Organisatie | Barneveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Organisatieverordening van de gemeenteraad gemeente Barneveld |
Citeertitel | Organisatieverordening van de gemeenteraad |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2022 | Art. 17a | 08-03-2022 | 22-4 | ||
15-02-2022 | 01-04-2022 | Artt. 2, 3 | 09-02-2022 | 21-18A | |
11-02-2020 | 15-02-2022 | Artt. 7, 7a, 16 | 05-02-2020 | 20-03 | |
07-06-2018 | 11-02-2020 | Wijziging artt. 1, 5, 17, 19 en 29 | 30-05-2018 | 1078573 | |
18-07-2017 | 07-06-2018 | Nieuwe regeling | 05-07-2017 | 1044877B |
De raad van de gemeente Barneveld;
gelezen het voorstel van het presidium, nummer 1044877;
gelet op de artikelen 16, 33, 82 tweede lid, 83 eerste lid en 107a, tweede lid van de Gemeentewet en artikel V4 van de Kieswet;
Paragraaf 2 Toelating en afsplitsing raadsleden, benoeming wethouders
Artikel 6 Benoeming commissieleden
De artikelen 10 tot en met 14 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op commissieleden.
Artikel 7a Tijdelijke vervanging commissieleden
De voorzitter verleent het tijdelijk ontslag op aanvraag van het commissielid voor de duur van 16 weken. De voorzitter kan op aanvraag ten hoogste tweemaal verlenging van het tijdelijk ontslag verlenen, steeds voor de duur van maximaal 16 weken. De voorzitter kan voor een aanvraag voor tijdelijk ontslag of verlenging daarvan een verklaring van een arts of verloskundige verlangen.
In geval tijdelijk ontslag is verleend aan een commissielid, kan de raad op voordracht van de betreffende fractie een vervangend commissielid benoemen. Het vervangende commissielid treedt voor de duur van de vervanging in alle rechten en plichten van het commissielid aan wie tijdelijk ontslag is verleend.
Paragraaf 3 Fractieondersteuning
Artikel 15 Verstrekking en verantwoording
In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het bedrag verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het bedrag verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.
De reserve blijft na de verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder de dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd. Indien een fractie na de verkiezingen niet in de raad terugkeert, wordt de opgebouwde reserve terug betaald aan de gemeente.
Indien tijdens een zittingsperiode van de gemeenteraad één of meer leden van een fractie zich afsplitsen van die fractie, heeft dit lid of hebben deze leden geen recht op de bijdrage per fractie als bedoeld in artikel 14, eerste lid. Het lid of de leden behouden de aan hen op grond van artikel 14, eerste lid, toegekende bijdrage per lid. Deze bijdrage wordt naar evenredigheid in mindering gebracht op de bijdrage aan de fractie, met ingang van de eerste dag van de maand na die waarin de afsplitsing zich heeft voorgedaan. Artikel 14, tweede lid, artikel 15 en artikel 16 zijn van overeenkomstige toepassing.
Indien tijdens een zittingsperiode van de gemeenteraad twee of meer fracties als een fractie gaan optreden, wordt - na mededeling aan de voorzitter van de raad - met de daardoor veranderde situatie voor de berekening van de in artikel 14, eerste lid, bedoelde bijdrage per fractie eerst rekening gehouden bij de aanvang van het eerstvolgende kalenderjaar.
Een fractie die gebruik maakt van een fractie-assistent, niet zijnde een raadslid, en die aan de fractie-assistent een vergoeding betaalt voor diens werkzaamheden, ontvangt hiervoor op aanvraag een vergoeding tot een maximum van 150 euro per maand. De vergoeding wordt verstrekt op declaratiebasis en kan uitsluitend worden gebruikt voor de in dit artikel bedoelde vergoeding aan een fractie-assistent.
Paragraaf 2 Commissievergaderingen
Tijdens Het Gesprek worden vragen gesteld en antwoorden gegeven. Er worden geen standpunten ingenomen of gevraagd.
Paragraaf 3 Raadsvergaderingen
Onmiddellijk na de opening van de vergadering spreekt de voorzitter het volgende gebed uit:
“Almachtige God, wij bidden u om wijsheid ter behartiging van de belangen ons toevertrouwd, opdat onze besluiten mogen strekken tot bevordering van het welzijn der gemeente en tot verheerlijking van Uw naam. Amen.”
Voor sluiting van de vergadering spreekt de voorzitter het volgende dankgebed uit:
“Genadig en barmhartig God, U gaf het voorrecht dat wij hier samen waren ter behartiging van de belangen der gemeente. Wil Uw zegen op onze besprekingen doen rusten en wil vergeven al hetgeen niet was tot verheerlijking van Uw naam. Amen.”
De leden van de raad en de collegeleden spreken vanaf het spreekgestoelte of maken gebruik van de interruptiemicrofoons. Dit geldt niet voor het vaststellen van de agenda, het verslag en de ingekomen stukken en voor stemverklaringen.
Indien tijdens de vergadering duidelijk wordt dat de eindtijd van 23:00 uur zal worden overschreden, kan een lid van de raad of de raadsvoorzitter om schorsing van de vergadering vragen. Tijdens de schorsing beraadslagen de fractievoorzitters met de raadsvoorzitter over de eindtijd van de vergadering.
Bij de reguliere raadsvergaderingen wordt zowel voor de leden van de raad als voor de leden van het college gebruik gemaakt van spreektijden. De spreektijden worden voorafgaand aan de vergadering op basis van de door de agendacommissie ingeschatte duur van de vergadering verdeeld over de fracties naar rato van de grootte van de fracties. Het uitgangspunt hierbij is een vergadering van 19.30 tot 23.00 uur, waarbij er 2 uur spreektijd voor de fracties en 0,5 uur spreektijd voor de collegeleden beschikbaar is. Interrupties vallen buiten de spreektijd. De spreektijd voor elke fractie bestaat uit een nader door de agendacommissie te bepalen vast deel (per fractie) en variabel deel (per fractielid). Bij vergaderingen die korter of langer worden ingeschat, worden de spreektijden van raads- en collegeleden naar verhouding vastgesteld.
Artikel 34 Spreekrecht burgers
Bij aanvang van de behandeling van de kadernota in de raad kunnen inwoners en betrokkenen gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren.
Artikel 35 Voorzitter/portefeuillehouder
In het geval de voorzitter van de raad vanuit het oogpunt van zijn portefeuille aan de meningsvorming deelneemt, wordt hij vervangen door de plaatsvervangend voorzitter van de raad (niet zijnde een fractievoorzitter).
Artikel 36 Algemene bepalingen over stemming
Indien er geen stemming wordt verlangd, kunnen de in de vergadering aanwezige leden aantekening in het verslag vragen dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich op grond van artikel 28 Gemeentewet van stemming te hebben onthouden.
Artikel 37 Stemming over personen
Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de Gemeentewet 5 van stemming moet onthouden, is verplicht een stembriefje in te leveren.