Organisatie | Krimpen aan den IJssel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel en de Federatie Nederlandse Vakbeweging houdende regels omtrent verzelfstandiging van de gemeentelijke muziekschool Sociaal Plan verzelfstandiging Muziekschool gemeente Krimpen aan den IJssel |
Citeertitel | Sociaal Plan verzelfstandiging Muziekschool gemeente Krimpen aan den IJssel |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel en de Federatie Nederlandse Vakbeweging.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 30-10-2017 |
Bij de gemeente Krimpen aan den IJssel is sprake van de verzelfstandiging van de gemeentelijke Muziekschool. Docenten en consulent gepositioneerd bij het organisatieonderdeel Muziekschool zullen met ingang van 1 januari 2018 geplaatst worden bij Stichting Muziekschool Krimpen aan den IJssel.
Voor veel medewerkers die naar de stichting overgaan, kan dit een ingrijpende verandering betekenen, die ook onzekerheden met zich meebrengt. Partijen willen de overgang van medewerkers naar de stichting goed en zorgvuldig regelen. Het is van belang, dat de uitgangspositie van de medewerkers, die vanuit de gemeente Krimpen aan den IJssel in dienst komen bij de stichting, zo goed mogelijk geborgd is. Dat vergroot het draagvlak voor de verandering.
Daarom zijn er tussen de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) en de gemeente Krimpen aan den IJssel afspraken gemaakt over een Sociaal Plan: het Sociaal Plan verzelfstandiging Muziekschool gemeente Krimpen aan den IJssel.
In dit Sociaal Plan worden regels vastgesteld met betrekking tot de rechtspositionele gevolgen van de overgang en de wijze waarop de overgang plaats zal vinden. De betrokken medewerkers ontvangen een exemplaar van dit Sociaal Plan.
______________________________________________________________________________________________________________
Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel, hierbij vertegenwoordigd door de heer J.H. Blankenberg, wethouder enerzijds
De organisatie van werknemers FNV, gevestigd te Amsterdam, in dezen vertegenwoordigd door de heer B. Woltjer. (Zie de bijlage 1 gehecht aan dit Sociaal Plan) anderzijds
medewerkers - gelet op het bepaalde in artikel 7: 615 van het Burgerlijk Wetboek - in dienst van de gemeente Krimpen aan den IJssel niet onder de werkingssfeer van Boek 7, Titel 10 van het Burgerlijk Wetboek vallen, maar dat met dit sociaal plan mede wordt beoogd daarbij zoveel mogelijk aansluiting te zoeken;
Onder de werkingssfeer van dit Sociaal Plan vallen alle docenten en de consulent werkzaam bij het organisatieonderdeel gemeentelijke Muziekschool die op het moment van de overgang (1 januari 2018) naar de stichting een ambtelijke aanstelling hebben. Dit Sociaal Plan beoogt het bieden van collectieve en individuele garanties, procedures en regels voor deze medewerkers die worden geconfronteerd met de verzelfstandiging van de gemeentelijke Muziekschool.
Het inkomen bij de gemeente bestaande uit salaris opgehoogd met de op de medewerker van toepassing zijnde salaristoelagen, zijnde het individueel keuzebudget 16% (bestaande uit vakantietoelage 8%, eindejaarsuitkering 6% en levensloopbijdrage 1,5% en verhoging in december 2017 0,5%) en het werkgeversdeel pensioen.
Voorwaardelijke pensioen aanspraken
Voorwaardelijke pensioen is een verhoging van uw ABP KeuzePensioen als tegemoetkoming voor het vervallen van de FPU. Dit geldt voor medewerkers die op 31 december 2005 en 1 januari 2006 in dienst waren bij een werkgever die bij het ABP is aangesloten is. Deze aanspraken vervallen als een medewerker niet onafgebroken tot en met 1 januari 2023 in dienst blijft bij een werkgever die bij het ABP is aangesloten.
De nieuwe werkgever streeft ernaar uiterlijk per 1 juli 2018 een eigen arbeidstijdenbeleid te hebben vastgesteld, e.e.a. conform datgene wat daarover in de CAO KE is afgesproken. Tot dat moment blijft de bij de werkgever van toepassing zijnde verhouding les gebonden / niet les gebonden taken van toepassing.
Artikel 4 Overgang dienstverband
De medewerker kan binnen twee weken na ontvangst van het voornemenbesluit of de arbeidsovereenkomst van de nieuwe werkgever zijn bedenkingen kenbaar maken als die zich niet kan verenigen met een besluit van de nieuwe werkgever betreffende de toepassing en de uitvoering van het Sociaal Plan en de functie-inhoud en/of het voornemenbesluit van de werkgever.
De bedenkingen worden gehoord door een door de werkgever in te stellen begeleidingscommissie.
Het advies van de begeleidingscommissie wordt door de werkgever en/of nieuwe werkgever in beginsel overgenomen. De werkgever en/of de nieuwe werkgever mogen uitsluitend met zwaarwegende motieven van het advies van de begeleidingscommissie afwijken. De medewerker wordt van het definitieve besluit op de hoogte gesteld, zodanig dat hij eveneens - indien van toepassing - kennis kan nemen van de zwaarwegende motieven die geleid hebben tot afwijking van het advies van de begeleidingscommissie.
De personeelsdossiers worden ‘schoon’ overgedragen aan de nieuwe werkgevers volgens de wettelijke bepalingen. Dit betekent dat de personeelsdossiers enkel informatie bevatten die noodzakelijk is voor de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. De medewerker heeft desgewenst het recht van inzage in zijn eigen personeelsdossier voordat deze aan de nieuwe werkgever wordt overgedragen.
Artikel 5 Netto-netto garantie
Het verschil tussen de netto inkomensgarantie en het netto inkomen dat de medewerker bij de nieuwe werkgever ontvangt wordt eenmalig vastgesteld op basis van het inkomen dat van toepassing is op het moment van indienstreding. Bij salarisperspectief wordt per van toepassing zijnde periodiek het verschil berekend.
De medewerker ontvangt het verschil tussen de inkomensgarantie en het inkomen bij de nieuwe werkgever in de vorm van een bruto persoonlijke toelage. De nieuwe werkgever betaalt deze persoonlijke toelage maandelijks uit. Uitgezonderd is het component IKB, deze wordt gelijktijdig uitbetaald met de vakantietoelage (8%) en de eindejaarsuikering (8%). De persoonlijke toelage telt niet mee in de berekening van aanvullende arbeidsvoorwaarden of arbeidsvoorwaardenregeling van de nieuwe werkgever.
De persoonlijke toelage eindigt op 1 januari 2028 of eerder als de medewerker uit dienst treedt bij de nieuwe werkgever. De persoonlijke toelage eindigt eveneens als de medewerker voor 1 januari 2028 de AOW gerechtigde leeftijd bereikt en door blijft werken. De persoonlijke toelage stopt dan op de datum waarop de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.
Artikel 7 Secundaire arbeidsvoorwaarden
De medewerker die binnen vijf jaar na de datum van ontslag, maar voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd recht zou hebben gehad op een ambtsjubileumgratificatie, ontvangt een evenredig deel van de gratificatie. In dat geval wordt de laatste maand vóór de datum van ingang van het ontslag als de maatgevende maand aangemerkt. Om dubbeling in de toekomst te voorkomen wordt het ontvangen bedrag verrekend met te ontvangen jubileumgratificaties bij de nieuwe werkgever.
Overgangsrecht gratificatie dienstjubileum
De medewerker die valt onder het overgangsrecht gratificatie dienstjubileum, vastgelegd in de Richtlijnen bijzondere gebeurtenissen 2016, ontvangt een evenredig deel van de gratificatie. Om dubbeling in de toekomst te voorkomen wordt het ontvangen bedrag verrekend met te ontvangen jubileumgratificaties bij de nieuwe werkgever.
Tegemoetkoming zorgverzekering
De nieuwe werkgever kent geen tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering zoals beschreven in artikel 3:26 van de CAR-UWO. De medewerker die in 2017 aanspraak op deze tegemoetkoming had ontvangt een eenmalige vergoeding ter hoogte van twee maal de tegemoetkoming uit voornoemd artikel.
Artikel 8 Looptijd Sociaal Plan
Dit Sociaal Plan heeft een looptijd van 1 jaar te rekenen vanaf de dag van overgang (1 januari 2018). Garanties zoals genoemd in artikel 5 lid 4 tot met lid 8 van dit Sociaal Plan worden gehandhaafd tot de in dit Sociaal Plan overeengekomen datum, ook al ligt deze na het verstrijken van de looptijd. De persoonlijke toelage eindigt op 1 januari 2028.