Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Venlo

Subsidieverordening verbetering voorgevels van particuliere panden in Q4

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVenlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening verbetering voorgevels van particuliere panden in Q4
CiteertitelSubsidieverordening verbetering voorgevels van particuliere panden in Q4
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Bij besluit van 26 oktober 2011 heeft de gemeenteraad deze regeling geldend verklaard voor het gehele gebied dat vanaf 1 januari 2010 deel uitmaakt van de gemeente Venlo.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:23 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-10-200805-10-2020nieuwe regeling

24-09-2008

E3-journaal, 01-10-2008

.

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening verbetering voorgevels van particuliere panden in Q4

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    voorgevel: gevel(s) en/of dakwerk(en) van een pand, direct zichtbaar vanaf de openbare weg.;

  • 2.

    eigenaar: eigenaar, opstaller of erfpachter.

Artikel 1.2 Werkingssfeer

  • 1.

    Deze verordening geldt voor het gebied dat op de bij de verordening behorende kaart (bijlage) is aangeduid.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders wijzen de panden in het in lid 1 bedoelde gebied aan waarvoor subsidie als bedoeld in deze verordening kan worden verleend.

Artikel 1.3

  • 1.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in het belang van de stadsvernieuwing en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening subsidie toe te kennen aan natuurlijke of rechtspersonen.

  • 2.

    Alle aanvragen om subsidie op grond van deze regeling worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan het toekennen van subsidie voorwaarden verbinden.

Artikel 1.4 Aanvraag om subsidie

  • 1.

    Voor de aanvraag dient gebruik gemaakt te worden van een daartoe door burgemeester en wethouders vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Bij de aanvraag worden in ieder geval de volgende gegevens gevoegd:

    • a.

      het doel waarvoor subsidie wordt gevraagd;

    • b.

      het pand waarvoor subsidie wordt gevraagd;

    • c.

      een verklaring van eigendom/kopie van de koopakte;

    • d.

      een gespecificeerde begroting van de kosten van de voorzieningen uitgesplitst in lonen en materiaalkosten per te treffen voorziening;

    • e.

      de naam en het adres van de aannemer;

    • f.

      indien gelijktijdig met het treffen van gesubsidieerde voorzieningen ook niet-gesubsidieerde voorzieningen worden getroffen: een uitsplitsing van de gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde kosten;

    • g.

      alle overige bescheiden en gegevens die naar het oordeel van burgemeester en wethouders nodig zijn voor een juiste beoordeling van de aanvraag.

  • 3.

    Bij de aanvraag worden voor zover van toepassing ook de volgende gegevens gevoegd:

    • a.

      een eventuele subsidieaanvraag op grond van enige andere regeling voor dezelfde voorzieningen, onder vermelding van de stand van zaken tot de beoordeling van die aanvraag;

    • b.

      tekeningen schaal 1:100, aangevende zowel de bestaande als de nieuw te maken toestand van de gevel en, indien voor de beoordeling van de aanvraag nodig, detailtekeningen op schaal 1:5, 1:10 of 1: 20.

Artikel 1.5 Verlenen van subsidie

  • 1.

    Burgemeester en wethouders bevestigen binnen 2 weken de ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Indien de aanvraag niet voldoet aan de eisen gesteld in artikel 1.4, lid 2 van deze verordening is de aanvraag niet ontvankelijk. Burgemeester en wethouders kunnen de aanvrager een termijn van 2 weken gunnen waarbinnen de gevraagde aanvullende bescheiden moeten zijn ingediend.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen 10 weken na ontvangst van de aanvraag over het verlenen van subsidie. Indien de aanvrager een termijn van 2 weken is gegund om aanvullende bescheiden in te dienen wordt de beslistermijn opgeschort vanaf de datum dat burgemeester en wethouders de aanvrager hebben uitgenodigd de aanvraag aan te vullen tot het moment dat de aanvraag is aangevuld met dien verstande dat de datum van 2 weken niet wordt overschreden.

  • 4.

    Bij hun besluit over subsidieverlening bepalen burgemeester en wethouders de hoogte van de voorlopige subsidie.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen beslissen hun besluit tot verlenen van subsidie met ten hoogste 10 weken te verdagen.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders verlenen subsidie onder voorwaarde dat zonder hun toestemming niet wordt afgeweken van het plan.

Artikel 1.6 Gereedmelding

  • 1.

    Binnen 3 maanden nadat de voorzieningen zijn getroffen, dient een gereedmelding bij burgemeester en wethouders te zijn ingediend.

  • 2.

    De gereedmelding is tevens een aanvraag om vaststelling van de subsidie en geschiedt op een door burgemeester en wethouders vastgesteld gereedmeldingsformulier.

  • 3.

    De gereedmelding bevat:

    • a.

      een volledig ingevuld gereedmeldingsformulier;

    • b.

      een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is of wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder de subsidie is verleend;

    • c.

      een gespecificeerd overzicht van de kosten blijkende uit daarop betrekking hebbende betaalbewijzen en/of rekeningen.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders bevestigen binnen 2 weken de ontvangst van de gereedmelding.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen tien weken na ontvangst van de gereedmelding over het vaststellen van de subsidie.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen hun besluit tot het vaststellen van de subsidie met ten hoogste 10 weken te verdagen.

  • 7.

    Alvorens burgemeester en wethouders een subsidie vaststellen, gaan zij na of aan de gestelde voorwaarden is voldaan.

  • 8.

    De subsidieaanvrager houdt gedurende 2 jaar na de gereedmelding alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden ter controle beschikbaar.

Artikel 1.7 Nadere regels

Burgemeester en wethouders kunnen voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen betreffende de wijze waarop de aanvraag en de gereedmelding worden gedaan.

Artikel 1.8 Termijnen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende en gemotiveerde aanvraag van de subsidieaanvrager ontheffing verlenen van in deze verordening genoemde termijnen. Een dergelijke aanvraag wordt vóór het verstrijken van de betreffende termijn bij burgemeester en wethouders ingediend.

  • 2.

    Indien burgemeester en wethouders een aanvraag als bedoeld in het eerste lid honoreren, geven zij een nieuwe termijn aan.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de toestemming voor de in het tweede lid bedoelde nieuwe termijn voorwaarden verbinden.

Artikel 1.9 Toezicht

Burgemeester en wethouders kunnen toezichthouders aanwijzen die toezicht houden op het bepaalde in deze verordening.

Artikel 1.10 Wijzigingen in het plan

  • 1.

    Elke wijziging in de plannen behoeft voorafgaande schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Toestemming wordt slechts verleend indien:

    • a.

      voldoende is aangegeven waarom de wijziging noodzakelijk is en welke wijzigingen in de oorspronkelijke aanvraag optreden;

    • b.

      de kosten van de wijziging worden overgelegd in een gespecificeerde begroting;

    • c.

      geen strijd ontstaat met enige bepaling van dit besluit.

Artikel 1.11 Uitbetalen van de subsidie

Uitbetaling van een toegekende subsidie vindt plaats, nadat de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden schriftelijk zijn gereed gemeld en burgemeester en wethouders de subsidie hebben vastgesteld.

Artikel 1.12 Voorschot

Indien subsidie is verleend, kan aan de aanvrager op zijn verzoek een voorschot worden verstrekt. De aanvrager komt in aanmerking voor een voorschot indien 50% van de werkzaamheden zijn verricht waarvoor een voorlopige subsidie is toegekend. Het voorschot wordt verrekend bij de betaling van de subsidie. De hoogte van het voorschot bedraagt maximaal 75% van de subsidie berekend over de dan reeds uitgevoerde verbeteringswerkzaamheden. Indien niet wordt voldaan aan het in artikel 2.3 lid d gestelde termijn wordt het voorschot teruggevorderd.

Artikel 1.13 Hardheidsclausule

Indien toepassing van deze verordening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen in deze verordening.

Hoofdstuk 2 Verbetering voorgevels van particuliere panden in Q4

Artikel 2.1

Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een pand, gelegen in het plangebied Q4 en opgenomen op de kaart die als bijlage aan deze verordening is toegevoegd, subsidie toekennen ter tegemoetkoming in de door hen te aanvaarden kosten van het treffen van voorzieningen tot het verbeteren van het uiterlijk van een pand.

Artikel 2.2

  • 1.

    Onder een verbeteringsplan wordt in dit hoofdstuk verstaan de omschrijving van de voorzieningen waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 2.

    Onder de kosten van voorzieningen waarvoor subsidie kan worden verleend, kunnen in elk geval worden verstaan de geraamde en namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

    • a.

      de aanneemsom;

    • b.

      legeskosten;

    • c.

      onvoorziene kosten, tot een maximum van 5% van de aanneemsom;

    • d.

      de risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen;

    • e.

      het honorarium van de architect en de constructeur, de kosten van het dagelijks toezicht;

    • f.

      de verschuldigde BTW.

  • 3.

    Indien het treffen van voorzieningen geheel of gedeeltelijk in zelfwerkzaamheid gebeurt, anders dan in de uitoefening van een bedrijf, al dan niet met hulp van anderen, zonder dat bij deze hulp sprake is van uitoefening van een bedrijf, worden slechts materiaalkosten als subsidiabele kosten geaccepteerd met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.5.3 van de verordening.

  • 4.

    Indien het aandeel van de zelfwerkzaamheid na gereedmelding lager blijkt te zijn dan het aandeel waar bij de subsidieverlening van is uitgegaan, wordt het te subsidiëren deel van niet zelf uitgevoerde werkzaamheden niet verhoogd.

Artikel 2.3

Burgemeester en wethouders kennen subsidie toe in ieder geval onder de voorwaarden dat:

  • a.

    het verbeteringsplan sober en doelmatig is en voldoet aan de doelstelling van de regeling;

  • b.

    de door hen aangewezen toezichthouder de gelegenheid heeft om de uitvoering van de werkzaamheden te controleren;

  • c.

    binnen 3 maanden na datum van kennisgeving van het toekennen van de subsidie met het treffen van de voorzieningen een aanvang wordt gemaakt;

  • d.

    de voorzieningen zijn getroffen binnen 2 jaar na datum van het toekennen van de subsidie;

  • e.

    de voor het verrichten van de voorzieningen noodzakelijke publiekrechtelijke vergunningen zijn verleend;

  • f.

    de voorzieningen die worden uitgevoerd voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit.

Artikel 2.4

Burgemeester en wethouders kunnen de gevraagde subsidie weigeren indien:

  • a.

    met het treffen van de voorzieningen naar het oordeel van burgemeester en wethouders, het uiterlijk van het pand niet in voldoende mate wordt verbeterd;

  • b.

    indien geen verbeteringsplan wordt ingediend dat alle noodzakelijke verbeteringen omvat;

  • c.

    met het treffen van voorzieningen is begonnen voordat door of vanwege burgemeester en wethouders een beschikking is genomen op de subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 2.2, dan wel de oorspronkelijke situatie aan de hand van de aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 is opgenomen en schriftelijk door of vanwege burgemeester en wethouders toestemming is verleend dat met het treffen van de voorzieningen mag worden begonnen;

  • d.

    het pand, los van de uitvoering van het verbeteringsplan, niet voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit;

  • e.

    het pand waaraan de voorzieningen worden getroffen, bestemd is om binnen een periode van 10 jaar te worden afgebroken.

  • In

    verband met de onder a. en b. bedoelde weigeringgronden kunnen burgemeester en wethouders het advies van de commissie als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Bouwverordening Venlo inwinnen.

Artikel 2.5

  • 1.

    De subsidie als bedoeld in dit hoofdstuk wordt per voorziening als volgt bepaald:

    • a.

      een bijdrage van 40% over de kosten van de voorziening zoals vermeld in de aanvraag;

    • b.

      de bijdrage is niet hoger dan 40% van het bedrag per werkzaamheid zoals opgenomen in een door burgemeester en wethouders vast te stellen lijst van (standaard)werkzaamheden;

    • c.

      alleen de voorzieningen die in de door burgemeester en wethouders vast te stellen opnamelijst per pand zijn vermeld komen voor subsidie in aanmerking. Om in aanmerking te komen voor subsidie moeten alle voorzieningen die in de opnamelijst staan vermeld worden uitgevoerd.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen een bedrag vast dat de subsidie per pand als bedoeld in dit hoofdstuk maximaal kan bedragen.

  • 3.

    Indien de werkzaamheden, verbonden aan het treffen van voorzieningen, worden verricht in zelfwerkzaamheid worden de vaste bijdragen (inclusief percentages), behorende bij die voorzieningen, met 55% verminderd. Ook de maximale subsidie wordt dan met 55% verlaagd.

  • 4.

    In daarvoor naar oordeel van het college van burgemeester en wethouders in aanmerking komende bijzondere gevallen kan de bijdrage ineens, bedoeld in het eerste lid, op een hoger bedrag worden bepaald dan voortvloeit uit de toepassing van dit artikel.

Artikel 2.6

Geen subsidie wordt verstrekt indien de subsidiabele kosten minder bedragen dan € 2.000,00.

Artikel 2.7

De subsidie als bedoeld in dit hoofdstuk wordt, onverminderd de overige bepalingen en voorwaarden in of krachtens deze verordening, per voorziening vastgesteld op een bijdrage van 40% over de werkelijke kosten van de voorziening zoals blijkend uit de ingediende betaalbewijzen en rekeningen, tot maximaal het bedrag van de verleende subsidie.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 3.2 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening verbetering voorgevels van particuliere panden in Q4”

En besluit tevens vast te stellen de volgende toelichting op de verordening.

Toelichting

Opzet / doelstelling verordening

De subsidieverordening heeft als doel de particuliere panden van slechte (uiterlijke) kwaliteit weer met subsidie te laten opknappen. Met name bouwkundige voorzieningen ter verbetering/verfraaiing aan de vanaf de openbare weg zichtbare voor-/zijgevel en dakwerken worden gesubsidieerd. Het uitgangspunt is dat het pand na verbetering harmonieert in zijn omgeving, rekening houdend met de historische schaal en karakter van het gebied. Elke subsidieaanvraag zal daarom ter beoordeling worden voorgelegd aan een deskundigencommissie, in casu de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. In beginsel zal het college slechts na goedkeuring van het plan door de deskundigencommissie subsidie verstrekken.

Principe van de regeling

  • Subsidie wordt alleen verstrekt op door burgemeester en wethouders aan te wijzen panden die staan vermeld op de kaartbijlage.

  • Alleen de opgesomde voorzieningen in de per aangewezen pand gemaakte opnamelijst komen in aanmerking voor subsidie. Deze opnamelijst wordt bij elke aanvraag door de subsidiegever geactualiseerd.

  • Indien door toekenning van een aangevraagde subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden, moet de aanvraag op grond van artikel 4:25 Awb. worden geweigerd. Om in aanmerking te komen voor subsidie moeten alle te treffen voorzieningen die staan vermeld in de actuele opnamelijst worden uitgevoerd.

  • De subsidie bedraagt 40% per gesubsidieerde voorziening.

  • De subsidiabele kosten voor het treffen van een voorziening bedragen niet meer dan het in de door burgemeester en wethouders vast te stellen lijst opgenomen maximum.

  • De subsidie per pand bedraagt niet meer dan het door burgemeester en wethouders vast te stellen maximum.

  • Als naar oordeel van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit een subsidieaanvraag op esthetische gronden niet voldoet aan de doelstelling van de regeling wordt de aanvraag in beginsel geweigerd.

  • De weigeringgronden van artikel 4:35 Awb., evenals de wijziging- en intrekkinggronden van artikel 4:48 en 4:49 Awb. zijn aanvullend van toepassing.

  • Bij een niet complete aanvraag wordt de beslistermijn opgeschort vanaf de datum dat burgemeester en wethouders de aanvrager hebben uitgenodigd de aanvraag aan te vullen tot het moment dat de aanvraag is aangevuld of de gestelde termijn ongebruikt is verstreken (artikel 4:15 Awb). Deze termijn is in de verordening opgenomen onder artikel1.5. lid 1 en lid 3.

Bijlagen