Paragraaf 1. Voorbereiding
6. Vaststelling van de voorlopige agenda
De voorzitter overlegt met het fusiebeRaad over de samenstelling van de voorlopige agenda voor de vergadering van de gezamenlijke raad.
7. Indeling raadsvergaderingen
- 1.
De gezamenlijke raadsvergaderingen kunnen bestaan uit een huishoudelijk gedeelte, een informerend gedeelte, een opiniërend gedeelte en een besluitvormend gedeelte.
- 2.
Het huishoudelijk gedeelte wordt tijdens de vergaderingen geagendeerd, waarna de lokale raden besluiten nemen en is ten minste bestemd voor:
- a.
vaststelling agenda en vaststelling besluitenlijsten;
- b.
inspreekrecht geagendeerde onderwerpen;
- c.
- d.
mededelingen van raads-, collegeleden en voorzitters;
- e.
vragenhalfuur / mondelinge vragen van raadsleden.
- 3.
De besluiten worden door de twee lokale raden genomen, onder voorzitterschap van de lokale voorzitter en in aanwezigheid van de lokale griffier.
8. Vergaderfrequentie
- 1.
De besluitvormende vergaderingen van de gezamenlijke raad vinden in de regel plaats 1 maal in de maand plaats, vangen aan om 19:30 uur en worden gehouden op een locatie binnen de grenzen van de twee gemeenten.
- 2.
De gezamenlijke raad vergadert als de twee voorzitters dit gezamenlijk nodig vinden of als ten minste een vijfde van de leden hierom verzoekt. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend met opgaaf van reden (zie art.17 Gemeentewet).
9. Oproep
- 1.
De technisch voorzitter laat ten minste 10 dagen voor een gezamenlijke vergadering een uitnodiging publiceren in de raadsinformatiesystemen, onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.
- 2.
Ook de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken worden gepubliceerd via de beide raadsinformatiesystemen
- 3.
De voorlopige agenda van de openbare vergaderingen wordt ook gepubliceerd via de gemeentepagina’s in Het Kontakt onder verwijzing naar de raadsinformatiesystemen. De openbare stukken van de vergadering zijn hierdoor voor alle inwoners van beide gemeenten raadpleegbaar.
- 4.
Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, worden deze stukken niet openbaar gemaakt, maar zijn deze stukken alleen door raads- en collegeleden te raadplegen.
Paragraaf 2. Ter vergadering
10. Agenda
- 1.
In spoedeisende gevallen kan de technisch voorzitter na het publiceren van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.
- 2.
Bij aanvang van de vergadering stelt de gezamenlijke raad de agenda vast. Op voorstel van een lid van de gezamenlijke raad of de voorzitter kan de gezamenlijke raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen, van de agenda afvoeren of de voorgestelde behandeling van een agendapunt wijzigen.
- 3.
Wanneer de gezamenlijke raad een onderwerp onvoldoende voorbereid acht voor de openbare beraadslaging, kan hij aan het gezamenlijk college nadere inlichtingen of advies vragen.
- 4.
Op voorstel van een lid van de gezamenlijke raad of van de technisch voorzitter kan de raad de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.
11. Presentielijst
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder raadslid de presentielijst van zijn gemeenteraad.
12. Opening vergadering; quorum
- 1.
De technisch voorzitter heet alle aanwezigen welkom in de vergadering op het vastgestelde uur indien, behalve de voorzitters, van elk van de twee raden ten minste meer dan de helft van de leden aanwezig is. Aansluitend opent de voorzitter van de lokale raad op de gebruikelijke wijze de lokale raadsvergadering.
- 2.
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de technisch voorzitter, na voorlezing van de namen van de afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.
13. Inspreekrecht burgers
- 1.
Na de opening van de vergadering kunnen aanwezige burgers/inwoners gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen. De spreektijd per inspreker is maximaal 5 minuten.
- 2.
Burgers die willen inspreken over een agendapunt worden daartoe in de gelegenheid gesteld door de technisch voorzitter.
- 3.
Het woord kan niet gevoerd worden:
- a.
over een besluit van een van de twee gemeentebesturen waartegen bezwaar of beroep bij de rechter openstaat of heeft opengestaan;
- b.
over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
- c.
indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;
- d.
over onderwerpen die eerder in een gezamenlijke raadsvergadering geagendeerd werden.
- 4.
Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de vergadering bij de griffier onder vermelding van het onderwerp.
- 5.
Nadat de inspreker het woord heeft gevoerd stelt de technisch voorzitter de raadsleden in de gelegenheid de inspreker(s) vragen te stellen over dat wat door de inspreker(s) naar voren is gebracht.
14. Ingekomen stukken
- 1.
Bij het agendapunt ingekomen stukken wordt een totaallijst met ingekomen stukken gepubliceerd. Alle openbare stukken zijn in te zien via de raadsinformatiesystemen.
- 2.
Brieven van inwoners worden vanwege de Wet op de Privacy wel op de totaallijst genoemd, maar niet openbaar gemaakt. Wordt toch een verzoek tot openbaar making ontvangen, dan wordt een versie van de brief zonder persoonsgegevens verstrekt.
15. Besluitenlijst en toezeggingen
- 1.
Bij de besluitvormende vergaderingen wordt gebruik gemaakt van audiotulen en een besluitenlijst opgesteld. De audiotulen kunnen via de raadsinformatiesystemen worden beluisterd.
- 2.
De besluitenlijsten worden vastgesteld in de besluitvormende vergaderingen.
- 3.
De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffiers en de secretarissen hebben het recht een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft wat gezegd of besloten is.
16. Mondelinge vragen/vragenhalfuur
- 1.
Tijdens het huishoudelijke gedeelte van de raadsvergadering is er de mogelijkheid tot het stellen van mondelinge vragen. Voor mondelinge vragen die ten minste 24 uur voor aanvang van de vergadering schriftelijk zijn ingediend, geldt een antwoordgarantie ter vergadering.
- 2.
Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het gezamenlijk college te stellen.
- 3.
Na de beantwoording door/namens het gezamenlijk college krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.
- 4.
Vervolgens kan de voorzitter aan andere leden van de gezamenlijke raad het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het gezamenlijk college vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.
17. Aantal spreektermijnen
- 1.
De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in beginsel in twee termijnen, tenzij de gezamenlijke raad anders beslist.
- 2.
Elke spreektermijn wordt door de technisch voorzitter afgesloten.
18. Handhaving orde en schorsing
- 1.
Een spreker mag in zijn betoog niet worden onderbroken, tenzij:
- a.
de technisch voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit convenant te herinneren;
- b.
een lid hem wil interrumperen. De technisch voorzitter bepaalt of de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog mag afronden.
- 2.
Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de technisch voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betrokken spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp, het woord ontzeggen.
- 3.
De technisch voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en -als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord- de vergadering sluiten.
- 4.
Een raadslid kan een verzoek doen aan de technisch voorzitter de vergadering voor enige tijd te schorsen voor interne beraadslaging. De technisch voorzitter beslist of de schorsing is toegestaan en voor welke tijd.
19. Deelname aan de beraadslaging door anderen
- 1.
De gezamenlijke raad kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.
- 2.
Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de technisch voorzitter of één der leden van de raad genomen voordat met de beraadslaging van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.
20. Beslissing
- 1.
Wanneer de technisch voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de gezamenlijke raad anders beslist.
- 2.
Nadat de beraadslaging is gesloten vindt in de lokale raad, na een stemming over eventuele amendementen, de stemming plaats over het voorstel. Daarna vindt stemming plaats over eventueel ingediende moties over hetzelfde onderwerp.
- 3.
Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de technisch voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing.
- 4.
Elke lokale raad neemt afzonderlijk een besluit over een onderwerp. De voorzitter van de desbetreffende raad brengt een onderwerp in stemming op verzoek van de technisch voorzitter van de vergadering met inachtneming van de wet en het eigen reglement van orde.
- 5.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kan een lid zijn uit te brengen stem kort motiveren.
- 6.
Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in de besluitenlijst vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 lid 1 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen.
21. Primus bij hoofdelijke stemming
- 1.
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen vraagt de voorzitter van de lokale raad of er hoofdelijke stemming wordt gewenst.
- 2.
Indien hoofdelijke stemming over een van de onderwerpen wordt gewenst, deelt de voorzitter mee, bij welk lid de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
- 3.
Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 lid 1 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.
- 4.
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
- 5.
De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. Deze doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.
22. Stemming over personen
- 1.
Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.
- 2.
Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 lid 1 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen.
- 3.
Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.
- 4.
In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.
23. Herstemming over personen
- 1.
Als bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.
- 2.
Als ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
- 3.
Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.
24. Beslissing door het lot
- 1.
Als het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven.
- 2.
Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud.
- 3.
Vervolgens neemt de voorzitter een van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.
Paragraaf 3. Toehoorders en pers
25. Toehoorders en pers
- 1.
Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.
- 2.
Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.
26. Geluid- en beeldregistraties
Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de technisch voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.
Paragraaf 4. besloten vergaderingen
27. Besloten vergaderingen
Conform artikel 23 van de Gemeentewet kan op verzoek van de technisch voorzitter of als ten minste een vijfde van het aantal raadsleden daarom vraagt de vergadering in beslotenheid worden gehouden. De gezamenlijke raad beslist vervolgens of met gesloten deuren kan worden vergaderd met inachtneming van artikel 24 van de Gemeentewet.
28. Toepassing convenant op besloten vergaderingen
Op besloten raadsvergaderingen is dit convenant van toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering. Elke raad neemt afzonderlijk een besluit over een besloten onderwerp met inachtneming van de wet en het eigen reglement van orde.
29. Besluitenlijst besloten vergadering
- 1.
De besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen worden niet openbaar gepubliceerd, maar zijn uitsluitend raadpleegbaar door de aanwezige raadsleden.
- 2.
Deze besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van de vastgestelde besluitenlijst.
- 3.
De vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend.
30. Geheimhouding
- 1.
Voor afloop van de besloten vergadering beslist de gezamenlijke raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of, omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde, geheimhouding zal gelden. De gezamenlijke raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
- 2.
Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.