Organisatie | Wierden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Reclamebelasting 2017 |
Citeertitel | Verordening Reclamebelasting 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet artikel 227
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 31-12-2017 | 06-12-2016 |
Burgemeester en wethouders van Wierden maken (ter uitvoering van het besluit van de raad van 6 december 2016) de tekst bekend van de Verordening Reclamebelasting 2017, zoals deze luidt op de datum van deze bekendmaking.
Besluit van de gemeenteraad van Wierden over vaststelling Verordening Reclamebelasting 2017.
De raad, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 september 2016;
gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2017
Onder de naam reclamebelasting wordt een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg voor de centrumgebieden in Wierden en Enter. Deze gebieden zijn nader aangeduid in de bijlagen 1 en 2 van deze verordening.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De reclamebelasting wordt geheven naar een vast bedrag van € 319,80 voor één of meerdere openbare aankondigingen, met in achtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de reclamebelasting
Voor de toepassing van dit artikel worden openbare aankondigingen die bij één bouwwerk of gedeelte daarvan behoren, aangemerkt als één openbare aankondiging. Indien meerdere bouwwerken of gedeelten daarvan naast elkaar zijn gelegen en tezamen worden gebruikt door één belastingplichtige, worden de openbare aankondigingen die bij deze bouwwerken of gedeelten daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel aangemerkt als één openbare aankondiging.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting. De aanvang van de belastingplicht is de datum van inschrijving, waarbij de maand van inschrijving voor een volle maand wordt gerekend.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting. De belastingplicht eindigt op de datum van uitschrijving, waarbij de maand van uitschrijving niet in rekening wordt gebracht.
Artikel 9 Termijnen van betaling
1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen
worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van
de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld
en de tweede twee maanden later.
2.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.
1.De Verordening Reclamebelasting 2016”, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 december 2015,
nummer 15-00921, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van
ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die
zich voor die datum hebben voorgedaan.