Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Beleidsregels van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent incidenteel cultuurbudget Beleidsregel Incidenteel Cultuurbudget

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBeleidsregels van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent incidenteel cultuurbudget Beleidsregel Incidenteel Cultuurbudget
CiteertitelBeleidsregel Incidenteel Cultuurbudget
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling werkt tot en met 31 december 2020.

Deze regeling vervangt de beleidsregel Incidenteel Cultuurbudget vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 20 december 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Groningen/CVDR244162/CVDR244162_9.html
  2. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-12-2017artikel 1, 4, 11

05-12-2017

prb-2017-5691

K7124
15-06-201713-12-2017nieuwe regeling

06-06-2017

prb-2017-2590

K3335

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent incidenteel cultuurbudget Beleidsregel Incidenteel Cultuurbudget

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij in hun vergadering van 6 juni 2017, nr. A.7, zaaknummer K3335, het volgende besluit hebben genomen:

 

Gedeputeerde Staten van Groningen;

 

Overwegende dat: het Incidenteel Cultuurbudget één van de instrumenten in het Uitvoeringsprogramma Cultuur 2017-2020 is, vastgesteld door Gedeputeerde Staten bij besluit van 12 juli 2016. Wij streven naar een breed en kwalitatief hoogstaand cultureel aanbod waarmee wij de culturele aantrekkingskracht van onze provincie vergroten;

 

Overwegende dat: wij de culturele identiteit van de inwoners van onze provincie willen versterken. Deze doelen willen wij bereiken via zes strategische lijnen: Het Verhaal van Groningen, Sterke basis en ruimte voor vernieuwing, Nieuwe verbindingen, Een leven lang cultuur, Samenleven met cultuur en Cultuur als economische propositie;

 

Overwegende dat: met de inzet van dit budget we initiatieven willen ondersteunen, die bijvoorbeeld inspelen op nieuwe ontwikkelingen, (nieuwe) allianties, samenwerking en verbindingen creëren en die een bijdrage leveren aan één of meerdere strategische lijnen, zoals geformuleerd in het Uitvoeringsprogramma Cultuur 2017-2020;

 

Gelet op artikel 8 Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998;

 

Gelet op artikel 1:3 vierde lid Algemene wet bestuursrecht;

 

Gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht:

 

BESLUITEN:

Vast te stellen hetgeen volgt:

 

Beleidsregel Incidenteel Cultuurbudget

Artikel 1 Doelstellingen en subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Met de inzet van het Incidenteel Cultuurbudget willen we -vanuit onze provinciale rol- projecten stimuleren, op het terrein van amateurkunst en erfgoed, gericht op één of meerdere van de volgende specifieke doelen:

    • a.

      Stimuleren van participatie: actieve deelname aan culturele activiteiten;

    • b.

      Stimuleren van presentatie erfgoed van de provincie Groningen: gaat verder dan openstellen alleen;

    • c.

      Stimuleren van publieksbereik;

    • d.

      Bevorderen van innovatie: nieuwe bovenlokale initiatieven of doorontwikkeling ervan;

    • e.

      Bevorderen van (inter)nationale en regionale samenwerking: met concreet resultaat ten behoeve van Groningen en haar inwoners;

    • f.

      Kennisvermeerdering/kennisdeling/bewustwording.

  • 2.

    Projecten als bedoeld in lid 1 van dit artikel op het gebied van amateurkunst zijn ten minste altijd gericht op het stimuleren van particaptie als bedoeld in sub a. Naast dit vereiste doel kunnen ook andere doelen als bedoeld in sub b tot en met sub f worden nagestreefd.

  • 3.

    Projecten als bedoeld in lid 1 van dit artikel op het gebied van erfgoed zijn ten minste altijd gericht op het stimuleren van presentatie als bedoeld in sub b. Naast dit vereiste doel kunnen ook andere doelen als bedoeld in sub a en sub c tot en met sub f worden nagestreefd.

  • 4.

    Het doel bevorderen van innovatie, nieuwe bovenlokale initiatieven of doorontwikkeling daarvan zoals opgenomen in lid 1 sub d van dit artikel, kan betrekking hebben op diverse vormen van innovatie. Op het gebied van erfgoed kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het digitaliseren van museale collecties. Vereist is in alle gevallen dat wordt aangetoond wat de meerwaarde is van de vernieuwing ten opzichte van de reguliere taak van de organisatie. De innovatie kan zich ook uiten in organisatorische ontwikkelingen op het gebied van samenwerking en/of samenvoegen van functies, beide op bovenlokaal/regionaal (in meer dan één gemeente) niveau.

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door privaatrechtelijke rechtspersonen.

Artikel 3 Indienen aanvraag

  • 1.

    Aanvragen kunnen vanaf 1 januari 2017 worden ingediend bij Gedeputeerde Staten per post via Postbus 610, 9700 AP Groningen.

  • 2.

    De aanvraag dient uiterlijk 13 weken vóór de start van de activiteit te worden ingediend.

  • 3.

    Bij de subsidieaanvraag dient een duidelijke omschrijving van de activiteit (projectplan) gevoegd te zijn met een sluitende begroting en een dekkingsplan. De begroting is voorzien van een gespecificeerde toelichting op de begrotingsposten en de subsidiabele kosten.

  • 4.

    Op de subsidieaanvraag moet duidelijk naam, adres, vestigingsplaats, telefoonnummer, bankrekeningnummer en emailadres van de aanvrager staan.

Artikel 4 Algemene subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    De activiteit heeft betrekking op amateurkunst en/of erfgoed. Activiteiten op het terrein van de professionele kunsten kunnen worden ingediend bij de Kunstraad en zijn uitgesloten van subsidiëring op grond van deze regeling;

  • 2.

    Aanvragers tonen in het projectplan overtuigend aan dat het project op regionaal (bovenlokaal, in meer dan één gemeente) of provinciaal niveau georganiseerd is. Dit kan door middel van een beschrijving van herkomst en inzet van samenwerkingspartners en/of van de actieve deelnemers;

  • 3.

    De activiteit heeft betrekking op een doelgroep of herkomst van deelnemers die voor een substantieel deel uit de provincie Groningen komt/komen;

  • 4.

    Aanvragers tonen in het projectplan concreet aan hoe de samenwerking is vorm gegeven, met wie wordt samengewerkt en tot welke resultaten dit leidt om de genoemde doelen te realiseren;

  • 5.

    De activiteit is publiekelijk toegankelijk;

  • 6.

    Aanvragers nemen in het projectplan een onderdeel op dat gaat over de in te zetten communicatie (media) en de verwachte publieksaantallen. Dit onderdeel in het projectplan is meer uitgebreid naargelang de omvang van de activiteit;

  • 7.

    De activiteit is aanvullend op het bestaande aanbod in de regio en - indien relevant - op andere programma's c.q. subsidieregelingen;

  • 8.

    Aanvragers nemen indien relevant voorafgaand aan het indienen van de aanvraag contact op met de stichting De Verhalen van Groningen in verband met het gebruik van content en/of media en in verband met de agendafunctie van de stichting / Markting Groningen.

    Let wel, niet alles hoeft gebruikt/opgenomen te worden door de stichting in verband met haar selectieve werkwijze met betrekking tot de thema's en verhaallijnen. Als het project wél aansluit op de thema's / activiteiten van de stichting, dan worden alle relevante informatie, verhalen en materialen met betrekking tot het project kosteloos ter beschikking gesteld aan de stichting. Dit geldt ook voor de gebruiksrechten met betrekking tot alle relevante informatie, verhalen en materialen;

  • 9.

    De activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd staat in een redelijke verhouding tot de begroting en de gevraagde subsidie (bijvoorbeeld te relateren aan het aantal actieve deelnemers aan amateurkunst en/of erfgoedpresentaties);

  • 10.

    Er is in het dekkingsplan sprake van substantiële cofinanciering van de betreffende gemeente(n) waar het project plaatsvindt en van andere partijen. In een uiterste geval vindt gemeentelijke cofinanciering plaats door (kwantificering van) een bijdrage ‘in natura’. Wanneer de activiteit plaats vindt buiten de grenzen van de provincie Groningen, dient ook het bestuur van de provincie waar de activiteit plaatsvindt een financiële bijdrage te leveren;

  • 11.

    Uit de aanvraag blijkt duidelijk dat de mogelijkheden voor het verwerven van inkomsten, naast de subsidieaanvraag bij de provincie, optimaal zijn benut;

  • 12.

    Voor het publieksbereik worden gegevens opgenomen met betrekking tot het fysieke publieksbereik, tenzij het project zodanig is ingericht dat digitaal publieksbereik het doel is;

  • 13.

    Als er sprake is van het ontwikkelen van een website wordt overtuigend aangetoond dat een zelfstandige website noodzakelijk is en zo ja, hoe (de informatie op) deze website voor de toekomst up to date wordt gehouden en beheerd. Ook wordt aangetoond dat de mogelijkheden om aan te sluiten bij de website van de stichting De Verhalen van Groningen zijn verkend;

  • 14.

    Projecten komen maximaal drie keer voor een subsidie in aanmerking tijdens de looptijd van deze regeling. Indien dezelfde aanvrager voor eenzelfde soort project een tweede of derde keer subsidie aanvraagt, is een vereiste dat er een ontwikkeling van het project zichtbaar is.

Artikel 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    Het project wordt uitgevoerd overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening en het ingediende projectplan.

  • 2.

    Wijzigingen inhoudelijk en/of financieel gedurende de looptijd van de projectuitvoering, die het detailniveau overstijgen, worden schriftelijk en onverwijld voorgelegd aan Gedeputeerde Staten.

  • 3.

    De uitvoering van het project is gereed binnen één jaar na start van het project.

  • 4.

    Verlenging van de termijn als bedoeld in het vorige lid is slechts mogelijk indien vooraf een schriftelijk verzoek bij Gedeputeerde Staten wordt ingediend met een toelichting over de voortgang van de activiteit en de reden van de opgelopen vertraging en de verwachte duur van de vertraging. De verlenging bedraagt maximaal één jaar.

  • 5.

    In of op alle communicatie-uitingen rondom het project waarvoor een subsidie is verleend maakt de ontvanger van deze subsidie kenbaar dat het project mede tot stand is gekomen dankzij de financiële steun van de provincie Groningen.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

Kosten voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van het Incidenteel Cultuurbudget komen voor een subsidie in aanmerking.

Artikel 7 Niet-subsidiabele kosten

  • 1.

    In afwijking van artikel 6 komen de kosten voor onderstaande activiteiten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      activiteiten die betrekking hebben op de eigen, reguliere activiteiten en exploitatie(s) van een organisatie en/of activiteiten die al op een andere wijze worden gesubsidieerd. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Cultuurpijlers in verband met subsidiëring van taken door het Cultuurpijlerfonds van de provincie en de gemeente Groningen.

    • b.

      activiteiten die plaatsvinden in het kader van regulier onderwijs en opleiding, inclusief wetenschappelijk onderzoek.

    • c.

      activiteiten die betrekking hebben op het programmeren van podia.

    • d.

      activiteiten op het terrein van Cultuuronderwijs. Hiervoor is de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit beschikbaar.

    • e.

      cursusaanbod, bijvoorbeeld het aanbod van muziek- en theaterscholen, zzp-ers.

    • f.

      activiteiten die plaatsvinden in het kader van een jubileum, tenzij deze door een bijzonder karakter een aanvulling vormen op het bestaande aanbod.

    • g.

      activiteiten die betrekking hebben op het inrichten, onderhoud en/of de verbouw van panden en/of ruimtes. Voor het investeren in panden met een culturele bestemming is de regeling Culturele Infrastructuur Aard en Nagelvast beschikbaar.

    • h.

      publicaties (óók van wetenschappelijke werken en leermethoden), cd's en dvd's. Voor aanvragen betreffende publicaties kunt u informatie opvragen bij het Huis voor de Groninger Cultuur.

    • i.

      lokale kleinschalige culturele evenementen. Deze worden ondersteund via onze regeling matchfunding.

  • 2.

    In uitzonderlijke gevallen kunnen Gedeputeerde Staten afwijken van de in het vorige lid bepaalde niet-subsidiabele kosten.

Artikel 8 Maximale subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 60.000. Er wordt uitsluitend subsidie verstrekt indien de hoogte van de subsidie ten minste € 15.000 bedraagt.

Artikel 9 Looptijd

De looptijd van deze regeling is vier jaren: 2017-2020.

Artikel 10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen gedurende de looptijd jaarlijks het subsidieplafond vast en maken dit bekend in het Provinciaal Blad.

Artikel 11 Beoordeling

  • 1.

    Volledige aanvragen worden per ronde beoordeeld en afgehandeld.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks de beoordelingsronden vast.

  • 3.

    In 2018 zijn 5 data voor beoordelingsronden vastgesteld, te weten 15 januari, 15 maart, 15 mei, 15 september en 1 november.

  • 4.

    Het aantal ronden kan minder dan vijf zijn in geval het subsidieplafond voor het betreffende kalenderjaar is bereikt.

  • 5.

    Binnen voornoemde ronden wordt subsidie verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 6.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

  • 7.

    Voor projecten die raakvlakken hebben met (semi)professionele kunsten kan op incidentele basis ter voorbereiding van een besluit tot subsidieverlening advies gevraagd worden aan de Kunstraad.

Artikel 12 Verlening en vaststelling subsidie

Op verstrekking van subsidie is de Beleidsregel uitvoering Rijkssubsidiekader van toepassing. Een aanvraag tot subsidievaststelling vindt plaats uiterlijk drie maanden na voltooiing van de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verleend.

Artikel 13 Intrekking

  • 1.

    De beleidsregel Incidenteel Cultuurbudget vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 20 december 2016 wordt ingetrokken.

  • 2.

    De beleidsregel Incidenteel Cultuurbudget uit het voorgaande lid blijft van kracht ten aanzien van onder die beleidsregel vallende subsidieaanvragen die voor de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregel zijn ingediend.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt tot en met 31 december 2020.

Artikel 15 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Incidenteel Cultuurbudget.

 

Groningen, 6 juni 2017.

Gedeputeerde Staten voornoemd:

, voorzitter.

, secretaris.