Organisatie | Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Provinciale Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent vergaderingen van de statencommissies Reglement van orde voor de steatemerk en de vergaderingen van de statencommissies van de provincie Fryslân 2017 |
Citeertitel | Reglement van orde voor de steatemerk en de vergaderingen van de statencommissies van de provincie Fryslân 2017 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Reglement van orde voor de statencommissies 2010 komt te vervallen.
artikel 80 van de Provinciewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-10-2017 | 25-12-2020 | nieuwe regeling | 27-09-2017 | 01445106 |
Provinciale staten fan Fryslân,
gelezen het voorstel van het presidium van 20 september 2017
gelet op artikel 80 van de Provinciewet
het reglement van orde voor de steatemerk en de vergaderingen van de statencommissies van de provincie Fryslân 2017 en de daarbij behorende toelichting vast te stellen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
Lid van een statencommissie of diens vervanger.
Voorzitter van een statencommissie.
Secretaris van een statencommissie of diens vervanger.
Statengriffier of diens vervanger.
Vergadering van een statencommissie.
Het in artikel 6 van het reglement van orde van provinciale staten bedoelde orgaan.
Commissie als bedoeld in artikel 80 van de Provinciewet. Voorafgaand aan een statenvergadering kan er een beeldvormende en/of oordeelvormende commissievergadering plaatsvinden. De agendacommissie beslist hierover.
De steatemerk is de plek waar burgers, organisaties, ambtenaren en statenleden een gesprek kunnen voeren over onderwerpen die in een volgende statenvergadering aan de orde komen. Het is ook de plek waar technische informatie wordt uitgewisseld over geagendeerde onderwerpen. Tijdens de steatemerk kunnen burgers/instellingen ook zelf een voorstel onder de aandacht brengen van provinciale staten.
Hoofdstuk II Taken en samenstelling
Artikel 4 Indeling statencommissies
De beeldvormende commissie heeft als doel:
Bevorderen van het gesprek tussen burgers of instellingen, gedeputeerden en statenleden. Burgers of instellingen krijgen bij de start van het gesprek de mogelijkheid om een korte toelichting te geven op hun standpunt en vervolgens vindt een gedachtewisseling plaats waar burgers/instellingen, statenleden en gedeputeerden aan mee kunnen doen.
Elk statenlid kan aan een vergadering van een commissie deelnemen mits hij daartoe is aangewezen door de fractie. Het maximaal aantal aan te wijzen deelnemers per vergadering aan een commissievergadering bedraagt voor:
fracties met 1 zetel 1 statenlid c.q. commissielid
fracties met 2 tot en met 4 zetels 2 staten- c.q. commissieleden
fracties met 5 tot en met 11 zetels 3 staten- c.q. commissieleden
fracties met 12 of meer zetels 4 staten- c.q. commissieleden
Tot lid van een commissie kunnen tevens niet-statenleden worden benoemd die voorkomen op de kandidatenlijst van de fractie die hen voordraagt. Bij gebruik van deze mogelijkheid wordt de eerstvolgende op de kandidatenlijst van de betreffende partij voorgedragen. De benoeming van deze leden geschiedt door de voorzitter van provinciale staten.
Artikel 11 Oproep en verspreiding vergaderstukken
De agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, en artikel 91, eerste en tweede lid, van de Provinciewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden in de digitale omgeving en op de provinciale website geplaatst.
Artikel 13 Onderwerpen aan de agenda toevoegen
Een lid kan de agendacommissie schriftelijk en gemotiveerd verzoeken toe te staan dat een punt wordt toegevoegd aan een reeds vastgestelde of verzonden agenda. De agendacommissie staat dit slechts toe als zij van mening is dat behandeling ervan een spoedeisend karakter draagt. Het verzoek moet uiterlijk 24 uur voor de aanvang van de vergadering bij de griffier worden ingediend. De agendacommissie beslist over de plaats op de agenda.
Artikel 14 Ter inzage leggen van stukken
De daarvoor in aanmerking komende stukken die betrekking hebben op een in de vergadering aan de orde komend onderwerp, kunnen onmiddellijk na de publicatie van de desbetreffende stukken op de internetsite van de provincie worden ingezien, op verzoek kunnen de stukken ook worden ingezien bij de statengriffie.
Indien stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, of artikel 91 eerste of tweede lid, van de Provinciewet, geheimhouding is opgelegd, worden deze in een gesloten envelop gestoken en voorzien van het predicaat ‘geheim’. Deze gesloten envelop wordt in een envelop gestoken die voorzien is van de naam van het geadresseerde lid.
Artikel 17 Uitnodigen deskundigen
De agendacommissie is bevoegd deskundigen uit te nodigen om aan een vergadering van de commissie deel te nemen.
Artikel 25 Aantal spreektermijnen
De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de voorzitter anders beslist.
Artikel 26 Voorstellen van orde
Indien een spreker zich beledigend of onbetamelijk uitlaat, afwijkt van het aanhangige onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert dan wel anderszins de orde verstoort, kan hij door de voorzitter tot de orde worden geroepen. Indien de spreker zijn gedrag voortzet, kan de voorzitter hem gedurende de beraadslaging over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Hoofdstuk VI Toehoorders en pers
Artikel 31 Toehoorders en pers
Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen openbare vergaderingen van statencommissies uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen bijwonen.
Artikel 32 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- en/of beeldregistraties willen maken doen hiervan voor de vergadering mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Zo vastgesteld door provinciale staten van Fryslân in haar openbare vergadering
van 27 september 2017
drs. A.A.M. Brok , voorzitter
G.W. Huisman , griffier
Op 24 maart 2010 is het reglement voor de statencommissies 2010 vastgesteld. De aanleiding om het reglement nu te wijzigingen is dat de werkwijze eerst in 2014 en opnieuw in 2017 is aangepast. In het navolgende wordt voor zover relevant een nadere artikelsgewijze toelichting gegeven.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Om te voorkomen dat de omschrijving van terugkerende begrippen in het reglement moeten worden herhaald, zijn in deze bepaling een aantal begrippen eenmalig gedefinieerd. De verwijzing naar artikel 6 reglement van orde provinciale staten is voldoende om duidelijkheid te scheppen over het begrip agendacommissie.
Artikel 2 Instelling statencommissies
In het reglement is gekozen voor het open laten van het aantal commissies. Het derde lid geeft aan dat een commissie twee varianten kent, de beeldvormende en oordeelvormende. Dit past in het BOB-model (Beeldvormend, Oordeelvormend en Besluitvormend) dat provinciale staten willen gebruiken, zoals zij op 12 juli 2017 hebben besloten.
De taken van commissies zijn vastgelegd in artikel 80, eerste lid, van de Provinciewet. Commissies bereiden de besluitvorming van provinciale staten voor en overleggen met het college of de commissaris der Koning. Commissies zijn voor een groot deel gericht op voorbereiding en informatievoorziening. De besluitvorming vindt plaats in provinciale staten. Het presidium kan ook een besluit aan provinciale staten voorleggen. Dit is geregeld in art. 4 lid 1.b. Ook dit advies kan aanleiding zijn voor besluitvorming in provinciale staten. Hierbij kan gedacht worden aan advisering rond de invulling van de taken van provinciale staten, zoals de invulling van de rekenkamer, het instellen van een werkgroep en dergelijke.
Artikel 4 Indeling statencommissies
Dit artikel geeft een nadere toelichting op het onderscheid tussen de beeldvormende commissie en de oordeelvormende commissie. Waarbij de beeldvormende commissie nadrukkelijk niet is bedoeld om het debat aan te gaan maar gericht is op de vorming van een juist beeld rondom een statenvoorstel of onderwerp. Lid 1.c is bedoeld als een vrije opiniërende discussie over een onderwerp. De discussie kan niet gaan over een onderwerp dat de komende Statenvergadering op de agenda staat.
Provinciale staten bepalen de samenstelling van commissies. Wel schrijft artikel 80, derde lid, van de Provinciewet voor dat provinciale staten moeten zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in provinciale staten vertegenwoordigde politieke groeperingen.
Commissies hebben conform artikel 5 lid 1 geen vaste samenstelling. Het aantal leden dat aan een vergadering kan deelnemen is per fractie gemaximeerd. De omvang van de fractie is hiervoor bepalend.
Op grond van artikel 5, lid 4 moeten leden voldoen aan hetgeen is bepaald in de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Provinciewet. Dit betekent onder andere dat zij achttien jaar moeten zijn, over een geldige verblijfstitel moeten beschikken, hun nevenfuncties openbaar moeten maken, geen functie als bedoeld in artikel 13 mogen vervullen en niet in strijd mogen handelen met artikel 15.
Artikel 80, vierde lid, van de Provinciewet schrijft voor dat de voorzitter van een commissie statenlid moet zijn. Om die reden bepaalt artikel 6, lid 1, dat provinciale staten de voorzitters "uit hun midden" benoemen. In deze bepaling is ervoor gekozen om de voorzitters van commissies door provinciale staten te laten benoemen.
De zittingsperiode van een lid, de voorzitters en hun plaatsvervangers is even lang als de zittingsperiode van provinciale statenleden, in principe dus vier jaar. De benoeming eindigt derhalve van rechtswege; provinciale staten hoeven hen niet te ontslaan. Op grond van het tweede lid eindigt het lidmaatschap van een commissie eveneens van rechtswege indien betrokkene niet meer voldoet aan de in artikel 5, lid 4, gestelde eisen. Provinciale staten kunnen een voorzitter van een commissie ook zonder voorstel van een fractie ontslaan, bijvoorbeeld indien deze voorzitter niet meer het vertrouwen van de meerderheid van provinciale staten bezit. Dit besluit wordt in Provinciale Staten genomen.
Artikel 8 Griffier en statenadviseur
Iedere commissie wordt ondersteund door de griffie. De statenadviseur is altijd bij de vergaderingen van de commissie aanwezig. In principe neemt hij geen deel aan de beraadslagingen, zij het dat de commissie op grond van artikel 21 van het reglement altijd de mogelijkheid heeft om anderen aan de beraadslagingen deel te laten nemen.
Artikel 9 Aanwezigheid gedeputeerde staten
De commissaris van de Koning en de gedeputeerden zijn vanaf het moment van inwerkingtreding van de Wet dualisering provinciebestuur geen lid meer van commissies (artikel 80, tweede lid). Hun aanwezigheid is daardoor niet langer vanzelfsprekend. Provinciale staten hebben echter besloten dat de aanwezigheid van collegeleden in een beeldvormende commissie gewenst is bij de behandeling van punten hun portefeuille betreffende. Dit geldt zowel voor besloten als voor niet-besloten vergaderingen. Deelnemen aan de oordeelvormende commissie kunnen zij echter alleen als de agendacommissie hen hiertoe heeft uitgenodigd. De griffie nodigt uiterlijk een week vooraf aan de vergadering Gedeputeerde staten uit.
De vergaderingen van commissies vinden plaats op een vaste dag en plaats, voorafgaand aan de vergaderingen van provinciale staten. Een commissie vergadert vaker als de agendacommissie het nodig oordeelt of indien een fractie hierom vraagt. Als dit tijdens een statencommissie gebeurd wordt dit verzoek doorgeleid naar de agendacommissie.
Indien bijvoorbeeld de agendacommissie een hoorzitting wil houden, kan de agendacommissie gebruik maken van lid 3 en een andere dag, aanvangsuur of plaats bepalen. De vergaderingen van commissies zullen in de regel in het openbaar plaatsvinden. In artikel 29 wordt toegelicht wanneer een commissie beslist om achter gesloten deuren te vergaderen.
Artikel 11 Oproep en verspreiding vergaderstukken
De leden ontvangen een digitale oproep, inclusief de agenda voor een vergadering en de stukken, tenminste twee weekenden voor de vergadering. Deze worden digitaal ontsloten. Indien in spoedeisende gevallen een aanvullende agenda wordt vastgesteld bedraagt deze termijn minimaal 48 uur voor een vergadering. Uiteraard kan ook voor andere termijnen worden gekozen. Wel zal de termijn zodanig moeten zijn dat de leden van een commissie in staat zijn om de stukken te lezen. De stukken ten aanzien waarvan geheimhouding is besloten worden toegezonden zoals toegelicht in artikel 14 lid 2. Mocht het om aanzienlijk veel documenten gaan dan blijven de onderliggende stukken onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden inzage.
Dit artikel regelt de wijze van vaststelling van de voorlopige en de definitieve agenda. In lid 4 van dit artikel wordt de commissie de mogelijkheid geboden om, wanneer de commissie een onderwerp of voorstel onvoldoende vindt voorbereid, nadere inlichtingen of advies te vragen aan gedeputeerde staten. In lid 5 van dit artikel wordt de commissie de mogelijkheid geboden aan provinciale staten voor te stellen het agendapunt van de agenda af te halen. Het besluit hierover wordt genomen bij de vaststelling van de agenda tijdens de statenvergadering. De commissie kan niet zelfstandig besluiten om een voorstel niet te agenderen voor behandeling in de statenvergadering.
Artikel 13 Onderwerpen aan de agenda toevoegen
Dit artikel regelt de wijze waarop fracties agendapunten kunnen agenderen voor een commissie. Niet alle fracties zijn vertegenwoordigd in de agendacommissie maar in lid 2 wordt toegelicht hoe alle fracties kunnen verzoeken agendapunten te agenderen voor een commissie. Agendering van punten voor een commissie wordt via de agendacommissie geregeld. De statencommissie stelt bij de start van de vergadering zelf de definitieve agenda vast.
Artikel 14 Ter inzage leggen van stukken
Naast de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, op de internetsite van de provincie geplaatst en kunnen zij op verzoek ook worden ingezien bij de statengriffie. In de openbare kennisgeving wordt vermeld hoe de stukken digitaal te vinden zijn. Leden kunnen stukken ten aanzien waarvan geheimhouding wordt opgelegd inzien bij de griffier of ze worden conform de handreiking geheimhouding verstrekt aan statenleden.
Artikel 15 Openbare kennisgeving
Op grond van artikel 80, lid 5, van de Provinciewet moet de voorzitter van een commissie tegelijkertijd met de schriftelijke oproep de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering ter openbare kennis brengen. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken kunnen tegelijkertijd met de schriftelijke oproep op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze worden ingezien.
Hierin wordt geregeld hoe door leden een rondvraag kan worden gesteld. Bij de rondvraag kunnen geen vragen worden gesteld die zijn gericht aan het college. Om zo te voorkomen dat dit in de plaats treedt van schriftelijke- of mondelinge vragen.
Artikel 17 Uitnodigen deskundigen
Uitnodigen van deskundigen door de commissievoorzitter. Hieronder kunnen ook ambtelijke medewerkers worden begrepen. Hiermee wordt geregeld dat deskundigen en/of ambtenaren de commissie ter vergadering inlichtingen kunnen verstrekken of adviseren over een onderwerp of voorstel op de agenda.
Artikel 18 Regeling spreektijd
Mogelijkheid tot regelen van spreektijd door de agendacommissie. Het uitgangspunt in de commissies is gelijke spreektijd voor alle fracties.
Artikel 19 Deelname aan een beeldvormende commissie
Het deelnemen van insprekers kan bijdragen aan het vergroten van de betrokkenheid bij het lokaal bestuur. Het meepraten in de commissie is beperkt gehouden tot beeldvormende commissies, omdat insprekers op die manier een doeltreffende bijdrage kunnen leveren aan de beeldvorming van een commissie. In de beeldvormende commissie krijgen insprekers eerst de gelegenheid om in 3 minuten toe te lichten wat zij willen inbrengen daarna kan er in een gesprek met hen, statenleden en gedeputeerden verder over gesproken worden. Het spreekrecht heeft alleen betrekking op de geagendeerde onderwerpen.
Het instrument hoorzitting dient als doel om bij veel insprekers iedereen de gelegenheid te bieden om een toelichting te geven. Een hoorzitting vervangt de bespreking van een punt in de beeldvormende commissie. Ook een hoorzitting vormt namelijk het beeld van de leden van de commissie.
Artikel 21 Deelname aan de beraadslaging door anderen
De commissie kan bepalen dat ook anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging. Hierbij kan worden gedacht aan vertegenwoordigers van gemeenteraden, waterschappen, maatschappelijke organisaties of indieners van een burgerinitiatief.
Artikel 22 Verslaglegging en besluitenlijst
Geeft de regels waaraan de verslaglegging tenminste dient te voldoen. Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar is tenzij de commissie anders beslist.
Een presentielijst dient duidelijkheid te scheppen over welke leden van de commissie aanwezig waren.
Het geeft aan op welke manier het woord gevoerd dient te worden in de commissie.
Artikel 25 Aantal spreektermijnen
Beperkt de discussie per onderwerp tot ten hoogste twee termijnen.
Uiteraard heeft de voorzitter, na overleg met de commissie, altijd de mogelijkheid om ter vergadering anders te besluiten.
Artikel 26 Voorstellen van orde
Ieder lid heeft te allen tijde het recht een voorstel van orde te doen. De beslissing of er inderdaad sprake is van een voorstel van orde is aan de voorzitter van de commissie. Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten door de voorzitter nadat hij de commissie gehoord heeft.
Het biedt de mogelijkheid om een vergadering te schorsen of te verdagen en geeft een leidraad hoe om te gaan met sprekers die gedrag vertonen dat buiten de orde valt.
Indien de schorsing als bedoeld in het tweede lid aan het einde van de tweede termijn plaatsvindt, zijn er vervolgens twee mogelijkheden: er wordt direct geconcludeerd of aan de beraadslagingen wordt een derde termijn toegevoegd.
Om de duur van de vergaderingen te beperken wordt over een voorstel dat in onderdelen of artikelen is verdeeld, in principe in zijn geheel beraadslaagd. Er is een uitzonderingsbepaling opgenomen. Zowel de voorzitter als de leden hebben het recht om voor te stellen een voorstel gesplitst te behandelen. De voorzitter besluit hierover.
De voorzitter kan de beraadslaging sluiten, als hij vaststelt dat een onderwerp voldoende is besproken, tenzij een commissie anders beslist. Een commissie neemt geen beslissingen, maar bereidt de besluitvorming in provinciale staten voor en kan hiervoor overleggen met het college van gedeputeerde staten. Een commissie kan advies uitbrengen aan provinciale staten. De leden beslissen over het advies. Ten behoeve van het debat in provinciale staten en om recht te doen aan de mening van alle fracties, inclusief minderheidsstandpunten, worden zo nodig de standpunten van alle fracties opgenomen. Het ligt voor de hand dat indien een lid het niet eens is met het fractiestandpunt, hier afzonderlijk melding van wordt gemaakt in het advies aan provinciale staten.
De commissies worden in het openbaar gehouden. Het verzoek om achter gesloten deuren te vergaderen kan vanuit de agendacommissie, statenleden of het gedeputeerde staten komen. De commissie besluit uiteindelijk of er wel of niet achter gesloten deuren wordt vergaderd. Mocht hierover een stemming gehouden worden dan tellen alleen de stemmen van de aanwezige statenleden. Bij bepalingen die van overeenkomstige toepassing zijn kan onder meer gedacht worden aan de bepalingen over het tijdig verzenden van stukken en voorstellen van orde. De bepalingen van dit reglement zijn echter niet van toepassing, voor zover die bepalingen strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering. Zo zullen er bijvoorbeeld geen beeld- en geluidsregistraties voor openbaar gebruik gemaakt kunnen worden.
Artikel 30 Verslag besloten vergadering
Artikel 23 lid 4 van de Provinciewet schrijft voor dat van een vergadering met gesloten deuren een afzonderlijk verslag wordt opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij provinciale staten anders beslist. In aanvulling hierop bepaalt het tweede lid van dit artikel dat de notulen ter inzage liggen bij de statenadviseur. Provinciale staten beslissen over het openbaar maken van deze notulen.
Deze artikelen geven een aantal bepalingen met betrekking tot de handhaving van de orde in de vergadering. Uiteraard heeft de voorzitter hier een aantal discretionaire bevoegdheden.
De agendacommissie bepaalt welke onderwerpen op de steatemerk komen zoals beschreven staat in artikel 12 onder lid 1.