Organisatie | Flevoland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent Besluit tot openstelling van de maatregel "Samenwerking voor innovatie" uit de Subsidieverordening P0P3 provincie Flevoland 2014-2020 (P0P3) |
Citeertitel | Besluit tot openstelling van de maatregel "Samenwerking voor innovatie" uit de Subsidieverordening P0P3 provincie Flevoland 2014-2020 (P0P3) |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-10-2017 | 26-01-2018 | nieuwe regeling | 26-09-2017 | 2106784 |
Gedeputeerde Staten maken bekend dat zij in hun vergadering van 26 september 2017 onder nummer 2106672 het volgende besluit hebben genomen:
Besluit tot openstelling van de "Samenwerking voor innovatie" regeling uit de Subsidieverordening P0P3 provincie Flevoland 2014-2020 (P0P3)
Gedeputeerde Staten van Flevoland;
Overwegende dat het wenselijk is samenwerkingsverbanden te stimuleren die (duurzame) innovaties in de landbouwsector ontwikkelen en testen met als doel het verstevigen van haar positie.
Artikel 1. Openstellingsperiode
Open te stellen: Hoofdstuk 2 Maatregelen §7 ‘Samenwerking voor innovatie’ van de Subsidieverordening POP3 Flevoland 2014-2020 – verder te noemen de uitvoeringsregeling – voor de periode van 30 oktober 2017 tot en met vrijdag 5 januari 2018, uiterlijk 17:00 uur.=
Het subsidieplafond voor de in artikel 1 genoemde periode bedraagt € 1.080.000,- bestaande uit 50% ELFPO middelen en 50% provinciale cofinanciering.
Subsidie wordt verstrekt aan de deelnemers van het samenwerkingsverband of de initiatiefnemer van het samenwerkingsverband in wording. Het samenwerkingsverband bestaat tenminste uit twee partijen die van belang zijn voor het verwezenlijken van de doelstelling van de projectaanvraag en bevat tenminste één landbouwer of een organisatie die hen vertegenwoordigt als penvoerder.
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.7 van de Uitvoeringsregeling bevat de aanvraag het volgende:
Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking als bedoeld in artikel 1.15 van de Uitvoeringsregeling de volgende criteria, die nader zijn beschreven in de toelichting bij dit besluit:
de kosteneffectiviteit van de activiteit
Kosteneffectiviteit wordt bepaald door de totaal aangevraagde subsidiabele kosten te relateren aan het effect op of de mate waarin de doelstelling(en) zoals beschreven in de openstelling worden behaald.
1 punt: de totale subsidiabele kosten zijn zeer hoog ten opzichte van het effect op de doelstelling(en) van de openstelling.
2 punten: de totale subsidiabele kosten zijn hoog ten opzichte van het effect op de doelstelling(en) van de openstelling.
3 punten: de totale subsidiabele kosten zijn redelijk ten opzichte van het effect op de doelstelling(en) van de openstelling.
4 punten: de totale subsidiabele kosten zijn zeer redelijk ten opzichte van het effect op de doelstelling(en) van de openstelling.
de kans op succes / haalbaarheid
De kans op succes is de kans dat samenwerkende partijen er in slagen het innovatie-idee uit te werken. Het samenwerkingsverband bestaat al en heeft een haalbare innovatie geïdentificeerd. Activiteiten betreffen uitwerking naar technische specificaties, bouwen, uitwerken businessplan, proefopstelling. Ook onderdelen die betrekking hebben op inrichting van een demonstratie-inrichting en/of activiteiten kennisoverdracht en/of marktintroductie (eerste uitrol) kunnen onderdeel zijn van de aanvraag. De aanvrager levert een goed onderbouwd Plan van Aanpak hiervoor. In deze fase van ‘ontwikkelen innovatie’ mag men resultaten van voorwerk verwachten.
1 punt wordt behaald indien de haalbaarheid gelet op genoemde aspecten onvoldoende is;
2 punten worden behaald indien de haalbaarheid gelet op genoemde aspecten gemiddeld is;
3 punten worden behaald indien de haalbaarheid gelet op de genoemde aspecten goed is;
4 punten worden behaald indien de haalbaarheid gelet op de genoemde aspecten zeer goed is.
Met effectiviteit van de activiteit wordt bedoeld de mate waarin wordt bijgedragen aan het doel met de openstelling wordt nagestreefd (‘wat voegt dit project toe’). Bij het thema samenwerking gaat het niet alleen om het effect van de innovatie, als deze slaagt, maar ook om de meerwaarde van het samenwerkingsproces, dat leidt tot meer kennisdeling regionaal, nationaal, internationaal, ontstaan van nieuwe innovatie-verbindingen (zoals cross-overs tussen meerdere sectoren) en nieuw samenspel tussen ketenpartijen.
1 punt wordt behaald als de activiteit in onvoldoende mate bijdraagt aan het thema en/of onvoldoende doorwerking heeft;
2 punten worden behaald indien de mate waarin de activiteit waardoor subsidie wordt gevraagd bijdraagt aan het thema voldoende/ gemiddeld is;
3 punten worden behaald indien de mate waarin de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd bijdraagt aan het thema goed is;
4 punten worden behaald indien de mate waarin de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd bijdraagt aan het thema zeer goed is.
Om de mate van innovativiteit te beoordelen wordt in samenhang gekeken naar de aard van de innovatie en het vernieuwende karakter van de innovatie.
1 punt: de mate van innovativiteit is gelet op de genoemde aspecten matig;
2 punten: de mate van innovativiteit is gelet op de genoemde aspecten voldoende;
3 punten: de mate van innovativiteit is gelet op de genoemde aspecten goed;
4 punten: de mate van innovativiteit is gelet op de genoemde aspecten zeer goed.
Artikel 10. De puntensystematiek
Na sluiting van de openstellingstermijn worden alle aanvragen beoordeeld op basis van de selectiecriteria uit artikel 8 en in een bepaalde rangorde op een lijst geplaatst. Het puntentotaal per project wordt samengesteld uit de te behalen punten op basis van deze methodiek:
Criterium 8.a: 1-4 punten, gewicht 3
Criterium 8.b: 1-4 punten, gewicht 3
Flevoland is gemaakt voor voedselproductie. We hebben hier goed water, optimale drooglegging, vruchtbare grond, goed doordachte verkaveling en ontsluiting. De landbouw is beeldbepalend voor Flevoland. Voor dit gebied selecteerde de overheid de beste boeren uit het hele land. Zij waren uitverkoren om hier te ondernemen op de beste landbouwgrond. Het heeft geleid tot ´s werelds hoogste productie en opbrengsten. Het landbouwgebied kreeg binnen en buiten Flevoland een iconische betekenis.
De toekomst van de agrosector wordt voor een groot deel internationaal bepaald. Flevoland produceert voor de wereldmarkt. De consumentenvraag staat onder invloed van vele maatschappelijke, politieke en economische factoren. Europa beïnvloedt bijvoorbeeld met haar beleid de markt. De uitkomst van het samenspel van al die factoren is niet goed voorspelbaar. De uitdaging voor de Flevolandse agrosector is om zich maximaal voor te bereiden op alle mogelijke scenario’s voor de toekomst.
In de actuele uitwerking van de nieuwe omgevingsvisie in wording heeft de landbouw een eigen perspectief. Landbouw: Meerdere Smaken. In 2030 en verder staat Flevoland bekend om haar meerdere smaken in de agrosector, die door haar aanpassingsvermogen vernieuwingen en innovaties voortvarend en snel in praktijk brengt. Dat is de ambitie die nu voorgelegd is aan het gebied en haar bestuurders.
Het versterken van de agrosector in positie, kennis en diversifiëring als ambitie sluit goed aan bij de thema’s a) meerwaardestrategie, b) positie versterking producent en c) gesloten kringloop van deze openstelling.
Een adviescommissie wordt samengesteld om de beoordeling van de projecten te doen aan de hand van de opgestelde criteria. De behaalde punten worden gebruikt om de rangorde van de projecten te bepalen.
Er is gekozen voor een selectie van de projecten op basis van criteria kosteneffectiviteit, kans op succes / haalbaarheid, de effectiviteit / impact en mate van innovativiteit.
De selectie van projecten zal plaatsvinden via een zogenaamde 'tender-methode': alle binnen de in artikel 1 genoemde periode ingediende projecten worden, indien ze voldoen aan de subsidievoorwaarden, beoordeeld en er zal een puntentoekenning plaatsvinden. Indien de score tenminste gelijk is aan het minimum aantal punten (artikel 8) komen de projecten voor subsidie in aanmerking. De projecten worden vervolgens gerangschikt aan de hand van het puntentotaal, waarbij de projecten aflopend (hoog naar laag aantal punten) worden gerangschikt. Is het beschikbare subsidieplafond ontoereikend voor alle voor subsidie in aanmerking komende projecten, dan worden de projecten gerangschikt op hoogte van de score. Bij meerdere projecten met gelijke score prevaleren projecten die hoger scoren op criterium 7c en als dit niet volstaat criterium 7a. Voor zover dit onvoldoende onderscheidend is kan loting plaatsvinden.
Kosteneffectiviteit wordt bepaald door de totaal aangevraagde subsidiabele kosten te relateren aan het effect op of de mate waarin de doelstelling(en) zoals beschreven in de openstelling worden behaald. De gekozen invulling van dit criterium maakt het mogelijk dat projecten met de hoogste 'value for money' het beste scoren.
Kosteneffectiviteit wordt bepaald door de totaal aangevraagde subsidiabele kosten te relateren aan het effect op of de mate waarin wordt bijgedragen aan de thema's zoals beschreven in de openstelling. Hierbij wordt gekeken naar de thema's uit artikel 3 lid 2 a t/m c. De kosten van een investering kunnen zeer hoog zijn, maar tegelijk kan de investering ook heel effectief zijn (door de investering wordt een hele kringloop gesloten en de investering draagt ook bij aan andere thema's). Zijn de kosten van de investering relatief hoog ten opzichte van het effect (het gaat om een relatief kostbare investering met bijvoorbeeld een beperkt effect op één thema), dan zal de kosteneffectiviteit matig zijn.
De wegingsfactor is 3 omdat wij de kosteneffectiviteit van hoog belang vinden.
In samenhang worden de volgende aspecten bezien:
Kwaliteit communicatieplan t.b.v. kennisdeling tijdens het innovatietraject en t.b.v. verspreiding van de resultaten – is er blijk van actieve beoogde koppeling van wetenschappelijke en praktijkkennis, bevat de begroting ruimte voor actieve kennisdeling?
Dit criterium heeft een wegingsfactor 2 aangezien er ook ruimte is voor experimenteren en andere uitkomsten dan ingezet.
De mate van innovativiteit blijkt uit de mate waarin de investering uniek is voor Nederland en waarin het zich onderscheidt van alternatieven. Om de mate van innovativiteit te beoordelen wordt in samenhang gekeken naar:
De aard van de innovatie: een precieze omschrijving van de innovatie (bijvoorbeeld techniek, bedrijfsmanagement) waaruit blijkt op welk onderdeel van het bedrijfsproces de innovatie zich richt en op welke wijze de innovatie bijdraagt aan één van de thema's uit artikel 3 lid 2 a t/m c.
De wegingsfactor is 3 omdat dit het centrale onderwerp van deze maatregel is en daarmee van groot belang voor de provincie.