Organisatie | Waterschap Drents Overijsselse Delta |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Besluit van het algemeen bestuur van Waterschap Drents Overijsselse Delta houdende regels ter bescherming van waterkeringen, watergangen en bijbehorende kunstwerken Keur Waterschap Drents Overijsselse Delta |
Citeertitel | Keur Waterschap Drents Overijsselse Delta |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting op de Keur WDOD |
Deze regeling vervangt de Keur Waterschap Groot Salland, zoals vastgesteld op 12 maart 2015, en de Keur Waterschap Reest en Wieden zoals vastgesteld op 17 december 2009.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2017 | nieuwe regeling | 27-06-2017 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze keur en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder:
bergingsgebied: een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en ook als bergingsgebied op de legger is opgenomen;
teen: de als zodanig in de legger aangegeven lijn, of voor zover daarin niet aangegeven de lijn, die overeenkomt met de snijlijn van het talud van de waterkering met het horizontaal gelegen maaiveld, dan wel met de bodem van het aangrenzende water, of bij natuurlijke hoogten of hooggelegen gronden de grenzen van een doorlopende strook van deze hoogten of gronden ter breedte van 10 meter;
Hoofdstuk 2 Beheer en onderhoud van waterstaatswerken
§ 2 Onderhoud aan waterkeringen door derden
De onderhoudsplichtigen van waterkeringen dragen zorg voor een goede toestand van de waterkeringen door onder andere:
§ 3 Onderhoud aan kunstwerken en werken door derden
Artikel 2.4 Onderhoud ondersteunende kunstwerken en werken
De onderhoudsplichtigen van ondersteunende kunstwerken of werken die in, op, aan of boven waterkeringen of de beschermingszone zijn aangebracht en (mede) een waterkerende functie hebben, zijn verplicht deze waterkerend te houden. Het waterkerend houden betreft zowel de instandhouding als het functioneren van het werk.
§ 4 Onderhoud aan oppervlaktewaterlichamen door derden
Artikel 2.6 Buitengewoon onderhoud
De onderhoudsplichtigen van oppervlaktewaterlichamen zijn verplicht tot instandhouding daarvan overeenkomstig het in de legger ingevolge de wet bepaalde omtrent richting, vorm, afmeting en constructie, met dien verstande dat de oppervlaktewaterlichamen wat betreft de bodembreedte minimaal aan de leggernorm voor de bodembreedte moeten voldoen.
§ 5 Onderhoud aan kunstwerken door derden
Artikel 2.7 Onderhoud ondersteunende kunstwerken en werken
De onderhoudsplichtigen van ondersteunende kunstwerken en werken dienen de ondersteunende kunstwerken en werken die in, op, aan of boven de oppervlaktewaterlichamen zijn aangebracht en die een waterhuishoudkundige of mede een waterhuishoudkundige functie hebben, te onderhouden.
§ 7 Algemene regels, nadere regels en onderhoudsplicht, als geen (actuele) onderhoudslegger is vastgesteld
Artikel 2.10 Algemene regels / nadere regels
Het bestuur kan voor de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 2.2 tot en met 2.9 en 2.11, algemene regels stellen, die mede kunnen inhouden een gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de in deze artikelen genoemde geboden of nadere regels met betrekking tot deze verplichtingen.
Artikel 2.11 Onderhoud aan waterstaatswerken zonder (actuele) legger
Voor waterstaatswerken die wel op de overzichtskaart van de legger zijn opgenomen en voor waterstaatswerken die op grond van een projectplan of een watervergunning zijn aangelegd of gewijzigd ten opzichte van de legger, maar waarvoor de onderhoudsplichtigen nog niet zijn aangewezen in een legger ingevolge de Waterschapswet, is de onderhoudsplicht als volgt, tenzij het onderhoud op andere wijze is geregeld:
Voor waterstaatwerken die op grond van een projectplan of een watervergunning zijn aangelegd of gewijzigd ten opzichte van de legger, geldt, zolang vaststelling of wijziging van de legger ingevolge de Waterschapswet en/of Waterwet niet heeft plaatsgevonden, dat voor de onderhoudsplichten op grond van dit hoofdstuk de ligging, vorm, afmeting en constructie van het waterstaatwerk worden aangehouden, zoals aangegeven in het projectplan of de watervergunning.
Waterstaatswerken waarvoor vorm, afmeting en constructie niet in een legger is opgenomen en waarop het tweede lid niet van toepassing is, geldt, zolang vaststelling of wijziging van de legger ingevolge de Waterschapswet en/of Waterwet niet heeft plaatsgevonden, dat voor de onderhoudsplichten op grond van dit hoofdstuk de oorspronkelijke vorm, afmeting en constructie van het waterstaatswerk worden aangehouden.
Hoofdstuk 3. Handelingen in watersystemen
§ 1. Gebruik van waterstaatswerken
Artikel 3.1 Watervergunning waterstaatswerken en beschermingszones
Het is verboden zonder watervergunning van het bestuur gebruik te maken van een waterstaatswerk of bijbehorende beschermingszones door, anders dan in overeenstemming met de waterhuishoudkundige functies, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder handelingen te verrichten, werken te behouden of vaste substanties of voorwerpen te laten staan, te vervoeren of te laten liggen.
Voor waterstaatwerken, waarvoor het vaststellen van een legger als bedoeld in artikel 5.1 van de wet is voorgeschreven en die op grond van een projectplan of een watervergunning zijn aangelegd of gewijzigd ten opzichte van de legger, geldt, zolang vaststelling van een legger of een wijziging van de legger niet heeft plaatsgevonden, voor de verbodsbepalingen op grond van dit artikel het volgende:
Voor waterstaatwerken, waarvoor het vaststellen van een legger als bedoeld in artikel 5.1 van de wet is voorgeschreven, en waarop het vorige lid niet van toepassing is, geldt, zolang vaststelling van een legger of een wijziging van de legger niet heeft plaatsgevonden, voor de verbodsbepalingen op grond van dit artikel het volgende:
§ 2. Brengen, onttrekken of infiltreren van hoeveelheden (grond)water
Artikel 3.2 Oppervlaktewaterlichamen: watervergunning brengen en onttrekken van hoeveelheden water
Het is verboden zonder watervergunning van het bestuur water te brengen in of te onttrekken aan oppervlaktewaterlichamen.
Artikel 3.3 Ontwateren met drainagemiddelen
Het is verboden zonder watervergunning van het bestuur gronden te ontwateren met drainagemiddelen.
§ 3. Calamiteiten en zorgplicht
Artikel 3.5 Algeheel verbod bij calamiteiten
In geval van grote schaarste of overvloed aan water, aanmerkelijke verslechtering van de kwaliteit daarvan of bij het in ongerede raken van een waterstaatswerk, dan wel als zodanige omstandigheid dreigt te ontstaan, kan het bestuur, zo nodig in afwijking van verleende watervergunningen of geldende peilbesluiten, verbieden:
Ieder die handelingen verricht of nalaat en die weet of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door die handelingen of het nalaten daarvan nadelige gevolgen ontstaan of kunnen ontstaan voor het watersysteem, is verplicht alle maatregelen te treffen die redelijkerwijs van hem verwacht mogen worden, ten einde die gevolgen te voorkomen, dan wel als daarvan reeds sprake is, al het mogelijke te doen om de gevolgen zoveel mogelijk ongedaan te maken. Als de nadelige gevolgen het gevolg zijn van een ongewoon voorval, worden de maatregelen onverwijld genomen.
§ 4. Algemene regels, vrijstellingen, nadere regels, meld-, meet-, en registratieplichten
Artikel 3.7 Algemene regels, nadere regels, meldplichten, meet- en registratieplichten en maatwerkvoorschriften
De algemene regels kunnen niet inhouden een vrijstelling van de vergunningplicht voor onttrekkingen van grondwater op een diepte van meer dan 50 meter beneden het maaiveld in het gebied, aangegeven als boringsvrije zone diepe pakket van Salland op kaart Drinkwatervoorziening en grondwaterbescherming behorende bij de Omgevingsverordening Overijssel 2017.
Hoofdstuk 4 Toezicht en handhaving
Artikel 4.1 Aanwijzing toezichthouders
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze keur zijn belast de daartoe door het bestuur aangewezen ambtenaren van het waterschap of andere personen.
Overtreding van de bepalingen van deze keur en de daarop gebaseerde regelgeving wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete tot ten hoogste het bedrag van de tweede categorie als genoemd in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.