Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Organisatieregeling Noord-Holland 2006 |
Citeertitel | Organisatieregeling Noord-Holland 2006 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | organisatie, ambtelijk, provinciebestuur, concerninrichting |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2016 | 01-01-2020 | art. 6 | 14-06-2016 Provinciaal blad, 2016, 59 | 813686-813697 | |
15-04-2010 | 01-07-2016 | Artt. 2, 7, 9 | 30-03-2010 Provinciaal blad, 2010, 42 | 2010-11666 | |
01-01-2006 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 13-12-2005 Provinciaal Blad, 2005, 107 | 2005-59778 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;
overwegende dat de Verordening omtrent de ambtelijke organisatie van de provincie Noord-Holland, waarin regels zijn vastgelegd over de inrichting van de ambtelijke organisatie, aangepast dient te worden aan de Provinciewet zoals die luidt na inwerkingtreding van de Wet dualisering provinciebestuur;
overwegende dat de Verordening omtrent de ambtelijke organisatie van de provincie Noord-Holland aangepast dient te worden aan de gewijzigde organisatiestructuur in verband met de reorganisatie (GS 9 maart 2004);
gezien het Concerninrichtingsplan (GS 23 november 2004);
gelet op artikel 158, lid 1 onder c en artikel 100, lid 2 van de Provinciewet;
De provinciesecretaris als hoofd van de ambtelijke organisatie
Haarlem, 13 december 2005.
Gedeputeerde staten voornoemd,
H.C.J.L. Borghouts, voorzitter.
H.W.M. Oppenhuis de Jong, provinciesecretaris.
De reorganisatie en de nieuwe besturingsfilosofie
In 2003 trad er een nieuw college aan. Dit college heeft de ambtelijke organisatie opgedragen “een slagvaardige en kwalitatief hoogwaardige organisatie te bouwen die in staat is (…) de uitvoering van het collegeprogramma te realiseren.” Deze organisatieregeling is een uitvloeisel van de reorganisatie en de nieuwe organisatiestructuur per 1 januari 2006.
De bijbehorende missie is in het eerste lid van artikel 1 van de Organisatieregeling opgenomen, zoals ook verwoord in het concerninrichtingsplan.
Het tweede lid noemt de uitgangspunten bij de inrichting van de ambtelijke organisatie met als doel efficiënte producten en een slagvaardige organisatie, waaronderhet “eye over eye- principe” en het INK-model (zie ook het Concern- inrichtingsplan).
Artikel 2 regelt de positie van de provinciesecretaris/algemeen directeur en zijn plaatsvervanger.
Artikel 3 noemt een aantal taken van de provinciesecretaris.
Tot op heden bestond er een separate Instructie voor de Griffier (lees: provinciesecretaris), deze instructie is nu geactualiseerd en geïncorporeerd in de Organisatieverordening.
Ingevolge het vierde lid neemt de provinciesecretaris ingeval van buitengewone omstandigheden, adequate maatregelen (een recent voorbeeld hiervan is de wateroverlast in het gebouw op het Houtplein). De provinciesecretaris doet dit “...zo mogelijk in overleg met gedeputeerde staten...” (lees: of de commissaris van de Koningin of een of meer gedeputeerden, af hankelijk van het feit wie er op dat moment bereikbaar is).
De provinciesecretaris beslist over de inzet van ambtelijke bijstand binnen de kaders van de Verordening ambtelijke bijstand Provinciale Staten van Noord-Holland 2003.
De provinciesecretaris zorgt er conform artikel 4 voor dat de voorstellen aan GS en de Commissaris van de Koningin zorgvuldig zijn voorbereid, van voldoende kwaliteit en besluitrijp zijn. Dit geldt voor alle voorstellen aan GS, inclusief de Voordrachten c.a. aan PS.
Van een afzonderlijke opdracht om de kwaliteit van de stukken voor PS te verzekeren is daarom afgezien.
Artikel 5 regelt dat de provinciesecretaris en de statengriffier regelmatig afstemmen met elkaar. De nieuwe hoofdstructuur – vier directies, een provinciesecretaris en vier directeuren – is een manier om de slagvaardigheid van de provincie centraal te stellen.
De indeling van de ambtelijke organisatie is weergegeven in artikel 6.
Het vierde lid onder a verwijst naar artikel 158, eerste lid en onder c, van de Provinciewet en is voor alle duidelijkheid in deze regeling opgenomen. In sub b is opgenomen dat de provinciesecretaris binnen de hoofdstructuur tot wijzigingen kan besluiten. Deze bepaling is opgenomen om de flexibiliteit te helpen waarborgen.
Het tweede lid van artikel 7 noemt ‘de bestuursorganen’; hieronder vallen het college van GS, de Commissaris van de Koningin en PS. De directeuren leggen ingevolge het derde lid aan de provinciesecretaris verantwoording af binnen de gestelde kaders.