Organisatie | Schiermonnikoog |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor ontheffingen van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen en bromfietsen op Schiermonnikoog |
Citeertitel | Beleidsregels voor ontheffingen van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen en bromfietsen op Schiermonnikoog |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | auto-ontheffingen |
gepubliceerd inclusief latere wijzigingen
artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-02-2004 | nieuwe regeling | 27-01-2004 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 2 Algemene ontheffing geslotenverklaring
Motorvoertuigen die herkenbaar zijn als politievoertuig, brandweervoertuig, ambulancevoertuig of lijkauto hebben ontheffing van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen.
Artikel 3 Het verlenen van een eilanderontheffing rijverbod
Artikel 4 het gebruik van een eilanderontheffing rijverbod
Artikel 5 het verlenen van een tijdelijke ontheffing rijverbod
Artikel 6 Het gebruik van een tijdelijke ontheffing rijverbod
Artikel 7 Het verlenen van een jaarontheffing rijverbod
Artikel 8 Het gebruik van een jaarontheffing rijverbod
Voor het gebruik van een jaarontheffing zijn de beleidsregels in artikel 6 van toepassing.
Artikel 9 Het verlenen van een bijzondere, tijdelijke ontheffing rijverbod
Artikel 10 Het gebruik van een bijzondere, tijdelijke ontheffing rijverbod
Artikel 11 Het verlenen van een strandontheffing
Artikel 12 Het gebruik van een strandontheffing
Artikel 13 Het aanvragen van ontheffingen
Indien een aanvraag voor een ontheffing wordt ingediend minder dan 3 werkdagen voor het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, kunnen burgemeester en wethouders de ontheffing intrekken, indien zij van mening zijn dat de aard van de gevraagde ontheffing zodanig is dat voor een verantwoorde beoordeling van de aanvraag onvoldoende tijd aanwezig is.
Artikel 14 Maximale gewichten en maten voor motorvoertuigen
Ontheffing wordt alleen verleend als voertuigen voldoen aan de volgende afmetingen en gewichten.
Artikel 15 Algemene bepalingen
voor het afgeven van een ontheffingen zijn leges verschuldigd. De leges worden jaarlijks vastgesteld en opgenomen in de bij de Legesverordening behorende tarieventabel van de gemeente Schiermonnikoog.
Artikel 17 Intrekking of wijziging van de ontheffing rijverbod
De ontheffing rijverbod wordt ingetrokken of gewijzigd:
Artikel 18 Afwijkingsbevoegdheid
Conform artikel 4:84 van de Awb handelen burgemeester en weghouders overeenkomstig deze beleidsregels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
Deze regels worden aangehaald als: "Beleidsregels voor ontheffingen van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen en bromfietsen op Schiermonnikoog”.
Artikel 20 Overgangsbepaling en inwerkingtreding
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders op 27 januari 2004.
burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,
S. Dijs mr H. Sybesma
TOELICHTING OP DE BELEIDSREGELS VOOR ONTHEFFINGEN VAN DE GESLOTENVERKLARING VOOR MOTORVOERTUIGEN EN BROMFIETSEN OP SCHIERMONNIKOOG
1. Inleiding
Sinds de in gebruikname van de veersteiger in 1968 is het verboden om met motorvoertuigen het eiland te berijden. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van dit verbod. Op 28 april 1983 zijn door burgemeester en wethouders voor het eerst richtlijnen autoontheffingenbeleid vastgesteld. In de loop van de jaren zijn deze richtlijnen op onderdelen gewijzigd.
In 2001 is een totaaloverzicht gegeven van het vigerende ontheffingsbeleid in de notitie Beleid ontheffingen rijverbod. Deze notitie is op 15 mei 2001 door de gemeenteraad vastgesteld.
In de ‘Beleidsregels voor ontheffingen van het rijverbod voor motorvoertuigen op Schiermonnikoog” wordt het beleid zoals dat is weergegeven in de notitie “Beleids ontheffingen rijverbod” vertaald in duidelijke richtlijnen.
Nieuw element in de voorliggende beleidsregels is de verplichting om de ontheffingen aan te plakken achter de voorruit van de motorvoertuigen. Hiertoe zijn vier categorieën van ontheffingen benoemd: eilanderontheffingen, tijdelijke ontheffingen, jaarontheffingen en tijdelijke bijzondere ontheffingen. Hierdoor wordt het eenvoudiger om de beleidsregels ook daadwerkelijk te handhaven.
Naast de ontheffingen op grond van de Wegenverkeerswet worden in deze beleidsregels ook de zogenaamde strandontheffingen geregeld. (artikel 5.15 APV).
2. Inspraakprocedure
De beleidsregels zijn tot stand gekomen in overleg met de politie. Bij de totstandkoming van de beleidsregels is een inspraakprocedure gevolgd, waarbij ook de commissie Verkeer en Vervoer en de gemeenteraad zijn geconsulteerd. Alleen de commissie Verkeer en Vervoer en de gemeenteraad hebben een zienswijze ingediend.
Zienswijze commissie Verkeer en VervoerDe commissie constateert dat een tiental eilanders naast een auto ook een motor op het eiland hebben. Ook heeft een aantal eilanders een kampeerauto, of een klassieke auto. Voor deze voertuigen kan in het huidige beleid geen ontheffing worden gegeven, tenzij de ontheffing van de auto wordt ingetrokken.De commissie adviseert burgemeester en wethouders om het beleid zodanig te versoepelen dat naast de eilander ontheffing voor motoren, kampeerauto’s en klassieke auto’s een ontheffing kan worden afgegeven, voor het vervoer van de stalling op het eiland naar de boot. Zienswijze gemeenteraad SchiermonnikoogDe gemeenteraad van Schiermonnikoog heeft het advies van de commissie Verkeer en Vervoer onderschreven. De gemeenteraad heeft burgemeester en wethouders daarom gevraagd om ontheffingen voor kampeerauto’s e.d. mogelijk te maken.
Burgemeester en wethouders hebben het advies om een (beperkte) ontheffing voor kampeerauto’s e.d. mogelijk te maken over genomen. Het beleid is zodanig verruimd dat inwoners van Schiermonnikoog in aanvulling op hun eilanderontheffing rijverbod een tijdelijke ontheffing rijverbod kunnen krijgen voor een ander motorvoertuig (artikel 5, lid 2f). In het verleden was dit niet mogelijk
3. Juridisch kader
De geslotenverklaring op Schiermonnikoog is gebaseerd op Artikel 2, lid 2b van de Wegenverkeerswet. In dit artikel is aangegeven dat krachtens de Wegenverkeerswet vastgestelde regels kunnen strekken tot het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden. In artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 is geregeld dat de gemeenteraad verkeersbesluiten kan nemen. De gemeenteraad heeft het nemen van verkeersbesluiten d.d. 29 april 2003 gedelegeerd aan burgemeester en wethouders.
Op 12 augustus 1992 hebben burgemeester en wethouders de wegen, voor zover in beheer bij de gemeente, gesloten verklaard voor alle motorvoertuigen en bromfietsen met uitzondering van invalidenvoertuigen met in werking zijnde motor. Tegen dit besluit is beroep aangetekend bij de Kroon. Dit beroep is op 12 oktober 1996 ongegrond verklaard.
Op grond van artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 87 van het reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 kan de gemeenteraad ontheffing verlenen van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen en bromfietsen. Het verlenen van ontheffingen ex artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994 is bij besluit van de gemeenteraad d.d. 29 april 2003 gedelegeerd aan burgemeester en wethouders. Conform artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen burgemeester en wethouders daarbij beleidsregels vaststellen.
De beleidsregels voor het afgeven van ontheffingen van het rijverbod zijn daarmee het sluitstuk van het juridische kader rond de geslotenverklaring voor motorvoertuigen en bromfietsen.
4. Handhaving
Met het toezicht en opsporing is de politie belast (artikel 159 Wegenverkeerswet 1994, artikel 141, 142 van het Wetboek Strafvordering).
5. Artikelgewijze toelichting
Artikel 1
In artikel 1 worden de vier verschillende vormen van ontheffing en de strandontheffing benoemd.
Artikel 2
In artikel 2 wordt geregeld dat voertuigen van politie, brandweer, ambulancediensten en lijkauto’s geen ontheffing nodig hebben.
Artikel 3
In artikel 3 is aangegeven dat maximaal één eilander ontheffing per adres verstrekt wordt. De voorwaarde om een kenteken op naam te tonen is vervallen. Niet in alle gevallen staat een auto namelijk op naam van de gebruiker / houder van de auto. Dat is bijvoorbeeld het geval bij lease-auto’s, huurauto’s en vervangende auto’s.
Voor zover inwoners een ontheffing voor een auto hebben, wordt deze ontheffing door burgemeester en wethouders eerst ingetrokken, alvorens een ontheffing voor een andere auto kan worden verstrekt.
Er is geen beperking verbonden aan het aantal ontheffingen voor bromfietsen.
Artikel 4
Uitgebreide toelichting in raadsvoorstel 29 juni 2004, agendapunt 12. Bedrijfsmotorvoertuigen mogen alleen gebruikt worden door werknemers van het bedrijf. Bij het aanvragen van een bedrijfsontheffing dient te worden aangetoond dat het voertuig ook op naam van het bedrijf is geregistreerd. Tevens moet worden aangegeven voor welk doel het bedrijf de ontheffing wenst.
Artikel 5
Hoofdregel bij het beoordelen van de aanvraag is dat er sprake moet zijn van redelijke belangen. Bij die beoordeling wordt gekeken of geschikte alternatieven beschikbaar zijn, zoals openbaar vervoer, taxibedrijven en vervoersbedrijven.
Voor een aantal categorieën voertuigen wordt standaard ontheffing verleend, als aannemelijk is gemaakt dat het voertuig noodzakelijk is op het eiland. Deze voertuigen zijn in lid 2 genoemd.
Algemene regel is dat voor auto’s die alleen gebruikt worden voor het vervoer van aanhangers geen ontheffing verleend wordt. Op het eiland is een alternatief in de aanwezige taxibedrijven, die de aanhangers kunnen vervoeren naar de plaats van bestemming. Een uitzondering zijn de paardentrailers. Reden voor deze uitzondering is dat Wagenborg als eis stelt dat deze trailers op de veerboot aan een motorvoertuig gekoppeld moeten zijn.
Artikel 6
In artikel 6 is aangegeven dat voorschriften aan de tijdelijke ontheffing gekoppeld kunnen zijn. De ontheffinghouder dient deze voorschriften op te volgen.
Artikel 7
Een aantal bedrijven aan de ‘vaste wal’ heeft een regelmatige dienst op Schiermonnikoog. Te denken valt bijvoorbeeld aan transportbedrijven. Voor zover deze bedrijven vaker dan 10 dagen op het eiland komen, kunnen deze bedrijven een jaarontheffing aanvragen. Een jaarontheffing is geldig voor een kalenderjaar met een marge van één maand om een nieuwe ontheffing aan te vragen.
Artikel 8
Aan een jaarontheffing kunnen evenals aan een tijdelijke ontheffing voorwaarden worden gekoppeld.
Artikel 10
Met het oog op de invoering van een parkeerverbod op Schiermonnikoog is in dit artikel geregeld dat de bijzondere tijdelijke ontheffing rijverbod niet als parkeerontheffing geldt. Hiervoor kan de gehandicapte de Gehandicaptenparkeerkaart gebruiken.
Artikel 11
Strandontheffingen worden alleen verleend aan inwoners van Schiermonnikoog. Deze inwoners moeten dan logischerwijs in het bezit zijn van een eilander ontheffing rijverbod. Aan een strandontheffing kan het college nadere regels verbinden conform de bepaling in artikel 18 van deze regels.
Artikel 13
Normale procedure is dat de aanvraag moet zijn ingediend 3 werkdagen voordat de ontheffing ingaat. Het komt regelmatig voor dat een aanvraag later wordt ingediend. Hiervoor zijn een aantal redenen
er is sprake van een onvoorziene gebeurtenis, zoals een storing;aanvrager is niet op de hoogte van de voorwaarde om een aanvraag minimaal 3 werkdagen van tevoren in te dienen;aanvrager heeft er niet aan gedacht om tijdig een aanvraag in te dienen.Het is mogelijk om een aanvraag sneller te behandelen dan de standaard termijn van 3 dagen, vooral als het gaat om onvoorziene gebeurtenissen.
Artikel 14
De maximale gewichten en maten van vrachtwagens waren geregeld in “de verordening op de afgifte van ontheffingen van het rijverbod op Schiermonnikoog”, laatstelijk gewijzigd op 19 december 1995. Deze verordening regelt in hoofdzaak de delegatie van de bevoegdheid om ontheffingen te verlenen. In deze verordening delegeert de gemeenteraad deze bevoegdheid aan het college. In het kader van de dualisering is op 29 april 2003 een nieuw delegatiebesluit genomen (met dezelfde strekking), waarmee het eerder genomen delegatiebesluit in de genoemde verordening ongeldig is geworden.
Aangezien de gewichten en maten meer het karakter hebben van beleidsregels, is er voor gekozen om dit aspect vanaf nu in deze beleidsregels vast te leggen. Daarmee is “de verordening op de afgifte van ontheffingen van het rijverbod op Schiermonnikoog” geheel overbodig geworden.
Artikel 15
In artikel 15 is aangegeven dat een ontheffing niet uitwisselbaar is. Voor elk kenteken moet een aparte ontheffing worden afgegeven, waarvoor opnieuw leges verschuldigd zijn.
Bovendien is in artikel 15 geregeld dat een ontheffing zichtbaar moet worden aangebracht achter de voorruit van het motorvoertuig, zeker in verband met het kunnen scannen van de QRcode. De eilanderontheffing, de jaarontheffing, de bijzondere tijdelijke ontheffing en de strandontheffing dienen in een daartoe bestemd hoesje van de voorruit te worden geplakt (alleen in de rechterbovenhoek, de rechterbenedenhoek of middenboven). De tijdelijke ontheffing dient zichtbaar op het dashboard achter de voorruit te worden gelegd. De strandontheffing kan in het hoesje vóór de eilanderontheffing worden geschoven.