Organisatie | Hoogeveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening stimulering detailhandel stadscentrum Hoogeveen 2017 (Winkelgebied Hoogeveen) |
Citeertitel | Verordening stimulering detailhandel stadscentrum Hoogeveen 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën - verordeningen |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-07-2017 | 31-12-2019 | Nieuwe regeling | 18-05-2017 |
De raad van de gemeente Hoogeveen;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen d.d. 1 juni 2017 tot vaststelling van “Actualisatie Ontwikkelingsvisie Stadscentrum Hoogeveen” 2017;
overwegende, dat het noodzakelijk is om een regeling op te stellen met als doelstelling om de winkelstructuur in het centrum van Hoogeveen te versterken via o.a. het beschikbaar
stellen van subsidie voor concentratie van detailhandel in het winkelgebied of het bieden van compensatie voor het wijzigen van de winkel- en/of horecabestemming van leegstaand vastgoed;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 (subsidies) van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Hoogeveen;
vast te stellen de Verordening stimulering detailhandel stadscentrum Hoogeveen 2017 (Winkelgebied Hoogeveen)
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Perifere en/of volumineuze detailhandel: detailhandel die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstraling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichting-artikelen, grove bouwmaterialen, bouwmarkten, meubelen met woninginrichtingsartikelen, keukens, sanitair en brand- en explosiegevaarlijke stoffen;
Waarde: hier wordt bedoeld de marktwaarde, het geschatte bedrag waartegen vastgoed tussen een bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper na behoorlijke marketing in een zakelijke transactie zou worden overgedragen op de waardepeildatum, waarbij de partijen met kennis van zaken, prudent en niet onder dwang zouden hebben gehandeld. Hier wordt bedoeld de marktwaarde vrij van huur en gebruik;
Winkelgebied: het winkelgebied van Hoogeveen (zijnde kernwinkelgebied van Hoogeveen aangevuld met aanloopgebied), zoals in geel gemarkeerd op de kaart in bijlage 1; het winkelgebied omvat de Hoofdstraat, tussen het Kruis en de entree van de Tamboer, de Schutstraat, tussen het Kruis en Reviusweg/toegang Schutsplein, Het Haagje tussen het Kruis en Kaaplaantje, en Alteveerstraat, van het Kruis tot aan doorsteek naar Berghuisstraat, tussen de nummer 11 en 25, en naast nummer 8.
Deze verordening heeft als doelstelling de winkelstructuur in het centrum van Hoogeveen te versterken o.a. door het beschikbaar stellen van subsidie voor concentratie van detailhandel in het Winkelgebied, verbeteren van gevels in het Winkelgebied of het bieden van compensatie voor het wijzigen van de winkel- en/of horecabestemming van leegstaand vastgoed buiten het Winkelgebied.
Hoofdstuk 2 Verplaatsingssubsidie
Artikel 4 Verplaatsingssubsidie
Verplaatsingssubsidie kan worden verleend ten behoeve van de beëindiging binnen redelijke termijn van een bestaande detailhandelsonderneming of detailhandel ondersteunende horecazaak, die is gevestigd buiten het Winkelgebied - doch binnen het BIZ-gebied - en de verplaatsing van deze onderneming naar het Winkelgebied (zie bijlage 1).
De subsidie bestaat uit een eigenaarsdeel en/of een ondernemersdeel. Het eigenaarsdeel wordt betaald aan de eigenaar van de onroerende zaak bij beëindiging van de detailhandel of detailhandel ondersteunende horeca in het bestaande pand. Het ondernemersdeel wordt betaald aan de bestaande ondernemer die zijn onderneming verplaatst naar het Winkelgebied.
Voor het eigenaarsdeel geldt het volgende:
a. Het eigenaarsdeel bestaat uit 105% van de waardevermindering van de onroerende zaak waarbinnen de detailhandel of horeca wordt beëindigd met een maximum van € 50.000,-. Het college kan in incidentele gevallen besluiten dit bedrag te verhogen indien de beëindiging of verplaatsing een groot belang op grond van het detailhandelsbeleid bevordert;
b. Per eigenaar bedraagt de eigen minimumbijdrage € 5.000,-;
c. De waardevermindering wordt bepaald door een onafhankelijk taxateur waarbij het verschil in waarde op het moment van indiening van de aanvraag tussen het pand met en zonder de huidige bestemming (detailhandel of horeca) c.q. het recht op vestiging van detailhandel of horeca wordt vergeleken. De meest voor de hand liggende toekomstige bestemming van de onroerende zaak is hierbij uitgangspunt.
Voor het ondernemersdeel geldt het volgende:
a. Het ondernemersdeel bestaat uit een bijdrage voor verhuiskosten van maximaal € 20.000,-, na inzage in en overleg over de werkelijke kosten.
b. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om te komen tot een regeling ter overbrugging van de verschillen in oude en toekomstige huurprijs. Bij een toename van de huurprijs per vierkante meter van meer dan 10%, gebaseerd op de huidige aantal m², kan gedurende maximaal 3 jaar aanspraak gemaakt worden op een ondersteuning. Deze bedraagt het eerste jaar 70%, het tweede jaar 40% en het derde jaar 15% van het absolute huurverschil minus 10%. Deze afspraken worden separaat vastgelegd.
c. Op de in artikel 4 lid 4 sub b genoemde regeling ter overbrugging kan alleen aanspraak gemaakt worden wanneer de toekomstige huurprijs door de in artikel 7 lid 1 genoemde taxateurs is beoordeeld als marktconform.
d. In geval sprake is van een huursituatie naar koop door de ondernemer, dan wordt op basis van het taxatierapport van het aan te kopen pand de huur per m² van het winkelgedeelte vastgesteld. Als de huur per m² niet in het taxatierapport zelf al is opgenomen wordt met de formule ‘aantal winkelmeters en de BAR’ de huur per m² van het winkelgedeelte van het pand vastgesteld. De vaststelling van de huur per m² vindt plaats door een onafhankelijk taxateur (zie art. 7 lid 1). De kosten van de taxatie zijn - in eerste aanleg - voor rekening van de ondernemer. Na het sluiten van de overeenkomst, kunnen taxatiekosten worden gedeclareerd bij de gemeente Hoogeveen. Voor de ondersteuning ter overbrugging geldt dezelfde werkwijze (en percentages) zoals omschreven onder art. 4 lid 4 sub b.
Artikel 5 Voorwaarden en voorschriften verplaatsingssubsidie
Subsidie wordt alleen verleend als aan de volgende voorwaarden en voorschriften wordt voldaan:
De eigenaar bedingt bij zijn rechtsopvolgers:
i. dat de locatie tot aan de aanpassing van het bestemmingsplan niet opnieuw in gebruik zal worden genomen voor de huidige bestemming (detailhandel of horeca) en alleen gebruikt zal worden voor doeleinden die passen binnen de toekomstige bestemming bedoeld in artikel 4 lid 3 sub c;
ii. dat ook de rechtsopvolgers, zolang de nieuwe bestemming niet onherroepelijk van kracht is, dit bij hun opvolgers bedingen op straffe van betaling van een boete die zo hoog is als het vastgestelde eigenaars- en ondernemersdeel tezamen; en
De onderneming dient een formulier te overleggen waaruit blijkt welke huurprijs per m2 op de huidige locatie gemiddeld gedurende de afgelopen 2 jaren is voldaan en welke huurprijs per m2 op de nieuwe locatie voldaan moet worden. Dit dient vergezeld te gaan van een overzicht van de gehuurde oppervlakte op de oude en nieuwe locatie alsmede een kopie van de oude en nieuwe huurovereenkomst;
Artikel 7 Beoordeling aanvraag verplaatsingssubsidie
De Werkgroep toetst de aanvraag aan de doelstelling van deze regeling en de criteria die hierin zijn genoemd en onderhoudt contacten met de aanvrager(s) en de taxateur. De Werkgroep wijst in overleg met de eigenaar, na te hebben beoordeeld dat de eigenaar in beginsel in aanmerking komt voor subsidie, één taxateur aan uit de in artikel 7 lid 1 door het college aangewezen taxateurs. De Werkgroep adviseert aan het college over de volledige aanvraag.
Hoofdstuk 3 Transformatiesubsidie
Artikel 8 Transformatiesubsidie
Voor de hoogte van de transformatiesubsidie geldt het volgende:
a. de subsidie voor het vervaardigen van een transformatieplan bedraagt 70% van de door de opsteller(s) van het plan gedeclareerde kosten tot een maximum van € 5.000,-;
b. de subsidie voor het transformeren van het vastgoed bedraagt 105% van de waardevermindering van de onroerende zaak waarbinnen de detailhandel wordt beëindigd met een maximum van € 50.000,-. Het college kan in incidentele gevallen besluiten dit bedrag te verhogen indien de beëindiging of verplaatsing een groot belang op grond van het detailhandelsbeleid bevordert;
c. De waardevermindering wordt bepaald door een onafhankelijk taxateur waarbij het verschil in waarde op het moment van indiening van de aanvraag tussen het pand met en zonder de huidige bestemming (detailhandel) c.q. het recht op vestiging van detailhandel wordt vergeleken. De meest voor de hand liggende toekomstige bestemming van de onroerende zaak is hierbij uitgangspunt.
Artikel 9 Voorwaarden en voorschriften transformatiesubsidie
Subsidie wordt alleen verleend als aan de volgende voorwaarden en voorschriften wordt voldaan:
De eigenaar bedingt bij zijn rechtsopvolgers:
i. dat de locatie tot aan de aanpassing van het bestemmingsplan niet opnieuw in gebruik zal worden genomen voor de huidige bestemming (detailhandel) en alleen gebruikt zal worden voor doeleinden die passen binnen de toekomstige bestemming bedoeld in artikel 8 lid 3 sub c;
ii. dat de rechtsopvolgers, zolang de nieuwe bestemming niet onherroepelijk van kracht is, dit bij hun opvolgers bedingen op straffe van betaling van een boete die zo hoog is als het vastgestelde eigenaarsdeel; en
Artikel 11 Beoordeling aanvraag transformatiesubsidie
De Werkgroep toetst de aanvraag aan de doelstelling van deze regeling en de criteria die hierin zijn genoemd en onderhoudt contacten met de aanvrager(s) en taxateur. De Werkgroep wijst in overleg met de eigenaar, na te hebben beoordeeld dat de eigenaar in beginsel in aanmerking komt voor subsidie, één taxateur aan uit de in artikel 11 lid 1 door het college aangewezen taxateurs. De Werkgroep adviseert aan het college over de volledige aanvraag.
Hoofdstuk 4 Gevelverbeteringssubsidie
Artikel 12 Gevelverbeteringssubsidie
Gevelverbeteringssubsidie kan worden verleend ten behoeve van de verbetering van de voorgevel van vastgoed binnen het Winkelgebied zijnde een bestaande detailhandelsonderneming, detailhandel ondersteunende horecaonderneming of een detailhandel ondersteunende onderneming in de sector dienstverlening (zie ook Visie Stadscentrum).
Artikel 13 Voorwaarden en voorschriften gevelverbeteringssubsidie
Subsidie wordt alleen verleend als aan de volgende voorwaarden en voorschriften wordt voldaan:
Artikel 14 Aanvraag gevelverbeteringssubsidie
Het voornemen om een aanvraag om subsidie in te dienen voor gevelverbetering wordt mondeling dan wel schriftelijk kenbaar gemaakt aan de Werkgroep. Deze Werkgroep brengt een zwaarwegend advies uit ten aanzien van de inhoud van de aanvraag en het vastgoedverbeterplan. Zij houdt hierbij rekening met het gewenste kwaliteitsbeeld van de gemeente.
Artikel 18 Intrekking subsidie
Het college kan de subsidiebeschikking geheel of gedeeltelijk intrekken indien:
Voor betaling van verplaatsingssubsidie geldt het volgende:
a. betaling van het eigenaarsdeel van de subsidie vindt plaats binnen vier weken nadat de onderneming op de betreffende locatie feitelijk is beëindigd en de eigenaar de gemeente hiervan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld;
b. betaling van het ondernemersdeel van de subsidie vindt plaats binnen vier weken nadat de onderneming in het nieuwe pand is gevestigd en de ondernemer de gemeente hiervan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld.
Voor betaling van transformatiesubsidie geldt het volgende:
a. betaling van de vergoeding voor het transformatieplan vindt binnen vier weken plaats nadat het definitieve transformatieplan door de gemeente is ontvangen;
b. een verzoek om betaling van de subsidie voor het transformeren van het vastgoed dient schriftelijk te worden ingediend bij het college op een daartoe beschikbaar te stellen declaratieformulier. Een percentage van 25% kan worden gedeclareerd bij aanvang van de (bouw)werkzaamheden. Betaling van het resterende deel van de subsidie vindt plaats na oplevering van de (bouw)werkzaamheden hetgeen door de Aanvrager schriftelijk wordt gemeld aan het College. De Werkgroep toetst binnen 6 weken het declaratieformulier aan deze verordening en adviseert het College over de betaling. De betaling van de vergoeding voor de transformatie van de detailhandelsbestemming vindt plaats binnen vier weken nadat de Werkgroep een positief advies aan het college heeft uitgebracht.
Voor betaling van gevelverbeteringssubsidie geldt dat een verzoek om betaling van de kosten voor het verbeteren van de geveluitstraling schriftelijk moet worden ingediend bij het college op een daartoe beschikbaar te stellen declaratieformulier. De Werkgroep toetst binnen 6 weken het declaratieformulier aan deze verordening en adviseert het college over de betaling. De betaling vindt binnen vier weken plaats nadat de Werkgroep een positief advies heeft uitgebracht.
Indien een subsidieaanvraag wordt gedaan die niet voldoet aan de voorwaarden van deze verordening, maar die wel past binnen de doelstellingen van deze verordening en het detailhandelsbeleid, dan kan het college besluiten alsnog, al dan niet gedeeltelijk en/of onder (gewijzigde) voorwaarden, subsidie te verstrekken.
Het college stelt jaarlijks het subsidiebedrag vast. Het college verdeelt het beschikbare bedrag in volgorde van ontvangst van de complete aanvragen.