Organisatie | Molenwaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening beschermd wonen en opvang 2017 gemeente Molenwaard |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
beleidsregels 2017 gemeente Dordrecht zijn in mandaat genomen
Nadere regels Bescherm wonen en opvang 2017 gemeente Molenwaard
beleidsregels beschermd wonen en opvang 2017 gemeente Dordrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-07-2017 | nieuwe regeling | 16-05-2017 | 706940 |
a. 24-uursopvang tijdelijke opvang, bestaande uit verblijf en begeleiding.
b. algemeen gebruikelijke voorziening
een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, die algemeen verkrijgbaar is en die niet - aanzienlijk - duurder is dan vergelijkbare producten.
maatschappelijke voorziening zoals bedoeld in artikel 1.1.1 van de wet, die is gericht op beschermd wonen en opvang.
wonen in een accommodatie van een instelling of een wooninitiatief met het daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op:
het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren en/of
bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die (nog) niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving of zelfstandig te wonen en die niet in staat zijn hun ondersteuningsvraag te formuleren en die niet in staat zijn hun ondersteuningsvraag uit te stellen;
Het college wijst cliënten die een melding doen en hun mantelzorgers op de mogelijkheid zich gedurende de procedure desgewenst te laten bijstaan door een onafhankelijke cliëntondersteuner.
Het college vraagt voor het gesprek aan de cliënt alle gegevens en bescheiden die voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen, te verschaffen. Hiertoe behoort in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, tenzij het college daarover al beschikt.
De aanvraag voor een maatwerkvoorziening moet door of namens de cliënt schriftelijk worden ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier of een ondertekend onderzoeksverslag.
Hoofdstuk 3 BEOORDELING AANSPRAAK OP MAATWERKVOORZIENING
Uitgangspunt bij beoordeling maatwerkvoorziening
Het college neemt het onderzoeksverslag, en indien aanwezig het ondersteuningsplan, als uitgangspunt bij de beoordeling van de aanspraak voor een maatwerkvoorziening.
Er bestaat aanspraak op een maatwerkvoorziening:
indien deze een passende bijdrage levert aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen en opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht, of indien dit niet mogelijk is voor cliënt, met een toenemende mate van zelfredzaamheid, te handhaven in de samenleving.
1. De cliënt kan in aanmerking komen voor beschermd wonen, indien hij, onverminderd de in de wet en in artikel 3.2 van deze verordening genoemde criteria, voldoet aan alle volgende criteria:
a. Er is noodzaak tot het met (al dan niet permanent) toezicht verblijven in een accommodatie van een instelling of een wooninitiatief. .
b. Er is geen sprake (meer) van klinische behandeling op grond van de Zorgverzekeringswet.
2. Het college verstrekt voor beschermd wonen een zo licht mogelijk passend arrangement, eventueel aangevuld met dagbesteding.
3. Bij het bepalen van het arrangement beschermd wonen gaan extramurale arrangementen voor intramurale arrangementen.
De cliënt komt in aanmerking voor 24-uursopvang, indien hij, onverminderd de in de wet en de verordening genoemde criteria, voldoet aan alle volgende criteria:
HOOFDSTUK 4 PERSOONSGEBONDEN BUDGET
Criteria persoonsgebonden budget
Het college weigert de verlening van een persoonsgebonden budget:
Hoogte persoonsgebonden budget
Het college stelt in nadere regels de hoogte van het persoonsgebonden budget voor dagbesteding, beschermd wonen en opvang vast bij dienstverlening door professionele hulpverleners conform de geldende kwaliteitsstandaarden vast. Het college stelt de hoogte van het persoonsgebonden budget vast aan de hand van de prijs waarvoor het college deze dienstverlening heeft gecontracteerd, met dien verstande dat het college de overheadkosten die gecontracteerde aanbieders hebben voor personeel en materieel buiten beschouwing laat bij het bepalen van de hoogte van het persoonsgebonden budget.
Tarief persoonsgebonden budget in sociaal netwerk
Het college stelt in nadere regels de hoogte van het persoonsgebonden budget voor dagbesteding, beschermd wonen en opvang vast bij besteding van het persoonsgebonden budget bij een persoon die behoort tot zijn sociale netwerk. Het college stelt de hoogte van het persoonsgebonden budget vast aan de hand van de prijs waarvoor het college deze dienstverlening heeft gecontracteerd, met dien verstande dat het college overheadkosten voor personeel en materieel en andere lasten die professionele aanbieders hebben buiten beschouwing laat bij het bepalen van de hoogte van het persoonsgebonden budget.
HOOFDSTUK 6 BEËINDIGING, HERZIENING, INTREKKING EN TERUGVORDERING
Het college kan, onverminderd artikel 2.3.10 van de wet, een toegekende aanspraak op een maatwerkvoorziening geheel of gedeeltelijk beëindigen of opschorten, indien:
Het college kan, onverminderd artikel 2.3.10 van de wet, een besluit tot toekenning van een aanspraak op een maatwerkvoorziening geheel of gedeeltelijk herzien of intrekken indien:
HOOFDSTUK 7 BESTRIJDING MISBRUIK OF ONEIGENLIJK GEBRUIK
Het college voert een actief fraudepreventiebeleid. Onderdeel van dit beleid is dat het college cliënten informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een maatwerkvoorziening zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik daarvan. Ter controle van het beroep op algemene- en maatwerkvoorzieningen wordt onder meer gebruik gemaakt van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen.
Het college kan onderzoek doen naar de rechtmatigheid van de maatwerkvoorziening en kan daarbij onder meer gebruikmaken van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen en de samenloopsignalen die daaruit voortkomen. Het college kan daarnaast overige signalen en tips die relevant zijn voor de aanspraak op een maatwerkvoorziening onderzoeken.
Het college kan onderzoek doen naar de reden van de beëindiging van de aanspraak op een maatwerkvoorziening en op basis daarvan besluiten nemen met betrekking tot de rechtmatigheid van de maatwerkvoorziening en de wederzijds tussen het college en de cliënt resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.
HOOFDSTUK 10 BURGERPARTICIPATIE
Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende beschermd wonen en opvang, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende beschermd wonen en opvang te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende beschermd wonen en opvang, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Het college kan in bijzondere gevallen bij de verstrekking van maatwerkvoorzieningen op verzoek van de cliënt ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze verordening en de daarop gebaseerde regels, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Evaluatie van het door het college gevoerde beleid vindt plaats via de reguliere bestuursrapportages van het college.
De Verordening beschermd wonen en opvang Molenwaard 2016 wordt ingetrokken met de inwerkingtreding van deze verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft ten aanzien van een op grond daarvan genomen besluit totdat het college, onder intrekking van dit besluit, een nieuw besluit op grond van deze verordening heeft genomen.