Organisatie | Zwolle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening participatie volwassenen gemeente Zwolle 2017 |
Citeertitel | Verordening participatie volwassenen gemeente Zwolle 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
Wat staat er in de verordening participatie volwassenen gemeente Zwolle 2017
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-10-2017 | 01-10-2017 | 01-07-2018 | nieuwe regeling | 02-10-2017 | rb 2017-10.02 |
De raad van de gemeente Zwolle;
Gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders, d.d. 12-09-2017;
besluit: De verordening participatie volwassenen Gemeente Zwolle 2017 vast te stellen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 2 oktober 2017
In deze verordening wordt verstaan onder:
Inkomen: het inkomen zoals bedoeld in artikel 31, 32 en 33 van de wet verminderd met de ontvangen vakantietoeslag. Tot het inkomen wordt ook gerekend de bijstand voor algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan zoals genoemd in artikel 5 onder b van de wet. Bij een gehuwde of samenwonende wordt uitgegaan van de som van het inkomen van de aanvrager en zijn partner.
Artikel 2 Kring van belanghebbenden
Indien er sprake is van een inkomen als zelfstandige wordt uitgegaan van het inkomen over het boekjaar, voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag is gedaan. Dit is het inkomen na aftrek van de verschuldigde inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. Deze belasting en premies worden gesteld op het percentage, zoals vermeld in artikel 6, lid 2, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004. Hierbij wordt een teruggave inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen niet als inkomen aangemerkt. Het vastgestelde inkomen als zelfstandige wordt, na eventuele vermeerdering met andere inkomsten over het betreffende boekjaar, gedeeld door 12.
Indien in hetzelfde kalenderjaar als van de aanvraag gebruik is gemaakt van een Zwolse gemeentelijke inkomensondersteunende voorziening of kwijtschelding van Zwolse gemeentelijke belastingen over het jaar van aanvraag is verleend, kan het college oordelen dat aan de inkomens- en vermogensnorm in lid 1 is voldaan.
In afwijking van het gestelde in artikel 2 lid 1 onder c kan de volwassene ongeacht de hoogte van het inkomen voor een tegemoetkoming in aanmerking komen als hij in het kader van een schuldregeling een relatie heeft met de gemeentelijke Schulddienstverlening en hij alleen het vrij te laten bedrag van zijn inkomen overhoudt ter besteding.
Artikel 4 Wie komt niet voor de tegemoetkoming in aanmerking?
Een tegemoetkoming wordt niet verstrekt als een volwassene:
Het eerste lid is niet van toepassing als een volwassene als vreemdeling na rechtmatig verblijf te hebben gehouden in de zin van artikel 8 onder a tot en met e en l van de Vreemdelingenwet 2000, rechtmatig in Nederland verblijf heeft op grond van artikel 8, onder g of h van de Vreemdelingenwet 2000.
Artikel 5 Hoogte en besteding tegemoetkoming
Het college kan in bijzondere gevallen artikel 2, 3, 4 en 7 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van belanghebbende leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 9 Inwerkingtreding en einde
Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2017 en eindigt op 1 juli 2018
We willen voorkomen dat mensen in de samenleving niet meer participeren in de maatschappij. Iedereen in Zwolle heeft recht op een inkomen maar niet elk inkomen biedt voldoende bestedingsmogelijkheden om te kunnen participeren. Met een laag inkomen verandert er veel in je leven. Men bezuinigt op voeding, abonnementen, bioscoop, lidmaatschappen en reizen.
Een extraatje in welke vorm dan ook, is wenselijk. Als grote gemene deler werden door betrokkenen genoemd een tegemoetkoming voor vervoer, sport en cultuur met name bibliotheek, film, theater, museum.
Met deze declaratieregeling wordt aan volwassenen uit huishoudens met een laag inkomen volgens de Zwolse armoedegrens de mogelijkheid geboden om een tegemoetkoming aan te vragen voor de kosten voor participatie. Zo kunnen zij ondanks hun beperkte financiële situatie deelnemen aan culturele, maatschappelijke en sportieve voorziening. Hiermee beogen ook aan preventie van zware sociale problematiek een bijdrage te leveren.
Voor het definiëren van de begrippen is aangesloten bij de Participatiewet. Deze wet geeft structuur aan veel situaties en concepten op het terrein van armoedebeleid. Deze verordening is op veel manieren een doortrekking van de verordening scholieren gemeente Zwolle.
Toegevoegd is het begrip zelfstandige om een uniforme benadering van het inkomen en vermogen te scheppen voor deze groep van inwoners die een beroep doen op de regeling.
Een zelfstandige is iemand die voor de voorziening in het bestaan geheel of gedeeltelijk is aangewezen op arbeid in eigen bedrijf of zelfstandig beroep. Een zelfstandige moet de financiële risico’s van het bedrijf dragen. In het begrip zelfstandige is geen begrenzing voor opgenomen in verband met de pensioengerechtigde leeftijd. Immers ook een zeventigjarige kan nog actief zijn als zelfstandige en, naast zijn AOW, daaruit inkomen verwerven. Ook het element wettige beroepsuitoefening is weggelaten omdat ook onwettige beroepsuitoefening inkomen genereert. Zowel bij volledig ondernemerschap als gedeeltelijk ondernemerschap wordt ten aanzien van het bepalen van het inkomen, uitgegaan van het inkomen over een boekjaar. Dit is het boekjaar voorafgaand aan het jaar van de aanvraag.
Voor toelichting op het begrip maatschappelijke of culturele activiteit zie artikel 5.
Artikel 2, 3 en 4 Wie komt wel of niet voor tegemoetkoming in aanmerking?
In Participatiewet wordt aangegeven wie recht hebben op bijstand. De artikelen 11 en 13 PW passen we analoog toe in deze autonome verordening. Hieruit volgt dat:
De bepalingen 2, 3 en 4 zijn van belang bij de toetsing van de situatie op het moment van de aanvraag.
Een zelfstandige kan evenzeer in financieel moeilijke omstandigheden geraken of verkeren. Naast het volledig uitoefenen van het ondernemerschap kunnen ook zelfstandige activiteiten worden verricht in combinatie met bijvoorbeeld arbeid in loondienst. Deze activiteiten hebben in de regel een bescheiden karakter. Voor het bepalen van het inkomen gaan we uit van een boekjaar en delen dat inkomen door twaalf.
Eén van de voorwaarden om voor de tegemoetkoming in aanmerking te komen is dat een belanghebbende voldoet aan de vermogensbepalingen. In de wet worden voor eigen woning bezit vermogensvrijlatingen genoemd. Deze vermogensvrijlatingen zijn ook van toepassing op de verlening van de tegemoetkoming. In de wet wordt echter aangegeven dat als iemand als gevolg van het bezit van een eigen woning meer vermogen heeft dan het vermogen dat vrijgelaten mag worden er bijstand verleend wordt in de vorm van een lening. Het is niet de bedoeling om de tegemoetkoming in de vorm van een lening te verstrekken. In de situatie dat iemand als gevolg van het eigen woning bezit meer vermogen heeft dan toegestaan en een inkomen heeft kleiner dan 110% van de bijstandsnorm, wordt de tegemoetkoming á fonds perdu verleend.
Mensen met veel schulden hebben weinig te besteden. Schuldenaren die bij de gemeentelijke afdeling schulddienstverlening (SDV) een traject doorlopen worden in sommige gevallen teruggezet op een minimaal besteedbaar inkomen. Dit minimale besteedbare inkomen wordt vastgesteld door berekening van het “vrij te laten bedrag (VTLB)”. In artikel drie wordt bepaald dat deze groep van mensen ook recht hebben op de tegemoetkoming indien in de peilmaand het VTLB van toepassing is.
Artikel 5 Hoogte en besteding tegemoetkoming
Het inkomen is meestal wel genoeg om er de vaste lasten zoals huur, gas en water van te kunnen betalen. Voor iets extra's, zoals het lidmaatschap van een sportvereniging of bibliotheek, het bezoeken van een concert of het museum, blijft geen geld over. Dat is zorgelijk. We willen voorkomen dat mensen met een laag inkomen in een sociaal isolement terechtkomen. De gemeente wil voor volwassen extra ondersteuning bieden.
Er is voor gekozen om een tegemoetkoming te verlenen voor de vier onderstaande categorieën van maatschappelijke of culturele activiteiten.
Tegemoetkoming voor vervoerskosten. Vervoer blijkt bij participatie vaak een grote kostenpost. Niet iedereen kan een bezoek aan bijvoorbeeld familie, sportclub of bibliotheek lopend of fietsend afleggen. De regeling biedt een vergoeding van € 60 voor bijv het opladen van een ov-kaart of autohuur van een erkend bedrijf. Daarmee kan gebruik gemaakt worden van bus- en treinvervoer in Zwolle en daarbuiten.
Voor wie een tegemoetkoming wil in overige kosten ter ondersteuning van een van de vier bovengenoemd categorieën, zal op het formulier een kopje Overig worden toegevoegd met de mogelijkheid om kostensoort en motivatie aan te geven. Als dit in lijn met de verordening is, zal via een persoonlijk gesprek een maatwerkoplossing gezocht worden.
Omdat de bovenstaande kosten nauwelijks verschillen qua hoogte wordt in de declaratieregeling standaard € 60,00 vergoed per categorie. Het maximale aantal vergoedingen per persoon wordt gedurende de looptijd van de regeling gesteld op twee waardoor het maximum op € 120, - komt. Voor een echtpaar is dat dus maximaal twee keer € 120.
Een volwassene kan vanaf dit najaar eenmalig een aanvraag voor een tegemoetkoming indienen. Voor het aanvragen van de tegemoetkoming moet men gebruik maken van het vastgestelde formulier. Echtparen of samenwonenden kunnen met wederzijdse toestemming gezamenlijk gaan aanvragen. Het recht op de tegemoetkoming vervalt na afloop van de regeling.
De belanghebbende moet aantonen dat de tegemoetkoming gebruikt is voor uitgaven op het culturele, maatschappelijke of sportieve vlak. Te denken valt aan: uitjes, bezoek aan een museum, bezoek van concerten, deelname aan muziekevenementen en het lidmaatschap van een sport- of muziekvereniging.
De belanghebbende moet de bewijzen van deze uitgaven gedurende twee jaar bewaren, gerekend vanaf 1 januari volgend op het jaar van uitgave. Indien men onjuiste inlichtingen verschaft of in onvoldoende mate aan de verplichtingen voldoet kan de gemeente overgaan tot terugvordering van de tegemoetkoming.
In bijzondere gevallen mag het college van burgemeester en wethouders van de gemeente afwijken van een paar bepalingen in de verordening. Het betreffen de bepalingen over de omvang van de doelgroep, het aanvragen en het terugvorderen van de tegemoetkoming. Het college mag niet afwijken van de hoogte van de tegemoetkoming.
Artikel 9 Inwerkingtreding en einde
De verordening treedt in werking op 1 oktober 2017 en loopt af op het einde van juni in het volgende kalenderjaar af. De gemeenteraad heeft eenmalig een half miljoen beschikbaar gesteld voor de financiering van deze tegemoetkoming. Na evaluatie halverwege het budget, vermoedelijk in 2018, kan worden bezien of deze regeling wordt voortgezet.