Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Overijssel

Verordening Commissie Regionaal Overleg Twente Airport

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOverijssel
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingVerordening Commissie Regionaal Overleg Twente Airport
CiteertitelVerordening Commissie Regionaal Overleg Twente Airport
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. wet Wet luchtvaart
  2. artikel 105 van de Provinciewet
  3. artikel 145 van de Provinciewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2020wijziging art. 6

11-12-2019

prb-2019-8535

06-07-201701-01-2020Nieuwe regeling

01-03-2017

prb-2017-2939

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Commissie Regionaal Overleg Twente Airport

Provinciale Staten van Overijssel:

 

gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 18.1.2016 met kenmerk 2017/0018277.

 

overwegende dat op grond van de Wet luchtvaart een Commissie voor Regionaal Overleg moet worden ingesteld voor Twente Airport en dat nadere regels moeten worden gesteld aan de taak, samenstelling en werkwijze van de commissie;

 

gelet op artikel 145 van de Provinciewet en de artikelen 8.58 en 8.59 van de Wet luchtvaart;

besluiten vast te stellen de navolgende Verordening Commissie Regionaal Overleg Twente Airport.

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissie: Commissie Regionaal Overleg Twente Airport (CRO);

  • -

    luchthaven: Twente Airport;

  • -

    luchthavenbesluit: een besluit als bedoeld in artikel 8.43 van de wet;

  • -

Artikel 2: Instelling

Er is een Commissie Regionaal Overleg Twente Airport. Het betreft een commissie als bedoeld in artikel 8.58 van de wet.

Artikel 3: Taak

  • 1.

    De commissie heeft als taak om door overleg met diverse betrokkenen een gebruik van de luchthaven te bevorderen dat zoveel mogelijk recht doet aan de belangen van die betrokkenen door:

    • a)

      het uitwisselen van informatie tussen betrokkenen over het feitelijke en voorziene gebruik van de luchthaven;

    • b)

      het geven van advies aan betrokken partijen over het voorkomen van en omgaan met klachten over het gebruik van de luchthaven;

    • c)

      het geven van advies aan het bevoegd gezag over het (ontwerp) luchthavenbesluit of wijziging daarvan;

    • d)

      het geven van advies aan het bevoegd gezag, over het uitoefenen van toezicht op de uitvoering van het luchthavenbesluit;

  • 2.

    De commissie treedt bij het uitvoeren van haar taak niet in de bevoegdheden en rechten van de in haar vertegenwoordigende organen en organisaties.

Artikel 4: Samenstelling

In de commissie worden, naast de onafhankelijk voorzitter, in elk geval de volgende leden benoemd:

  • a)

    één vertegenwoordiger van het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten waarin het beperkingengebied geheel of gedeeltelijk is gelegen en die vallen binnen de geluids- en/of de externe veiligheidszone van het luchthavenbesluit.

  • b)

    één vertegenwoordiger namens de exploitant van de luchthaven;

  • c)

    één vertegenwoordiger namens omwonenden van de luchthaven uit elke gemeente die valt binnen de geluids- en/of de externe veiligheidszone van het luchthavenbesluit. Het desbetreffende college van burgemeester en wethouders doet hiervoor een voordracht;

  • d)

    één vertegenwoordiger van de rechtspersoonlijkheid bezittende gebruikersorganisaties;

  • e)

    één vertegenwoordiger namens milieuorganisaties, die actief zijn in de omgeving van de luchthaven;

  • f)

    één vertegenwoordiger namens de terreinbeherende organisaties die in de omgeving van het luchthaventerrein actief zijn.

Artikel 5: Voorzitter

  • 1.

    Op voordracht van Gedeputeerde Staten, benoemen, schorsen en ontslaan Provinciale Staten de voorzitter.

  • 2.

    De benoeming van de voorzitter geldt voor een periode van vier jaar. Deze benoeming gaat in op het moment dat deze verordening in werking is getreden. Herbenoeming is mogelijk voor maximaal één periode.

  • 3.

    Provinciale Staten kan de voorzitter ontslaan indien zich hiertoe een dringende reden voordoet als bedoeld in artikel 7:678 van het Burgerlijk Wetboek dan wel indien het overleg in de commissie niet langer is gediend met de voortzetting van het voorzitterschap. Het ontslag dient schriftelijk en met voldoende redenen omkleed te worden verleend.

  • 4.

    De voorzitter heeft geen stemrecht.

  • 5.

    De voorzitter heeft onder andere de volgende taken:

    • a.

      het leiden van de vergaderingen van de commissie;

    • b.

      het formuleren van conclusies uit beraadslagingen van de commissie;

    • c.

      het benoemen, schorsen en ontslaan van leden van de commissie overeenkomstig artikel 7;

    • d.

      het naar buiten vertegenwoordigen van de commissie.

  • 6.

    De commissie wijst uit haar midden een lid aan dat bij afwezigheid van de voorzitter diens taken waarneemt.

Artikel 6: Secretaris

Gedeputeerde Staten voorzien in het secretariaat van de commissie. Hiertoe wijzen zij een secretaris aan en één of meer plaatsvervangend secretarissen.

Artikel 7: Benoeming en ontslag van leden

  • 1.

    De voorzitter benoemt een lid of plaatsvervangend lid overeenkomstig de voordracht van het orgaan of de organisatie(s) dat/die het lid vertegenwoordigt, tenzij dringende redenen hem aanleiding geven het orgaan of de organisatie(s) te verzoeken de voordracht te heroverwegen. In dat geval doet het orgaan of de organisatie(s) dat/die het lid vertegenwoordigt een nieuwe voordracht.

  • 2.

    Een lid wordt benoemd voor een periode van vier jaar en kan op voordracht van het orgaan of de organisatie(s) dat/die het lid vertegenwoordigt door de voorzitter worden herbenoemd.

  • 3.

    Het lidmaatschap van de commissie eindigt:

    • a.

      van rechtswege;

    • b.

      door opzegging;

    • c.

      door ontslag.

  • 4.

    Het lidmaatschap van de commissie eindigt van rechtswege of met ingang van de dag dat de grond voor het lidmaatschap komt te vervallen. Het lid en het voordragende orgaan of organisatie informeren onverwijld de voorzitter over het vervallen van de grond van het lidmaatschap.

  • 5.

    Het orgaan of de organisatie(s) dat/die het lid vertegenwoordigt, kan de voorzitter met redenen omkleed verzoeken het lid te ontslaan.

  • 6.

    De voorzitter kan een lid ontslaan indien zich hiertoe een dringende reden voordoet als bedoeld in artikel 7:678 van het Burgerlijk Wetboek dan wel indien het overleg in de commissie niet langer is gediend met de voortzetting van het lidmaatschap. Het ontslag dient schriftelijk en met voldoende redenen omkleed te worden verleend.

Artikel 8: Vergoeding

Artikel 9 Werkbudget

  • 1.

    De provincie stelt aan de CRO een budget beschikbaar ten behoeve van het secretariaat van de CRO.

  • 2.

    De provincie stelt op declaratiebasis een budget beschikbaar voor de vertegenwoordigers van de omwonenden van maximaal € 2.000 ter dekking van de kosten voor afstemmingsoverleggen.

Artikel 10. Frequentie vergaderingen

  • 1.

    De CRO vergadert ten minste 2 keer per jaar, op een door haar te bepalen locatie.

  • 2.

    Indien ten minste een derde van de zitting hebbende leden van de CRO de wens tot een vergadering aan de voorzitter kenbaar maakt, schrijft de voorzitter binnen 4 weken een vergadering uit.

  • 3.

    De voorzitter bepaalt, na raadpleging van de leden, de datum en het tijdstip van de vergaderingen.

  • 4.

    De secretaris draagt zorg voor de oproeping van de leden voor de vergadering. De oproeping vermeldt datum, plaats en tijd van de vergadering en wordt ten minste 2 weken vóór de datum van de vergadering aan de leden toegezonden. Bij de oproeping worden de onderwerpen vermeld die in de vergadering besproken zullen worden en worden de benodigde stukken toegezonden. De secretaris draagt er zorg voor dat belangstellenden op de hoogte kunnen zijn van de vergadering.

Artikel 11. Vergaderingen

  • 1.

    De vergadering van de commissie wordt niet gehouden indien volgens de presentielijst niet meer dan de helft van het aantal benoemde/plaatsvervangende leden aanwezig zijn.

  • 2.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 3.

    Een vergadering of een gedeelte daarvan is niet openbaar, in gevallen waarin de in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur genoemde belangen op de in dat artikel genoemde wijze kunnen worden geschaad.

  • 4.

    Een vergadering of een gedeelte daarvan is evenmin openbaar, indien ten minste de helft van de aanwezige leden van oordeel is dat openbare behandeling van een bepaald onderwerp niet wenselijk is. Een gemotiveerd voorstel hiertoe kan zowel afkomstig zijn van de voorzitter als van een lid van de commissie.

  • 5.

    De voorzitter kan leden van Gedeputeerde Staten uitnodigen om een vergadering van de commissie bij te wonen.

  • 6.

    De voorzitter kan derden uitnodigen om een vergadering van de commissie bij te wonen.

Artikel 12. Advisering

  • 1.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uitbrengen van een advies.

  • 2.

    In een advies van de commissie komen de zienswijzen van voor- en tegenstemmers tot uitdrukking.

Artikel 13: Nadere regels over werkwijze

  • 1.

    De commissie kan een reglement vaststellen met nadere regels over haar werkwijze. Dit reglement dient goedgekeurd te worden door Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten zijn bevoegd nadere regels te stellen betreffende de taken en de werkwijze van de commissie.

Artikel 14. Werkplan en begroting

  • 1.

    De commissie zendt Gedeputeerde Staten jaarlijks vóór 15 november een werkplan en begroting voor het komende kalenderjaar ter goedkeuring.

  • 2.

    Met het goedkeuren van een begroting kennen Gedeputeerde Staten de financiële middelen in de begroting toe aan de commissie.

  • 3.

    De commissie besteedt alleen middelen die door Gedeputeerde Staten zijn toegekend aan de commissie via de goedkeuring van de begroting of de goedkeuring van een begrotingswijziging.

Artikel 15: Jaarverslag

  • 1.

    De commissie stelt jaarlijks vóór 1 april een verslag vast over de uitgevoerde werkzaamheden in het voorgaande kalenderjaar.

  • 2.

    In het verslag geeft de commissie in ieder geval het volgende aan:

    • a.

      de samenstelling van de commissie;

    • b.

      wijzigingen in de samenstelling;

    • c.

      door de commissie uitgevoerde werkzaamheden;

    • d.

      eventuele bijzondere voorvallen of omstandigheden die voor haar werkzaamheden van belang zijn geweest.

  • 3.

    De commissie zendt het verslag, als bedoeld in het eerste lid, naar Gedeputeerde Staten.

Artikel 16: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op het moment dat het Luchthavenbesluit Twente Airport in werking treedt.

Artikel 17: Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Commissie Regionaal Overleg Twente Airport.

Toelichting

Algemeen

De provincie Overijssel is bevoegd gezag voor de Twente Airport. Voor deze luchthaven moeten Provinciale Staten op grond van artikel 8:1a juncto 8:42, 8:43 Wet luchtvaart een luchthavenbesluit vaststellen. Met betrekking tot luchthavens waarvoor een luchthavenbesluit wordt vastgesteld is in de Wet luchtvaart (artikel 8.58) bepaald dat Provinciale Staten een commissie voor regionaal overleg (CRO) instellen.

 

Door middel van deze verordening stellen Provinciale Staten een CRO voor dit luchthaventerrein in.

 

Na het instellen van de commissie en het benoemen van de voorzitter is er, behoudens de financiering, voor de provincie geen bemoeienis met de commissie meer.

Toelichting per artikel

Artikel 3 Taak

De taak van de CRO zoals beschreven in artikel 8:59 eerste lid van de wet, is om door overleg van diverse betrokkenen een gebruik van de luchthaven te bevorderen dat zoveel mogelijk recht doet aan de belangen van dit betrokkenen. In dit artikel is nader uitgewerkt wat de commissie in elk geval aan taken dient uit te voeren.

 

De commissie heeft een advies- en platformfunctie. Binnen dat kader kan zij gevraagd en ongevraagd advies geven en informatie verstrekken over het gebruik van de luchthaven aan omwonenden in de omgeving van de luchthaven.

 

Het werkgebied van de commissie strekt zich niet alleen uit tot milieubelangen maar kan o.a. ook betrekking hebben op (de betekenis van de luchthaven voor) economie, werkgelegenheid en recreatie.

 

De CRO heeft geen formele bevoegdheden en neemt geen bevoegdheden over van één van de leden van de commissie. Elk van de leden blijft verantwoordelijk voor zijn eigen taken en bevoegdheden. Voor de bevoegdheden, rechten en plichten inzake het gebruik van de luchthaven zijn onder andere het luchthavenbesluit en de gebruikvergunning bepalend. De taak van de commissie is om er voor te zorgen dat partijen hun taken en bevoegdheden die betrekking hebben op de luchthaven zoveel mogelijk op elkaar afstemmen.

De commissie heeft ook geen formele adviesfunctie in de procedure bij het afgeven of wijzigingen van een luchthavenbesluit. Uiteraard geldt voor de commissie wel de reguliere procedure die voorziet in het indienen van zienswijzen. De provincie zal de commissie in dat kader actief betrekken en relevante stukken tijdig toezenden.

Klachten rond de luchthaven is een belangrijk aandachtspunt voor de commissie, maar de commissie heeft geen formele rol in de registratie hiervan. De provincie Overijssel is als bevoegd gezag verantwoordelijk voor de registratie van klachten, de afhandeling ervan en terugmelding erover aan de Commissie Regionaal Overleg.

Artikel 4 Samenstelling

In de wet is bepaald welke vertegenwoordigers in elk geval in de commissie zitting hebben. Dit zijn ondermeer vertegenwoordigers van gemeenten waarin het beperkingengebied geheel of gedeeltelijk is gelegen en omwonenden van de luchthaven. Het beperkingengebied omvat elf gemeenten. Om de commissie voldoende slagvaardig te kunnen laten zijn in werkwijze en besluitvorming, is gekozen om voor de vertegenwoordiging vanuit gemeenten en omwonenden te kiezen voor een selectie uit deze gemeenten. Deze selectie bestaat uit de gemeenten die binnen de geluids- en/of de externe veiligheidszone van het LHB vallen. Dit zijn de gemeenten Enschede, Oldenzaal en Dinkelland. Van elk van deze gemeenten zal een lid van het college toetreden. Voor de vertegenwoordiging van de bewoners is de werkwijze als volgt. Elk gemeentebestuur dat binnen de geluids- en of de externe veiligheidszone valt, doet een voordracht. Deze geschiedt bij voorkeur uit bestaande bewonersorganisaties zoals wijk- en dorpsraden/verenigingen.

 

Aanvullend is gekozen voor het lidmaatschap van een vertegenwoordiger van een milieuorganisatie. Hierdoor wordt goed geborgd dat ook milieuaspecten voor het voetlicht komen in de discussies rond de luchthaven (bijvoorbeeld duurzaamheids- of klimaatdiscussies).

Ook is aanvullend gekozen voor het lidmaatschap van een vertegenwoordiger van de gebruikersorganisaties. De reden hiervan is dat de gebruikers(organisaties) van een luchthaven een fundamenteel andere rol hebben dan de luchthavenexploitant en -directie. Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn bij discussies met de omgeving rond vermijdbare (geluid)hinder.

Tot slot is gekozen voor het toevoegen van een lid namens de terreinbeherende organisaties die in de omgeving van de luchthaven actief zijn.

Artikel 5 Voorzitter

De wet schrijft voor dat de voorzitter van de CRO onafhankelijk is en dus geen vertegenwoordiger van een van de instanties die in de CRO vertegenwoordigd zijn. In dit artikel worden de taken beschreven die de voorzitter in elk geval uitoefent.

Bij tijdelijke ontstentenis van de voorzitter neemt een door de commissie uit haar midden aangewezen vervanger de taken van de voorzitter waar.

Artikel 6 Secretaris

De provincie voorziet in het secretariaat en benoemt hiertoe een secretaris. Deze secretaris is geen lid van de commissie. Het is zijn taak zorg te dragen voor een goede inhoudelijke en logistieke voorbereiding van vergaderingen van de commissie en het uitvoeren van de beslissingen van de commissie, waaronder het opstellen van adviezen en correspondentie.

Artikel 7 Benoeming, schorsing en ontslag van de leden.

Het benoemen of ontslaan van leden van de commissie is een taak van de voorzitter.

Artikel 8. Vergoeding

Voorzitter

De voorzitter ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen tijdens een commissiedag. Deze vergoeding is gebaseerd op de Verordening Rechtspositie Statenleden, gedeputeerden en commissieleden 2015 (artikel 22) en het rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden (artikel 13 en 14). Uitgangspunt van deze regelingen is een vergoeding van € 107.01 per vergadering in 2016 (Artikel 13 Rechtspositiebesluit). Dit bedrag wordt jaarlijks herzien. Provinciale Staten kunnen bij verordening een hogere vergoeding vaststellen indien sprake is van een lid van een commissie dat op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie is aangetrokken en de (basis)vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak (artikel 14 rechtspositiebesluit). Deze uitzondering wordt in dit geval van toepassing geacht en om die reden wordt in deze verordening een vergoeding vastgesteld van 300 % van het standaardbedrag per vergadering. Deze vergoeding wordt passend geacht met het oog op de functie-eisen en de hoeveelheid werk.

De vergadervergoeding ziet ook op de vergaderingen in de aanloopfase waarbij de commissie nog niet op volle sterkte is.

Reis- en verblijfkosten.

Alle leden krijgen een vergoeding voor reis- en verblijfkosten op grond van artikel 15 van de Verordening Rechtspositie Statenleden, gedeputeerden en commissieleden 2015.

Artikel 9 Werkbudget

De provincie stelt een werkbudget beschikbaar om de kosten voor de CRO te dekken. Het gaat hierbij om kosten voor de (reiskosten)vergoedingen voor de leden en bijvoorbeeld vergaderlocaties en andere bureaukosten. Daarnaast wordt voor de vertegenwoordiger(s) van de bewoners op declaratiebasis een apart budget beschikbaar gesteld om de afstemming met andere omwonenden te faciliteren. Beide budgetten worden beheerd door de secretaris.

Artikel 10, 11, 12 en 13 Frequentie vergaderingen werkwijze

Op basis van de Wet luchtvaart moeten Provinciale Staten ook bepalingen opnemen over de werkwijze van de commissie.

Er is voor gekozen om de regels over de vergaderingen en de frequentie hiervan in deze verordening vast te leggen. Daarbij is de mogelijkheid opgenomen om leden van het college van GS uit te nodigen om bij de vergaderingen aanwezig te zien (zonder stemrecht).

De voorzitter kan ook derden uitnodigen om de vergadering van de commissie bij te wonen (eveneens zonder stemrecht). Daarbij kan worden gedacht aan betrokken die uit een andere hoedanigheid een relatie hebben met de luchthaven gemeenten buiten het beperkingengebied, industrie of toerisme/recreatie.

De secretaris draagt er zorg voor dat belangstellenden op de hoogte kunnen zijn van de vergadering. Dit kan bijvoorbeeld door een aankondiging op een website.

 

De commissie beslist bij enkelvoudige meerderheid van stemmen (de helft + één) over een uit te brengen advies. In het advies wordt ook het de minderheidsstandpunt verwoord.

 

Daarnaast staat het de commissie vrij om aanvullend een reglement op te stellen voor haar werkwijze. Dit reglement dient wel door GS te worden goedgekeurd. Tot slot is GS bevoegd om nadere regels te stellen aan de werkwijze van de commissie.

Artikel 14 Werkplan en begroting en artikel 15 Jaarverslag

Om inzicht te houden in samenstelling van de commissie en de door de commissie uitgevoerde werkzaamheden is in dit artikel geregeld dat de commissie elk jaar een werkplan met begroting en een jaarverslag opstelt welke worden toegezonden aan Gedeputeerde Staten.

De begroting dient als basis voor het vaststellen van het werkbudget.