Organisatie | Leusden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening tot instelling van de regionale programmaraad 2003 |
Citeertitel | Verordening tot instelling van de regionale programmaraad |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De Verordening tot instelling van de regionale programmaraad 1998 is ingetrokken.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-02-2004 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 18-12-2003 Leusderkrant | 2003-7482 |
De raad van de gemeente Leusden;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 november 2003, nummer 2003-7482,
gelet op artikel 147 eerste lid van de Gemeentewet, op de Tijdelijke referendumwet, op de Algemene wet bestuursrecht en op artikel 82k Mediawet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening tot instelling van de regionale programmaraad 2003
HOOFDSTUK III samenstelling en werkwijze
Eens in de acht jaar wordt aan het begin van een raadsperiode bepaald welke 3 van de 12 beschikbare plaatsen voor elk van de in artikel 1 genoemde gemeenten beschikbaar is ten behoeve van de benoeming van een lid. Uitgangspunt is dat de door de raad te benoemen 3 leden afkomstig zijn uit 3 verschillende groeperingen, als bedoeld onder lid 1.
De zittingsperiode van de leden van de programmaraad valt samen met die van de gemeenteraad. De aftredende leden kunnen eenmalig voor een periode van vier jaar worden herbenoemd.
De vergaderingen worden in het openbaar gehouden, tenzij het openbaar belang zich daartegen verzet of een particulier belang door openbare behandeling zou worden bevoordeeld of geschaad. De deuren worden gesloten als de voorzitter of twee leden dit verzoeken. De programmaraad beslist daarna welke onderwerpen in een openbare en welke in een besloten vergadering worden behandeld.
HOOFDSTUK IV overige bepalingen
Voor het bijwonen van vergaderingen van de programmaraad ontvangen leden een onkostenvergoeding van € 50,- per vergadering, met een maximum van vier vergaderingen per jaar. Iedere van de in artikel 1 genoemde gemeenten betaalt deze onkostenvergoeding voor de drie door haar benoemde leden. De dubbele onkostenvergoeding voor de secretaris wordt verdeeld over de vier gemeenten.