Organisatie | Metropoolregio Rotterdam Den Haag |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregel goederenvervoer Hoekse lijn al toegelaten op hoofdspoor: |
Citeertitel | Beleidsregels goederenvervoer 2017 |
Vastgesteld door | gedelegeerde functionaris |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-09-2017 | 08-06-2017 | 20-10-2017 | nieuwe regeling | 07-06-2017 |
omtrent artikel 26 eerste lid, artikel 32 eerste lid artikel 36 tweede lid en artikel 37 tweede lid van de Wet lokaalspoor (Wls).
Op basis van de Wet lokaalspoor (hierna: Wls) heeft de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna: MRDH) een rol, taak en bevoegdheid om de veiligheid en continuïteit op het spoor te waarborgen. Het instrument daarvoor is o.a. het verstrekken van een veiligheidscertificaat aan de vervoerders en het verlenen van vergunningen voor het indienststellen van de spoorvoertuigen opgenomen in de Wet.
Op de Hoekse lijn zal goederenvervoer plaatsvinden op het lokaalspoor tussen het metroverkeer door. Dit kan omdat het lokaalspoor een aansluiting heeft op het hoofdspoor. Met de beheerder van het hoofdspoor, ProRail zijn afspraken gemaakt over de overdracht van het spoorverkeer.
Artikel 26 lid 1a geeft aan dat het verboden is om met een spoorvoertuig over een lokale spoorweg te rijden zonder een geldig veiligheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 27. Bovendien mag een spoorvoertuig geen gebruik maken van de spoorweg zonder een door de MRDH verleende vergunning voor indienststelling conform artikel 32. Tot slot geeft artikel 36 lid 2 aan dat de bestuurder van een spoorvoertuig een veiligheidsfunctie uitoefent (en moet voldoen aan artikel 37). ProRail is degene die aan een spoorwegonderneming (vervoerder) op hoofdspoor toegang verleent, mits die spoorwegonderneming beschikt over o.m. een veiligheidscertificaat. ILT ziet er op toe dat de regels voor spoorwegondernemingen en voor spoorvoertuigen worden nageleefd.
Omdat vervoerders, voertuigen en machinisten al zijn toegelaten op het hoofdspoor zijn er in samenspraak met de beheerder en ILT zijn deze beleidsregels goederenvervoer opgesteld, zodat zonder bureaucratische drukte, invulling gegeven kan worden aan de voorwaarden van de Wet lokaal spoor.
Besluit de Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag het volgende:
Beleidsregel ten aanzien van goederenvervoerders en goederenspoorvoertuigen op de Hoekse lijn
Deze beleidsregels zijn alleen van toepassing voor het vervoeren van goederen, waarvan uitgesloten gevaarlijke en of vluchtige brandbare stoffen, op het lokaalspoor, Schiedam – Vlaardingen.
Een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 27 lid 1 Wet lokaalspoor wordt verleend aan de vervoerder indien deze de volgende documenten aan MRDH overlegt:
Een ontheffing op artikel 32 eerste lid wordt geacht te zijn verleend indien de spoorvoertuigen, uitsluitend bedoeld voor het vervoeren van goederen, waarvoor een vergunning voor indienststelling of een aanvullende vergunning voor indienststelling is verleend als bedoeld in artikel 36 van de Spoorwegwet;
Een bestuurder van spoorvoertuigen, zoals bedoeld in artikel 2 van deze beleidsregel, die in het bezit is van een geldige machinistenvergunning en een geldig bevoegdheidsbewijs zoals genoemd in artikel 50 lid 3 van de Spoorwegwet, wordt gelijk gesteld aan degene die volgens artikel 36 tweede lid van de Wet lokaalspoor gerechtigd is om een veiligheidsfunctie uit te oefenen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van 7 juni 2017
De secretaris
De voorzitter
In de aanvulling op het VBS moet vervoerder regelen dat baanbekendheid en communicatie met CVL RET door machinist moet worden beheerst voordat bedrijfspas wordt afgegeven, door de vervoerder. Dit doet hij in afstemming met de beheerder
In het veiligheidscertificaat wordt opgenomen dat er géén gevaarlijke stoffen door de vervoerder mogen worden vervoerd over het lokaalspoor (volgens artikel 27 lid 4 en 5).
De Wet lokaalspoor biedt de mogelijkheid om een ontheffing te verlenen. Met deze beleidsregel kan beheerder voorwaarde opnemen in de toegangsovereenkomst. Voorbeelden van beperkingen en/of voorschriften: de voertuigen moeten dieseltractie en ATB-VV hebben en gebruiken.
Omdat voldoende in de wet geregeld is dat vervoerder en bestuurder van het voertuig de instructie van de beheerder dient op te volgen, kan volstaan worden met dit artikel.