Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Assen

Beleidsregels toestemming reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels toestemming reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten.
Citeertitel
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 34 van de Paspoortwet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-11-2017Nieuwe regeling

20-10-2017

gmb-2017-194975

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels toestemming reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten.

De burgemeester van Assen,

 

Overwegende,

dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen voor de toestemming van de gezaghouder bij de aanvraag van een reisdocument of Nederlandse identiteitskaart voor handelingsonbekwamen,

dat met deze beleidsregels een uniforme en zorgvuldige werkwijze binnen de wettelijke kaders wordt nagestreefd,

dat hierdoor beoogd wordt het risico op het ongewenst meenemen van kinderen naar het buitenland tot een minimum te reduceren,

Gelet op de artikelen 34 t/m 36 van de Paspoortwet, de artikelen 22, 31 en 32 van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001, alsmede op de titels 14 en 16 van Boek I Burgerlijk Wetboek,

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de

Beleidsregel toestemming reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten  

Artikel 1. Begripsbepalingen

a. toestemming: schriftelijk gegeven toestemming van de gezaghouder(s) voor de afgifte van een

reisdocument of Nederlandse identiteitskaart ten behoeve van een handelingsonbekwame, duidelijk

blijkend uit een eigenhandig gemaakte verklaring of uit een daartoe bestemd formulier.

b. gezaghouder: degene(n) die op grond van Boek I Burgerlijk Wetboek het gezag over een

handelingsonbekwame heeft/hebben.

c. toestemming in persoon: toestemming bij de ambtenaar burgerzaken ten tijde van de aanvraag voor

een reisdocument of Nederlandse identiteitskaart voor een handelingsonbekwame.

d. toestemming niet in persoon: iedere toestemming die niet is gedaan bij de ambtenaar

burgerzaken ten tijde van de aanvraag voor een reisdocument of Nederlandse identiteitskaart voor een handelingsonbekwame.

e. reisdocument: nationaal paspoort,diplomatiek paspoort,dienstpaspoort,reisdocument voor

vluchtelingen, reisdocument voor vreemdelingen, nooddocument, faciliteitenpaspoort, tweede paspoort.

f. handelingsonbekwame: conform Boek I Burgerlijk Wetboek, een minderjarige of een onder curatele

gestelde.

g. legitimatiebewijs: bewijs conform artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

 

Artikel 2. Documenten voor vaststelling identiteit

1. De toestemming voor de aanvraag van een reisdocument of Nederlandse identiteitskaart ten behoeve van een handelingsonbekwame kan zowel in persoon als niet in persoon worden gedaan.

2. Indien een gezaghouder in persoon verschijnt bij de aanvraag voor een reisdocument of Nederlandse

identiteitskaart ten behoeve van een handelingsonbekwame geeft hij/zij -al dan niet gezamenlijk met de andere gezaghouder- toestemming op vertoon van (een kopie van) zijn/haar Nederlandse reisdocument bij de ambtenaar van het team Burgerzaken.

3. Indien een gezaghouder niet in persoon verschijnt bij de aanvraag voor een reisdocument of Nederlandse identiteitskaart ten behoeve van een handelingsonbekwame, dient de toestemming te worden gegeven onder gelijktijdig vertoon van een (kopie van een) Nederlands reisdocument van de desbetreffende gezaghouder.

4. Als van een toestemming gevende gezaghouder redelijkerwijs geen (kopie van een) reisdocument kan

worden verlangd, dient bij de aanvraag voor een reisdocument of Nederlandse identiteitskaart een ander legitimatiebewijs, conform artikel 1, onder g te worden overgelegd.

5. Wanneer evenmin aan lid 4 kan worden voldaan, dient van de daarin bedoelde gezaghouder andere

stukken voorzien van diens foto en handtekening te worden overgelegd.

Artikel 3. Twijfel identiteit toestemming gever

1. Indien na toepassing van artikel 2 twijfel blijft bestaan over de identiteit van de toestemming

gevende gezaghouder, kan de ambtenaar burgerzaken verlangen dat de betreffende persoon zelf verschijnt op vertoon van een legitimatiebewijs, of, indien een legitimatiebewijs in alle redelijkheid niet kan worden verlangd, een ander bewijs waaruit de identiteit van de toestemming gevende gezaghouder blijkt.

2. De ambtenaar burgerzaken kan verlangen dat de toestemming gevende gezaghouder in diens bijzijn

alsnog een handtekening plaatst teneinde deze te kunnen vergelijken met die op het overgelegde

legitimatiedocument.

3. De ambtenaar burgerzaken kan bij twijfel verlangen dat een toestemming gevende gezaghouder meerdere bewijzen ter identificatie overlegt.

 

Artikel 4. Identificatie aan de hand van de vaststelling echtheid handtekening

1. Wanneer een handtekening van een gezaghouder op de toestemmingsverklaring onvoldoende

overeenkomst vertoont met die in het overgelegde legitimatiebewijs kan de ambtenaar burgerzaken

verlangen dat die handtekening -al dan niet in zijn bijzijn- opnieuw geplaatst wordt.

2. De ambtenaar burgerzaken kan van de toestemming gevende gezaghouder andere documenten

verlangen om diens handtekening vast te stellen. Desnoods kan de ambtenaar hiervoor ook andere

administraties raadplegen.

3. Legalisatie van de handtekening van de toestemminggever kan verlangd worden in gevallen waarin

twijfel bestaat of blijft bestaan over de echtheid van de handtekening van een gezaghouder.

4. De mogelijkheden van de leden 1 t/m 3 kunnen in combinatie worden toegepast.

 

Artikel 5. Twijfel bevoegdheid toestemming gevende persoon.

1. Indien er onzekerheid of twijfel bestaat over de bevoegdheid van de toestemming gevende persoon als zijnde gezaghouder van de handelingsonbekwame, kan de ambtenaar burgerzaken contact opnemen met de griffier van het gezagsregister bij de desbetreffende rechtbank.

In geval van curatele kan hij het gelijknamige register raadplegen of nader contact opnemen met de

beheerder van dit register.

2. Ongeacht het eerste lid kan de ambtenaar burgerzaken documenten van de toestemminggever verlangen waaruit ondubbelzinnig zijn/haar bevoegdheid als gezaghouder van de handelingsonbekwame blijkt. De ambtenaar burgerzaken kan eveneens op eigen initiatief onderzoek doen naar de bevoegdheid van de toestemming gevende persoon.

 

Artikel 6. Inwerkingtreding.

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na die van de bekendmaking.

 

Artikel 7. Citeertitel.

Deze beleidsregels worden aangeduid als: Beleidsregels toestemming reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten.

 

 

 

 

 

Toelichting.

 

Algemeen

De bovengenoemde beleidsregels zijn een nadere uitwerking van artikel 32 van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 (PUN). In de PUN is regelgeving opgenomen als nadere uitvoering van de Paspoortwet.

Een onderdeel van deze nadere regelgeving is de vereiste toestemming voor een reisdocument of Nederlandse identiteitskaart voor handelingsonbekwamen, namelijk de minderjarigen en de onder curatele gestelden.

Artikel 32 van de PUN geeft gemeenten ruimte om aanvullende regels te stellen ten aanzien van de identiteit van degene die toestemming moet geven voor een reisdocument of Nederlandse identiteitskaart voor minderjarigen en onder curatele gestelden.

Hiervan is gebruik gemaakt door bijgaande beleidsregels vast te stellen.

 

Met deze beleidsregels zijn extra zekerheiden ingebouwd op het punt van de te overleggen identificatiedocumenten, de echtheid van de handtekening en de bevoegdheid van de gezaghouder van de handelingsonbekwame. Het inbouwen van dergelijke zekerheden leidt niet alleen tot een zorgvuldige maar ook tot een uniforme werkwijze bij de aanvraag voor een reisdocument of Nederlandse identiteitskaart voor minderjarigen of onder curatele gestelden. Met deze werkwijze wordt beoogd het risico op het ongewenst meenemen van met name kinderen naar het buitenland tot een minimum te reduceren.

Deze beleidsregels worden grotendeels in de praktijk al uitgevoerd. Met de vaststelling hiervan wordt de dagelijkse uitvoering nu ook juridisch afgedicht. Dit is eveneens van belang met het oog op eventuele

juridische procedures.

 

----------------------------------------------------------------------------------

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit artikel worden enkele bepalingen nader omschreven die regelmatig in deze beleidsregels worden genoemd. Veelal zijn de begripsbepalingen en de omschrijvingen afgeleid van de Paspoortwet en de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 (PUN). Dit is ook de reden dat de Nederlandse identiteitskaart

in de beleidsregels apart wordt genoemd, nu dit document in de Paspoortwet niet valt onder de categorie reisdocumenten.

 

Artikel 2. Toestemming.

Dit artikel geeft aan met welke documenten de identiteit van de toestemming gevende gezaghouder kan worden vastgesteld. Dit artikel moeten worden gezien als een uitwerking van artikel 32, lid 1 van de PUN, jo. artikel 22 van de Paspoortwet.

 

Artikel 3. Twijfel identiteit toestemminggever.

De identiteit van de toestemming gevende gezaghouder moet onomstotelijk vaststaan. Dit artikel geeft de ambtenaar burgerzaken bij twijfel aanvullende mogelijkheden om de identiteit alsnog goed vast te kunnen stellen. Ook hiermee wordt beoogd om ongewenste situaties te voorkomen, zoals het meenemen van een kind naar het buitenland tegen de wil van de andere gezaghouder.

 

Artikel 4. Identificatie aan de hand van de vaststelling echtheid handtekening .

De identificatie aan de hand van het vaststellen van de echtheid van de handtekening is een onderdeel van het vaststellen van de identiteit van de gezaghouder.

Ook op dit punt moet onomstotelijk vast staan dat de handtekening afkomstig is van de toestemming gevende gezaghouder.

 

Artikel 5. Twijfel bevoegdheid toestemming gevende persoon.

Degene die toestemming geeft voor de afgifte van een reisdocument voor handelingsonbekwamen doet dit in de hoedanigheid van gezaghebbende ouder(s), voogd(en) of curator.

Dit gezag is geregistreerd bij de griffier van het gezagsregister bij de rechtbank of in het geval van curatele in het gelijknamige register.

 

 

 

 

 

Bij twijfel aan de bevoegdheid van de toestemminggever kan de ambtenaar burgerzaken contact opnemen met de rechtbank voor nadere informatie. Mocht dit onvoldoende zijn dan blijft de mogelijkheid open om van de persoon in kwestie nadere stukken ter bewijs te verlangen of dat de ambtenaar burgerzaken zelf onderzoek doet.

Ook dit artikel is er op gericht om fraude te voorkomen zodat o.a. het ongewenst meenemen van een minderjarige naar het buitenland wordt tegen gegaan.

 

 

 

Artikel 6 en 7

Spreken voor zichzelf.

Aldus vastgesteld op 20 oktober 2017.

De burgemeester,

M.L.J. Out.