Organisatie | Grave |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels standplaats en ventvergunningen |
Citeertitel | Beleidsregels standplaats en ventvergunningen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
De publicatiedatum van deze regeling is niet bekend.
Onbekend
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-08-2000 | Nieuwe regeling | 15-08-2000 Onbekend | Geen. |
Het college van burgemeester en wethouders;overwegende dat het wenselijk is om regels vast te stellen met betrekking tot het in de uitoefening van de handel op of aan de weg of aan een openbaar water, aan een huis dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking- voor het publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden van goederen, het verkopen of afgeven van goederen, dan wel het aanbieden van diensten;overwegende dat het wenselijk is om regels vast te stellen met betrekking tot het op of aan de weg of een openbaar water dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van de handel, dan wel anderszins goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden;gelet op het bepaalde in de artikelen 5.2.2 en 5.2.3 van de Algemene plaatselijke verordening;gelet op het bepaalde in artikel 1.4 van de Algemene plaatselijke verordening;gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;B E S L U I T :vast te stellen de navolgende beleidsregels ten aanzien van handelingen als bedoeld in de artikelen 5.2.2 en 5.2.3 van de Algemene plaatselijke verordening:
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:
venten: het in de uitoefening van de handel op of aan de weg of aan een openbaar water, aan een huis dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats goederen te koop aan te bieden, te verkopen of af te geven, dan wel diensten aan te bieden, waarbij men de bovengenoemde handelingen niet langer dan tien minuten vanaf dezelfde plaats verricht;
standplaats: het op of aan de weg of aan een openbaar water dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats met een voertuig, kraam, een tafel of enig ander middel een plaats in te nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden, of anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek;
seizoensgebonden producten: ijs en ijsproducten; aan de viering van Sint Nicolaas gerelateerde etenswaren als speculaas, marsepein et cetera; aan de viering van Kerstmis gerelateerde producten als kerstbomen, kerstboomdecoraties, kerststerren, worstenbrood en dergelijke; aan de viering van Oudjaar gerelateerde etenswaren zoals oliebollen en aanverwante etenswaren. IJs en ijsproducten mogen als seizoensgebonden producten worden verkocht tussen 1 april en 31 oktober. De producten die aan de viering van Sint Nicolaas, Kerstmis en Oudjaar gerelateerd zijn, mogen als seizoensgebonden product worden verkocht in de maanden november en december.
Artikel 1.2 Eisen vergunninghouder
Het in het eerste lid gestelde geldt niet voor de aanvrager van een standplaatsvergunning of een ventvergunning, wanneer deze aanvrager optreedt namens een vereniging, stichting of instelling die zich richt op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaalculturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard en de opbrengst in zijn geheel, na aftrek van de noodzakelijk te maken kosten, ten goede komt aan het doel waarop de vereniging, stichting of instelling zich richt. De noodzakelijke kosten mogen niet bestaan uit een vergoeding voor arbeid van de vergunninghouder.
Artikel 1.3 Geldigheidsduur vergunning
De vergunninghouder van een vergunning als bedoeld in het eerste lid kan voor het nieuwe kalenderjaar een vergunning aanvragen. Een dergelijke aanvraag dient tenminste zes weken voor 31 december bij het college te zijn ingediend. Mits de aanvrager nog steeds voldoet aan de voorwaarden om voor een dergelijke vergunning in aanmerking te komen en er zich geen feiten of omstandigheden hebben voorgedaan die een eventuele nieuwe vergunningverlening in de weg staan, geniet de vergunninghouder bij de verlening van de nieuwe vergunning voorrang op andere aanvragers.
Paragraaf 1 Standplaatslocatie
Artikel 2.1.1 Aanwijzing standplaatslocatie
Standplaatsen kunnen slechts ingenomen worden op de navolgende locaties:1. Grave-Stad (parkeerterrein Lunette)2. Grave-West (parkeerterrein mgr. Borretweg)3. Estersveld (parkeerterrein Essinklaan)4. Escharen (Burgemeester De Bourbonplein)5. Velp (kerkplein Tolschestraat)6. Gassel (Julianaplein)een en ander zoals weergegeven op een bij dit besluit behorende kaart die aan dit besluitwordt gehecht.
Artikel 2.1.2 Faciliteiten standplaatsen
Vergunninghouders dienen zonodig zelf zorg te dragen voor elektriciteit en water.
Artikel 2.1.4 Alternatieve standplaatslocatie
Op verzoek van de vergunninghouder kan, voor zover het belang van de openbare orde, het belang van het voorkomen of beperken van overlast, het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving of het belang van de verkeersvrijheid en verkeersveiligheid zich daartegen niet verzet, aan verenigingen, stichtingen en instellingen met een recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige doelstelling, een alternatieve standplaatslocatie worden toegewezen.
Artikel 2.2.2 Afwijking maximumstelsel
In afwijking van het bepaalde in artikel 2.2.1 kan een standplaatsvergunning worden verleend aan verenigingen, stichtingen of instellingen die zich richten op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard, mits de eventuele opbrengsten uit verkoop of dienstverlening, na aftrek van de noodzakelijk te maken kosten, geheel ten goede komen aan de doelstelling van de vereniging, stichting of instelling. De noodzakelijke kosten mogen niet bestaan uit een vergoeding voor arbeid van de vergunninghouder.
Het totale aantal te verlenen standplaatsvergunningen per standplaatslocatie per dag of dagdeel, mag niet groter zijn dan vijf. Van deze vijf standplaatsvergunningen mogen maximaal twee vergunningen verleend worden voor de verkoop van seizoensgebonden producten en mogen maximaal drie vergunningen verleend worden aan verenigingen, stichtingen en instellingen als bedoeld in artikel 2.2.2, lid 2. Het aantal voor commerciële doeleinden te verlenen standplaatsvergunningen mag niet hoger zijn dan twee.
In afwijking van het in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel bepaalde kan een standplaatsvergunning worden verleend bij specifieke festiviteiten van zeer tijdelijke aard, doch alleen voor zover de te verkopen producten of de dienstverlening een duidelijke aantoonbare relatie hebben met de specifieke festiviteit.
Paragraaf 3 Overige bepalingen aangaande standplaatsen
Artikel 2.3.1 Tijden innemen standplaats
In afwijking van het in het eerste lid bepaalde mag een standplaats op de in artikel 2.1.1 onder 1. genoemde locatie (Grave-Stad) op vrijdagen wanneer de weekmarkt gehouden wordt, eerst om 13.30 uur worden ingenomen. Dit geldt niet voor het innemen van standplaatsen door verenigingen, stichtingen of instellingen die zich richten op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard wanneer het te verhandelen artikel niet reeds op de weekmarkt wordt aangeboden.
In afwijking van het eerste lid kan de geldigheid van een ventvergunning die aan een vereniging, stichting of instelling met een recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige doelstelling wordt verleend, beperkt worden tot een in die vergunning nader aan te duiden deel, dan wel delen van de gemeente.
Artikel 3.2.2 Afwijking maximumstelsel
In afwijking van het bepaalde in artikel 3.2.1 kan een ventvergunning worden verleend aan verenigingen, stichtingen of instellingen die zich richten op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard, mits de eventuele opbrengsten uit verkoop of dienstverlening, na aftrek van de noodzakelijk te maken kosten, geheel ten goede komt aan de doelstelling van de vereniging, stichting of instelling. De noodzakelijke kosten mogen niet bestaan uit een vergoeding voor arbeid van de vergunninghouder.
Het totale aantal te verlenen ventvergunningen per dag of dagdeel, inclusief de vergunningen verleend voor de verkoop van seizoensgebonden producten en vergunningen verleend aan verenigingen, stichtingen en instellingen als bedoeld in artikel 3.2.2, lid 2, mag niet groter zijn dan vijf. Van deze vijf ventvergunningen mogen maximaal twee vergunningen verleend worden voor de verkoop van seizoensgebonden producten en mogen maximaal drie vergunningen verleend worden aan verenigingen, stichtingen en instellingen als bedoeld in artikel 2.2.2, lid 2. Het aantal voor commerciële doeleinden te verlenen ventvergunningen mag niet hoger zijn dan twee.
In afwijking van het in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel bepaalde kan een ventvergunning worden verleend bij specifieke festiviteiten van zeer tijdelijke aard, doch alleen voor zover de te verkopen producten of de dienstverlening een duidelijke aantoonbare relatie hebben met de specifieke festiviteit.
Paragraaf 3 Overige bepalingen aangaande venten
In afwijking van hetgeen in dit artikel in lid 1 en 2 is gesteld, kunnen, in het belang van de openbare orde, in het belang van het voorkomen of beperken van overlast en/of in het belang van de verkeersveiligheid, afwijkende tijden worden vastgesteld of bepaalde gedeelten van de gemeente worden uitgezonderd.