Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wetterskip Fryslân

Reglement van orde voor de vergaderingen van de vaste adviescommissies van Wetterskip Fryslân

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWetterskip Fryslân
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingReglement van orde voor de vergaderingen van de vaste adviescommissies van Wetterskip Fryslân
CiteertitelReglement voor de vaste adviescommissies van Wetterskip Fryslân
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-07-201715-10-2019'nieuwe regeling'

04-07-2017

wsb-2017-7100

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen van de vaste adviescommissies van Wetterskip Fryslân

Algemeen

Artikel 1  

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. algemeen bestuur

: het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân

b. dagelijks bestuur

: het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân

c. dijkgraaf

: de dijkgraaf van Wetterskip Fryslân

d. voorzitter

: de voorzitter van een commissie

e. secretaris-directeur

: de secretaris-directeur van Wetterskip Fryslân

f. secretaris

: de secretaris van de commissie

g schriftelijk

: zowel analoog als digitaal

Artikel 2  

Er zijn twee vaste adviescommissies aan het dagelijks bestuur, te weten:

  • a.

    de commissie voor: Algemene zaken, Primaire waterkeringen, Zuiveringsbeheer en Financiën (APZF)

  • b.

    de commissie voor: Watersysteem beheer landelijk gebied en Friese Boezem (WFB)

Samenstelling

Artikel 3  

  • 1.

    Elk fractie wijst (plaatsvervangende) AB-leden aan als vaste leden voor de commissies. Fracties met 1 zetel mogen maximaal één commissielid aanwijzen, fracties met 2 of 3 zetels mogen maximaal twee commissieleden aanwijzen, grotere fracties mogen maximaal 3 commissieleden aanwijzen.

  • 2.

    Een fractie met een zetel in het algemeen bestuur mag tot lid van een commissie benoemen een persoon die geen zitting heeft in het algemeen bestuur maar die wel voorkomt op de kandidatenlijst op basis waarvan de fractie in het algemeen bestuur zitting heeft. De benoeming van deze vaste leden geschiedt door de voorzitter van het algemeen bestuur.

  • 3.

    De artikelen 16, 31, 32, 33 en 34 van de Waterschapswet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een commissie.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid kan het algemeen bestuur, bij instelling van een bijzondere commissie, bepalen dat deze commissie zal bestaan uit een door het algemeen bestuur bepaald aantal door de fracties aan te wijzen vaste leden en plaatsvervangende leden.

  • 5.

    De voorzitter en de vice-voorzitter van de commissies worden uit en door de leden van het dagelijks bestuur gekozen. Bij de behandeling van onderwerpen die tot zijn of haar portefeuille behoren draagt de gene die de vergadering leidt, de leiding van de vergadering tijdelijk over.

  • 6.

    De dijkgraaf, de voorzitter en de leden van het dagelijks bestuur hebben uitsluitend een adviserende stem.

  • 7.

    De leden van het algemeen bestuur, niet deel uitmakend van de commissie, mogen deelnemen aan de beraadslagingen.

  • 8.

    In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Artikel 4  

  • 1.

    De commissie heeft tot taak:

    • a.

      het uitbrengen van adviezen aan het dagelijks bestuur over de ontwerp-voorstellen aan het algemeen bestuur, die door het dagelijks bestuur aan de commissie(s) worden voorgelegd;

    • b.

      het adviseren aan het dagelijks bestuur met betrekking tot de aangelegenheden waaromtrent het dagelijks bestuur dit verzoekt.

  • 2.

    Een commissie kan het dagelijks bestuur ook ongevraagd adviseren over zaken die tot haar werkzaamheden behoren.

  • 3.

    Een commissie kan derden horen.

  • 4.

    Adviezen van de commissie aan het dagelijks bestuur worden vermeld in de schriftelijke voorstellen aan het algemeen bestuur.

Ambtelijke bijstand

Artikel 5  

  • 1.

    De secretaris-directeur voegt aan de commissie een ambtenaar toe als secretaris van de commissie.

  • 2.

    De secretaris is aanwezig in de vergadering. Hij kan worden vervangen door een door de secretaris-directeur aan te wijzen adjunct-secretaris.

  • 3.

    De secretaris-directeur wijst een persoon aan die zorg draagt voor de vastlegging van de adviezen van de commissie in een korte lijst met acties en toezeggingen.

  • 4.

    De voorzitter dan wel secretaris kan medewerkers van het waterschap voor een vergadering uitnodigen om deze als adviseur bij te wonen.

Vergaderfrequentie en oproeping

Artikel 6  

Een commissie vergadert indien het dagelijks bestuur dat nodig oordeelt of indien ten minste een vijfde van het aantal leden van die commissie schriftelijk, met opgave van redenen, daarom verzoekt. In dat geval wordt de vergadering door de voorzitter binnen veertien dagen belegd.

Artikel 7  

Een commissie vergadert op een door het dagelijks bestuur nader te bepalen dag en uur.

Artikel 8  

Wanneer een lid van een commissie een vergadering niet kan bijwonen, geeft hij daarvan kennis aan de voorzitter.

Artikel 9  

  • 1.

    De voorzitter stelt de agenda voor de vergadering vast.

  • 2.

    Elk lid kan via de voorzitter verzoeken een onderwerp op de agenda te plaatsen.

  • 3.

    De voorzitter roept – spoedeisende gevallen uitgezonderd – elk lid ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering op. Daarbij vermeldt hij zoveel mogelijk de te behandelen onderwerpen en publiceert hij de op de vergadering betrekking hebbende documenten (waaronder ook presentaties kunnen worden verstaan).

  • 4.

    De voorzitter plaatst, spoedeisende gevallen uitgezonderd, zo spoedig mogelijk na de oproeping aan de leden, een kennisgeving in het Waterschapsblad waarin dag, tijdstip, plaats en de agenda van de vergadering worden vermeld. In de kennisgeving wordt tevens vermeld dat de bij de agenda behorende stukken, met uitzondering van de stukken ten aanzien waarvan op grond van art. 37, 1e en 2e lid van de Waterschapswet geheimhouding is opgelegd, via de website van het waterschap beschikbaar zijn.

Artikel 10  

  • 1.

    Ieder lid tekent voor de aanvang van de vergadering de presentielijst.

  • 2.

    Een lid dat bij aanvang van de vergadering niet aanwezig is tekent de presentielijst zodra hij ter vergadering komt. Er wordt aantekening gemaakt van het moment waarop hij ter vergadering verschijnt.

  • 3.

    Indien een lid voor het einde van de vergadering de vergadering wenst te verlaten, geeft het lid daarvan kennis aan de voorzitter. Daarvan wordt aantekening gemaakt.

  • 4.

    Aan het einde van de vergadering wordt de presentielijst door de voorzitter en secretaris ondertekend.

  • 5.

    De vergaderingen van de adviescommissies worden gehouden ongeacht het aantal leden dat is opgekomen.

Vergaderingen

Artikel 11  

  • 1.

    De vergaderingen van de adviescommissies zijn in de regel openbaar.

  • 2.

    Een vergadering wordt niet in het openbaar gehouden als ten minste twee van de aanwezige leden of de voorzitter daarom verzoeken.

  • 3.

    De commissie beslist vervolgens of in een besloten zitting zal worden beraadslaagd.

  • 4.

    Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

  • 5.

    Een besloten vergadering wordt conform artikel 13 opgenomen doch niet rechtstreeks uitgezonden.

  • 6.

    Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 37, derde en vierde lid, van de Waterschapswet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.

  • 7.

    De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen. De commissie kan deze beslissing nemen in een vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht.

  • 8.

    Wordt de geheimhouding opgeheven dan wordt de opname (beeld en geluid) van de besloten vergadering alsnog beschikbaar gesteld voor uitzending via de website van het waterschap.

  • 9.

    Wordt de geheimhouding niet opgeheven dan wordt van de besloten vergadering een beknopte lijst met acties en toezeggingen gemaakt die in een besloten zitting van de commissie wordt vastgesteld.

  • 10.

    In door het dagelijks bestuur te bepalen gevallen kunnen de beide commissies gezamenlijk vergaderen.

  • 11.

    Voor vertegenwoordigers van de pers en toehoorders worden speciale plaatsen gereserveerd.

Behandeling onderwerpen

Artikel 12  

  • 1.

    De voorzitter brengt de te behandelen onderwerpen in de op de agenda aangekondigde volgorde in behandeling. De commissie kan besluiten van die volgorde af te wijken.

  • 2.

    De commissie kan besluiten, op voorstel van de voorzitter of op voorstel van een commissielid, onderwerpen in behandeling te nemen die niet op de agenda zijn geplaatst.

  • 3.

    Bij ieder in behandeling gebracht onderwerp dat in onderdelen of artikelen is gesplitst wordt eerst beraadslaagd over de algemene strekking van het onderwerp in zijn geheel en vervolgens over de onderdelen of artikelen afzonderlijk.

  • 4.

    Indien de beraadslaging over een onderwerp daartoe aanleiding geeft peilt de voorzitter het gevoelen van de vergadering daaromtrent.

Artikel 13  

  • 1.

    De vergaderingen worden in beeld en geluid opgenomen en rechtstreeks via de website van het waterschap uitgezonden. De opnames zijn blijvend raadpleegbaar.

  • 2.

    De secretaris draagt zorg voor het opstellen van een beknopte lijst met acties, toezeggingen en adviezen.

  • 3.

    De beknopte lijst bevat het resultaat van de behandelde voorstellen en zo nodig een korte zakelijke weergave van het advies van de commissie aan het dagelijks bestuur.

  • 4.

    De beknopte lijst bevat voorts in ieder geval de namen van de ter vergadering aanwezige leden, de secretaris, en eventueel andere ambtenaren, alsmede de namen van hen die al of niet met kennisgeving afwezig waren;

  • 5.

    De beknopte lijst wordt, na accordering door de voorzitter, voor de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur, aan de leden van het algemeen bestuur toegezonden en in de eerstvolgende vergadering van de commissie aan de orde gesteld.

  • 6.

    Na vaststelling wordt de lijst en het eventuele verslag van een besloten vergadering door de voorzitter en secretaris ondertekend.

Spreekrecht en orde van de vergadering Woordverlening

Artikel 14  

  • 1.

    Een lid voert niet het woord zonder daartoe van de voorzitter toestemming te hebben verkregen.

  • 2.

    De voorzitter verleent het woord in het algemeen in de volgorde waarin het is gevraagd. Van de volgorde kan worden afgeweken wanneer iemand het woord vraagt over een persoonlijk feit, over de vaststelling van een vraagpunt, of voor het indienen van een voorstel van orde.

  • 3.

    Een lid richt het woord tot de voorzitter.

Spreekregels

Artikel 15  

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Over elk onderwerp wordt ten hoogste in twee termijnen het woord gevoerd, tenzij de vergadering op voorstel van de voorzitter anders beslist.

  • 3.

    Het bepaalde in het 2e lid is niet van toepassing op de voorzitter, de leden van het dagelijks bestuur of een lid dat een door hem ingediend onderwerp verdedigt.

Spreekrecht toehoorders

Artikel 16  

  • 1.

    De voorzitter van een commissie stelt toehoorders bij een openbare vergadering van een commissie op hun verzoek in de gelegenheid het woord te voeren tijdens de vergadering.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde verzoek dient tenminste 24 uur voor het begin van de vergadering bij voorkeur schriftelijk bij de voorzitter te worden ingediend, onder vermelding van het punt of de punten waarover men het woord wil voeren. De voorzitter doet bij de aanvang van de vergadering

  • 3.

    mededeling van de ingediende verzoeken.

  • 4.

    Het woord kan door toehoorders niet gevoerd worden over:

    • a.

      onderwerpen die niet op de agenda staan;

    • b.

      onderwerpen waarover een bezwaar- en/of beroepsschrift is ingediend of waarover de rechter om een uitspraak is gevraagd en waarbij de uitspraak nog niet onherroepelijk is;

    • c.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

  • 5.

    Voor de toehoorder die de gelegenheid ontvangt het woord te voeren, geldt een spreektijd van ten hoogste vijf minuten per agendapunt.

  • 6.

    De voorzitter kan de totale spreektijd beperken tot ten hoogste vijftien minuten per agendapunt.

  • 7.

    Op voorstel van de voorzitter kan de commissie een afwijking van het bepaalde in het vierde en vijfde lid toestaan.

Artikel 17  

De voorzitter kan de vergadering schorsen of verdagen, indien hij dit met het oog op de handhaving van de orde wenselijk acht. Hij is bevoegd hen, die op enigerlei wijze de orde verstoren te doen vertrekken.

Artikel 18  

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluids- en/of beeldregistraties willen maken doen hiervan, voorafgaand aan de vergadering, een verzoek aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Einde lidmaatschap

Artikel 19  

  • 1.

    Een lid van het algemeen bestuur dat als zodanig aftreedt houdt tevens op lid te zijn van een commissie, tenzij het betreffende lid vast of plaatsvervangend lid wordt in de zin van artikel 3, lid 2 van dit reglement.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het vorige lid treden alle leden van de commissie tegelijk af aan het einde van de zittingsperiode van het algemeen bestuur.

Slotbepalingen

Artikel 20  

Bij twijfel omtrent de toepassing van dit reglement en in de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, wordt door de commissie op voorstel van de voorzitter beslist.

Artikel 21  

Dit reglement treedt in werking onmiddellijk na vaststelling. Eerdere versies komen te vervallen.

Artikel 22  

Dit reglement kan worden aangehaald als “Reglement voor de vaste adviescommissies van Wetterskip Fryslân.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 4 juli 2017.

ir. P.A.E. van Erkelens, dijkgraaf

O. Bijlsma, secretaris-directeur