Organisatie | Woudrichem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Havenverordening Historische Stadshaven Woudrichem 1998 |
Citeertitel | Havenverordening Historische Stadshaven Woudrichem 1998 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-09-1998 | 21-10-2011 | Intrekking verordening | 29-06-2010 Altenanieuws 13 oktober 2010 | Geen. | |
11-09-1998 | nieuwe verordening | 31-08-1998 Altenanieuws 10 september 1998 | Geen. |
"HAVENVERORDENING HISTORISCHE STADSHAVEN WOUDRICHEM"
De raad van de gemeente Woudrichem;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d. d. 18 augustus
gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de navolgende "Havenverordening Historische Stadshaven Woudrichem 1998".
HAVENVRORDENING HISTORISCHE STADSHAVEN WOUDRICHEM 1998
Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen Art. 1
Hoofdstuk 2 Werkingssfeer en aansprakelijkheid Art. 2
Hoofdstuk 3 Algemene veiligheid in de haven Ar.t 3 t/m 27
Hoofdstuk 4 Bepalingen betreffende ligplaatsen en het innemen daarvan Art. 28 t/m 47
Hoofdstuk 5 Bepalingen betreffende milieuhinder Art. 48 t/m 58
Hoofdstuk 6 Vergunningen, ontheffingen en mandaat Art. 59 t/m 62
Hoofdstuk 7 Strafbepalingen, toezicht en opsporing Art. 63 t/m 65
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
de haven: de historische stadshaven Woudrichem en alle tot de haven behorende terreinen met de daarop aanwezige bebouwing, bestrating, beplanting, voetpaden, steigers, taluds, installaties, hellingen een en ander zoals is aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart;
vaartuig: elk schip of elk voorwerp gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als middel van verplaatsing te water, met inbegrip van een watervliegtuig, draagvleugelboot, luchtkussenvaartuig, waterscooter, ponten, woonschepen en drijvende werktuigen zoals baggerwerktuigen, kranen, bokken, elevators en pontons;
Hoofdstuk 2 WERKINGSSFEER EN AASPRAKELIJKHEID
De gemeente Woudrichem en het betreffende personeel zijn niet aansprakelijk voor schade onder welke naam of in welke vorm dan ook, of verlies (brand en diefstal daaronder begrepen) aan of van vaartuigen en/of andere eigendommen van gebruikers van de haven en de steigerwerken, tenzij die schade of dat verlies zou zijn te wijten aan grove nalatigheid van de gemeente of het betreffende personeel.
Hoofdstuk 3 ALGEMENE VEILIGHEID IN DE HAVEN
Een ieder is verplicht gehoor te geven aan de aanwijzingen die door de daartoe bevoegden worden gegeven in het kader van de handhaving van deze verordening.
Het is de schipper verboden met zijn vaartuig in de haven op zodanige wijze te liggen of te varen dat met dat vaartuig of met de meermiddelen daarvan, dan wel door golfslag of zuiging, hinder, schade of een ongeluk wordt veroorzaakt en, in het algemeen, de vrijheid van het verkeer zonder noodzaak wordt belemmerd of de veiligheid in gevaar wordt gebracht of redelijkerwijze is aan te nemen, dat de veiligheid in gevaar kan worden gebracht.
Het is de schipper van een mechanisch voortbewogen vaartuig verboden in de haven te varen met een grotere snelheid dan 6 kilometer per uur.
Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders in de haven met enig vaartuig te zeilen.
Voorzover dit niet reeds op een andere wettelijke wijze geregeld is, is het verboden zich in de haven te bevinden met een vaartuig dat te zwaar beladen is of dat onvoldoende is bemand of uitgerust.
De schipper is verplicht ervoor zorg te dragen dat zijn vaartuig in de haven niet aan de grond komt.
De schipper of, bij diens ontstentenis, de reder of de eigenaar van een gezonken vaartuig of gezonken voorwerp, is verplicht:
Het is de schippers van de hierna bedoelde vaartuigen verboden met zo'n vaartuig de haven binnen te lopen zonder ontheffing van burgemeester en wethouders:
Het is verboden al dan niet bij wijze van beroep met enigerlei middel naar zich onder het wateroppervlak bevindende voorwerpen te zoeken of deze op te dreggen. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing geven van dit verbod.
Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders, in de haven vaartuigen te water te laten of uit het water te halen met behulp van kranen en/of andere mechanische hulpmiddelen, kanteltrailers daaronder begrepen. De ontheffing dient tenminste 24 uur tevoren te worden aangevraagd.
Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders II de haven een vaartuig te slopen.
Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders een vaartuig in de haven op te leggen.
Tenzij in elk afzonderlijk geval door burgemeester en wethouders anders is bepaald, wordt de in het eerste lid bedoelde ontheffing geacht te zijn verleend ten aanzien van de toegangsmiddelen tot een vaartuig alsmede ten aanzien van trossen, draden of kettingen, welke dienen tot het meren of slepen van vaartuigen of tot het gebruik door een baggervaartuig bedoeld in het tweede lid van artikel 9.
Het is verboden wederrechtelijk in meerpalen, remmingswerken of andere tot de haven behorende kunstwerken of steigers te klimmen, daarop te lopen of zich daarop te bevinden, alsmede daarop of daarin voorwerpen van welke aard ook aan te brengen, dan wel deze te beschadigen.
Indien na overtreding van een verbod als bedoeld in de artikelen 4, 5, 6, 7, 17, 49 tot en met 52 of 55 naar het oordeel van burgemeester en wethouders ernstige vrees bestaat dat de veiligheid in de haven door de overtreder(s) opnieuw zou kunnen worden verstoord, kunnen zij deze overteder(s) met zijn (hun) vaartuig resp. de schipper met het vaartuig waarop de overtreding plaatsvond voor maximaal drie maanden de toegang tot de haven ontzeggen.
Onverminderd het aan de Woudrichemse Coöperatieve Visserijvereniging "De Hoop" (hierna te noemen: Visserijvereniging) toekomend visrecht op en in het water van de haven, mag in de haven uitsluitend worden gevist op de daarvoor tezamen door burgemeester en wethouders van Woudrichem en de Visserijvereniging aangewezen tijden en plaatsen. Ook de wijze van bevissing van het water in de haven wordt in onderling overleg met burgemeester en wethouders van Woudrichem en de Visserijvereniging geregeld.
Hoofdstuk 4 BEPALINGEN BETREFFNDE LIGPLAATSEN EN HET INNEMEN
De aanwijzing dan wel het innemen van een ligplaats ontheft de schipper niet van de verplichting zich ervan te overtuigen dat die plaats voor zijn vaartuig veilig is.
Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders, in de haven roeiboten, rubberboten of andere bij een groter vaartuig behorende bijboten langszij van dit vaartuig te meren, anders dan voor het direct in- of uitladen van personen en/of goederen.
De schipper is verplicht er zorg voor te dragen, dat zijn vaartuig zolang het een ligplaats inneemt goed en veilig is vastgemaakt en bij voortduring er voor zorg te dragen, dat bij wijziging van de waterstand en/of de inzinking van dat vaartuig, de meermiddelen dienovereenkomstig worden aangepast en dat geen schade aan vaartuigen, kunstwerken, steigers, meerpalen of remmingswerken wordt toegebracht.
De schipper van een gemeerd of ten anker liggend vaartuig is verplicht zijn vaartuig steeds tot verhalen gereed te houden en zodanig te verhalen of te verleggen als door burgemeester en wethouders wordt bevolen en wel onmiddellijk of binnen een daartoe aangezegde tijd.
De schipper van een gemeerd of ten anker liggend vaartuig is verplicht er zorg voor te dragen dat het aan en van boord gaan veilig kan plaatsvinden en dat de toegangsmiddelen tot dat vaartuig tenminste voldoen aan de daaraan in het Veiligheidsbesluit Stuwadoorswet en het Veiligheidsbesluit Binnenscheepvaart gestelde eisen.
De schipper is op last van burgemeester en wethouders verplicht om, indien hij niet wil dat in de nabijheid liggende vaartuigen over zijn vaartuig laden of lossen of dat personen zich voor het bereiken van die vaartuigen of de wal over zijn vaartuig begeven, zijn plaats in te ruimen.
Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders in de haven te liggen met een vaartuig, gebezigd tot magazijn, tot werkplaats of tot het uitoefenen van een nering.
Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een ieder die er zijn bedrijf of nevenberoep dan wel een gewoonte van maakt vaartuigen te verhuren of te - verhandelen, verboden met een of meer vaartuigen een ligplaats in te nemen met het oogmerk deze te verhuren of te verhandelen.
Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een ligplaats in de haven in te nemen teneinde, in of vanuit de haven met enig vaartuig tegen betaling rondvaarten en/of toertochten te maken of te doen maken.
Het is verboden, zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders, een vaartuig uitsluitend te gebruiken voor huisvesting.
De uitgifte van permanente ligplaatsen geschiedt door het opmaken van een huurovereenkomst voor het gebruik van het water en voor zover van toepassing tevens voor het aanmeren aan een gemeentelijke steiger, waarbij de bevoegdheid tot het afsluiten van deze huurcontracten en het vaststellen van de huurprijs is gedelegeerd aan burgemeester en wethouders.
Hoofdstuk 5 BEPALINGEN BETREFFENDE MILIEUHINDER
Onverlet het bepaalde in de Algemene Plaatselijke Verordening van Woudrichem is het verboden zich van huishoudelijke afvalstoffen en grof huisvuil afkomstig van een in de haven liggend vaartuig te ontdoen anders dan door gebruikmaking van de daartoe bij de haven geplaatste en als zodanig aangegeven afvalstoffencontainers.
Onverlet het bepaalde in de Algemene Plaatselijke Verordening van Woudrichem is het verboden vloeistoffen en voorwerpen of zelfstandigheden welke dan ook, over boord of van de wal in het water te werpen, te laten vallen, te pompen of te laten vloeien.
Onderwater-toiletten mogen dus niet worden gebruik in de haven.
De schipper van een vaartuig zowel als de exploitant van een aan de haven gelegen terrein is verplicht:
onmiddellijk na het te water geraken van de in het eerste lid genoemde vloeistoffen, voorwerpen of zelfstandigheden daarvan kennis te geven aan de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtena(a)r(en) en er zorg voor te dragen, dat deze vloeistoffen, voorwerpen of zelfstandigheden onmiddellijk of, bij gebreke van dien, binnen de door burgemeester en wethouders te bepalen tijd uit de haven worden verwijderd.
De schipper van een vaartuig, dat voorwerpen, vaste stoffen, gassen of vloeistoffen aan boord heeft, welke gevaar, schade of hinder voor de omgeving kunnen veroorzaken, is verplicht zijn vaartuig langs de kortte weg de haven te doen verlaten indien hem een daartoe strekkend bevel door burgemeester en wethouders of de havenmeester is gegeven.
De schipper of bij diens ontstentenis de reder of de eigenaar van een vaartuig, is verplicht er zorg voor te dragen dat elke stookinstallatie zodanig is ingericht, wordt onderhouden en bediend, dat een nagenoeg rookloze verbranding wordt verkregen.
Het is verboden in de haven aan boord van een vaartuig gerechten op open vuur te roosteren of te bereiden.
Het is verboden zonder ontheffing door burgemeester en wethouders in de haven op of in een gemeerd of ten anker liggend vaartuig een of meer verbrandingsmotoren te gebruiken tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur en op zonen feestdagen anders dan voor het direct vertrekken uit de haven.
Het is verboden, behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders, vaartuigen geheel of gedeeltelijk met gassen te behandelen of te doen behandelen. Bij het aanvragen van de ontheffing dient tevens de naam en de samenstelling van het te gebruiken gas te worden opgegeven.
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing indien de op of aan het vaartuig 'uit te voeren herstellingen als onbelangrijk kunnen worden aangemerkt, de herstelwerkzaamheden geen hinder, waaronder begrepen milieu- en geluidshinder, voor de omgeving met zich brengen en het verrichten ervan niet door burgemeester en wethouders is verboden.
Hoofdstuk 6 VERGUNNINGEN, ONTHEFFGEN EN MANDAAT
Aan een ontheffing of vergunning kunnen voorschriften worden verbonden, alsmede een geldigheidstermijn. De Algemene wet bestuursrecht is zoveel mogelijk van toepassing.
Bij de vergunningplichtige activiteiten als genoemd in de artikelen 31, 43, 44 en 57 kan de schriftelijke vergunningverlening worden voorafgegaan door een mondelinge vergunning als de omstandigheden ter plaatse daartoe gerede aanleiding geven. De schriftelijk te verlenen vergunning blijft alleen achterwege als de desbetreffende activiteit geen rechtsgevolgen teweeg brengt of heeft gebracht.
Hoofdstuk 7 STRAFBEPALINGEN, TOEZICHT EN OPSPORING
De in lid 1 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd, indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, om zich aan boord van een vaartuig te begeven en alle al dan niet afgesloten ruimten te betreden of binnen te treden.
Voor zover het een tot woning ingericht gedee1te van het vaartuig betreft nemen de ambtenaren daarbij het bepaalde in de Algemene wet op het binnentreden (stbl. 1994, no. 572/573) in acht.
De schipper van een vaartuig is verplicht de havenmeester, alsmede de in artikel 63 genoemde ambtenaren desverlangd inzage te verlenen van de ladingdocumenten, de zeebrief, de meetbrief, de monsterrol, verzekeringsdocumenten als bedoeld in artikel 46 en andere scheepsdocumenten.
Overtreding van een der bij deze verordening vastgestelde verbodsbepalingen, niet nakoming van een ingevolge deze verordening opgelegde verplichting en niet naleving van een of meer voorwaarden aan een ontheffing of vergunning verbonden, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.
De bepalingen van de overige voor de haven van toepassing zijnde verordeningen (o.a. de Algemene Plaatselijke Verordening) blijven van kracht, voor zover die bepalingen door de bepalingen van deze verordening niet ter zijde zijn gesteld.