 van de Gemeentewet heeft het college een aantal specifieke bevoegdheden.
Artikel 7. Waardering & afschrijving vaste activa
In de begroting wordt de afschrijvingslast van een investering in het jaar van kredietvotering volledig opgenomen als structurele last. Het daadwerkelijk afschrijven start op 1 januari van het jaar na het in gebruik nemen van het actief. De rentelast met betrekking tot de activa worden in het jaar van kredietvotering volledig structureel begroot als last. Als onderuitputting wordt de helft van de rente als negatieve incidentele last geraamd. In de realisatie wordt de rente in het jaar waarin het actief in gebruik wordt genomen verantwoord.
Artikel 9. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) betrokken.
Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die kunnen worden toegerekend aan activiteiten welke geheel of deels worden bekostigd met een specifieke uitkering of subsidie, binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en in de desbetreffende verantwoordingen over de besteding toegerekend aan die activiteiten.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het derde en vierde lid betreffen, geschiedt door de totale overheadkosten te delen door het totaal aantal productieve uren. Vervolgens wordt het aantal productieve uren dat betrekking heeft op de onderwerpen voor de kostendekkende tarieven en de grondexploitatie vermenigvuldigd met dit bedrag.
De omslagrente voor de rentetoerekening aan de activa wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en de voorzieningen en de rente over het financieringsoverschot of –tekort. De hierdoor berekende totale rentelast, wordt gedeeld door 1% van de geraamde boekwaarde van de vaste activa per 1 januari van het begrotingsjaar.
In afwijking van het eerste lid worden bij vennootschapsbelastingplichtige activiteiten en grondexploitaties alleen de rentekosten voor de inzet van vreemd vermogen aan de kostprijs toegerekend. Bij projectfinanciering worden dan de werkelijke rentekosten toegerekend. In andere gevallen wordt uitgegaan van het gewogen gemiddelde rentepercentage van de portefeuille leningen.
Artikel 10. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de levering van de desbetreffende goederen, diensten of werken wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van leningen of garanties door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden worden ten minste de geraamde integrale kosten in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of de garantie wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
4. Financiële organisatie en financieel beheer
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2017.
Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam ‘Financiële verordening gemeente Eersel 2017’.
De volgende materiële vaste activa worden lineair afgeschreven in:
Gebouwen (exclusief grond) permanent: nieuwbouw/verbouw (inclusief algehele aanpassing) | |
Brandveiligheidsvoorzieningen / inbraak- en brandbeveiliging | |
Indien de verwachte technische en / of economische levensduur korter is geldt een afschrijvingstermijn die daarop is afgestemd. Afschrijvingstermijn kan bij afwijkende technische levensduur worden verruimd tot maximaal 5 jaar voor ICT middelen en maximaal 15 jaar voor zware vervoermiddelen.